Vragen van de leden Middendorp en Van Gent (beiden VVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming
over een mogelijk cookiewall-verbod (ingezonden 4 oktober 2019).
Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 28 oktober 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op de vragen van de leden Middendorp en Van Gent over
een mogelijk cookiewall-verbod?1
Vraag 2
Wanneer is, als het gaat om websites en «tracking cookies», sprake van «vrijelijk
gegeven toestemming»? Is door de verwijzing in de Telecommunicatiewet (Tw) naar de
Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) de inhoud van dit begrip «vrijelijk
gegeven toestemming» veranderd of wordt dat nu anders geïnterpreteerd?
Vraag 3
Deelt u de mening dat – gelet op het antwoord op vraag 3 van bovengenoemde vragenset
waarin wordt gesteld dat bij de beoordeling of de toestemming vrijelijk is ten «sterkste
rekening moet worden gehouden met de vraag of voor de uitvoering van een overeenkomst
(...) toestemming is vereist voor een verwerking van persoonsgegevens die niet noodzakelijk
zijn voor de uitvoering van de overeenkomst» – alles waar in de overeenkomst toestemming
voor wordt gevraagd onderdeel is van de overeenkomst?
Vraag 4
Op basis waarvan heeft dit «rekening houden» geresulteerd in een verbod? Kan het zijn
dat door meer rekening te houden met het recht van vrijheid van ondernemerschap (zoals
in het Verenigd Koninkrijk gebruikt), de balans zou doorslaan naar het toestaan van
cookiewalls?
Vraag 5
Wanneer is er sprake van «functionele cookies» en van «niet-privacygevoelige analytische
cookies»? In hoeverre zijn dit afgebakende begrippen?2
Vraag 6
Kunt u naar aanleiding van het antwoord op vraag 4 van bovengenoemde vragenset aangeven
waarom gebruikers twijfels zouden hebben over hun privacybescherming als zij zelf
net toestemming hebben gegeven?
Vraag 7
Wat is het verschil tussen een cookiewall en de toestemming daaronder zoals die nu
in Nederland gebruikt wordt en de toestemming die voor het gebruik van een social
media netwerk als bijvoorbeeld Facebook wordt gegeven? Kunt u specifiek ingaan op
de vraag wat de toestemming in beide gevallen meer of minder vrijelijk maakt en wat
de rol is van de algemene voorwaarden in beide systemen?
Vraag 8
Wat is de positie van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) als het gaat om het interpreteren
en invullen van de cookieregelgeving, en hoe verhoudt zich die tot andere toezichthouders
in Nederland? Hoe verhoudt de positie van de AP zich tot de Autoriteit Consument &
Markt (ACM) die het cookiewallvraagstuk volgt vanuit concurrentieoverwegingen? En
wat is uw rol daarin?
Vraag 9
Vindt u het wenselijk dat in de toekomst rondom cookiewalls, regelgeving verder wettelijk
wordt verankerd vanuit het belang van de consument?
Vraag 10
Hoe worden de informatieplicht en het toestemmingsvereiste die bij cookies gelden
voor (mede) op Nederlandse gebruikers gerichte Nederlandse websites en internationale
bedrijven, gehandhaafd? Hoe is het verzekerd dat Nederlandse bedrijven die nu afhankelijk
zijn van cookiewalls, niet op achterstand komen door het verbod op cookiewalls, ervan
uitgaande dat Nederlandse bedrijven meer marktaandeel kunnen verliezen dan elders
ondergebrachte bedrijven?
Vraag 11
Hoe zijn cookiewalls ontstaan? Komt het gebruik hiervan voort uit de Tw? In welke
Europese landen worden deze nu ook gebruikt?
Vraag 12
Zou het verbod van cookiewalls in de Europese Unie waar Nederland voor pleit betrekking
hebben op gratis websites of ook op niet gratis websites?
Vraag 13
Waarom is er geen steun in de Raad voor een verbod op cookiewalls, zoals door Nederland
bepleit? Hoe groot is de kans dat dit pleidooi succesvol is?
Vraag 14
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de totstandkoming van de nieuwe Europese
ePrivacyrichtlijn? Komen daar weer nieuwe eisen voor Nederlandse ondernemingen met
betrekking tot cookiewalls uit voort?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Middendorp en Van
Gent (beiden VVD) van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over een mogelijk
cookiewall-verbod (ingezonden 4 oktober) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen
worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, Vergaderjaar 2018–2019, nr. 3905