Vragen van het lid Groothuizen (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en
de Staatssecretaris van Financiën over corrupte douaniers. (ingezonden 3 oktober 2019).
Mededeling van Staatssecretaris Snel (Financiën), mede namens de Minister van Justitie
en Veiligheid (ontvangen 21 oktober 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Douane torpedeerde onderzoek naar corruptie eigen medewerkers»?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op deze berichtgeving?
Vraag 3
Herinnert u zich uw reactie naar aanleiding van mijn verzoek tijdens de regeling van
werkzaamheden van 16 mei 2019?2
Vraag 4
Waarom heeft u in uw reactie, «Het is niet aan mij als Minister om te treden in de
overwegingen van de onderzoekers om geen eindrapport uit te brengen», niet vermeld
dat de douane zich verzette tegen de publicatie van het concepteindrapport, terwijl
dit wel relevant is voor de Tweede Kamer om zijn controlerende taak uit te kunnen
voeren?
Vraag 5
Hoe vaak is het in de afgelopen tien jaar voorgekomen dat onderzoekers werkend in
opdracht van «Politie & Wetenschap» een onderzoek hebben stopgezet? Hoe vaak gaven
ze daarbij als reden op dat er onvoldoende medewerking werd verleend door overheidsorganisaties?
Vraag 6
Kunt u per opsporingsorganisatie die meewerkte aan het bedoelde onderzoek aangeven
of en in hoeverre ze hebben meegewerkt? Kunt u per opsporingsorganisatie die meewerkte
aan het bedoelde onderzoek aangeven welk bedrijfsonderdeel verantwoordelijk is voor
het verlenen van toegang tot de registraties en dossiers die de onderzoekers nodig
hadden voor hun onderzoeken? Kunt u in uw antwoord uitputtend en zo specifiek mogelijk
zijn?
Vraag 7
Kunt u in tabelvorm de integriteitsschendingen, gerelateerd aan de Rotterdamse haven,
uiteenzetten in de periode 1996–2016 bij Douane, FIOD en andere bij het bedoelde onderzoek
betrokken instanties? Hoeveel hiervan zijn nader onderzocht?
Vraag 8
Waarom rust op het onderzoek een geheimhoudingsplicht?
Vraag 9
Zou het niet wenselijk zijn de geheimhoudingsplicht ten aanzien van dit onderzoek
op te heffen, opdat dit probleem kan worden opgelost en de Tweede Kamer haar controlerende
taak kan uitvoeren?
Vraag 10
Bent u bereid het concept-rapport, al dan niet vertrouwelijk, met de Tweede Kamer
te delen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Doet de Rijksrecherche onderzoek, of gaat zij dat doen, naar aanleiding van de concept-rapportage
die het Arrondissementsparket Rotterdam van het Openbaar Ministerie wel heeft ontvangen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Is er een verband tussen de «signalen» van mogelijke corruptie, integriteitsschendingen
en samenwerking met de georganiseerde criminaliteit en uw brief van 22 augustus 2019
om de screening bij de Douane te gaan versterken? Kunt u uw antwoord toelichten?3
Vraag 13
Welke mogelijkheden ziet u om de VOG politiegegevens bij de Douane te gaan gebruiken?
Op welke plekken binnen de Douane zou u die mogelijkheden willen gaan onderzoeken?
Zou u deze vragen ook kunnen beantwoorden voor periodieke screening zoals dat bij
BOA-functionarissen en vertrouwensfuncties reeds het geval is?
Mededeling
Mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid informeer ik u dat de Kabinetsreactie
gang van zaken onderzoeken naar corruptie bij de Douane en de vragen van het lid Groothuizen
over corrupte douaniers aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Justitie
en Veiligheid met het oog op een zorgvuldige en volledige beantwoording niet binnen
de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord.
De beantwoording van deze vragen vergt nog nadere afstemming. Uiteraard is het streven
de antwoorden zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te sturen.