Vragen van het lid Slootweg (CDA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport en voor Medische Zorg over het manifest van Ieder(in) en de Vereniging Gehandicaptenzorg
Nederland over de toegang tot huisartsenzorg voor mensen met een beperking (ingezonden
2 oktober 2019).
Mededeling van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 21 oktober
2019).
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het Manifest van Ieder(in) en de Vereniging Gehandicaptenzorg
Nederland (VGN), waarin staat dat: «duizenden mensen met een beperking verstoken blijven
van noodzakelijke huisartsenzorg»?1
2
Vraag 2
Kunt u bevestigen «dat steeds meer huisartsen en huisartsenposten weigeren om algemene
medische zorg te bieden aan mensen met een beperking die zijn aangewezen op zorg vanuit
de Wet Langdurige zorg (Wlz-zorg») dan wel voor Wlz-zorg een indicatie hebben gekregen?
Vraag 3
Kunt u tevens de uitkomsten uit een onderzoek onder VGN-leden bevestigen: «dat de
huisartsenzorg in de avonden, nachten en weekeinden nu al voor zo’n 13.000 cliënten
een knelpunt is» en daarnaast «dat inmiddels al voor ruim 5.000 cliënten opzeggingen
van huisartsen zijn ontvangen»?
Vraag 4
Is in de leidraad «Algemeen medische zorg voor verstandelijk gehandicapten in VG-zorginstellingen»
van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) gesteld: «dat zorg voor cliënten die
in een Wlz-instelling of een geclusterde woonvorm verblijven niet onder het basisaanbod
van de huisarts valt», dat onder voorwaarden die zorg desgewenst wel geleverd kan
worden, maar dat voor de LHV uitgangspunt is «dat dit niet hoeft»?
Vraag 5
Erkent u dat een Arts Verstandelijk Gehandicapten (AVG) een zelfstandig specialist
is, niet is opgeleid tot huisarts en dan ook niet de algemeen medische zorg over kan
nemen van de huisarts? Vindt u ook dat in dat licht gezien de huisarts en de AVG complementair
aan elkaar zijn? Zo neen, wat is dan uw opvatting?
Vraag 6
Wat is uw oordeel over de inhoud van deze leidraad van de LHV en, in het verlengde
daarvan, over het uitgangspunt, zoals dat door de LHV is gekozen, mede gezien in het
licht van het feit dat een ieder in ons land in beginsel toegang moet hebben tot huisartsenzorg?
Vraag 7
Hoe is deze gang van zaken te rijmen met artikel 25 van het VN-verdrag inzake de rechten
van personen met een handicap én met het Programma «Onbeperkt meedoen! – implementatie
VN-verdrag inzake de rechten van mensen met een handicap»?
Vraag 8
Wat is uw oordeel over het feit dat een groeiend aantal mensen met een beperking als
gevolg van deze ontwikkeling verstoken blijft van de invulling van hun recht op noodzakelijke
huisartsenzorg?
Vraag 9
Vindt u dat de huisartsenzorg en de toegang daartoe, zeker ook voor mensen met een
beperking die zijn aangewezen op Wlz-zorg, te allen tijde gegarandeerd moet zijn?
Zo neen, waarom niet?
Vraag 10
Zo ja, wat vindt u in dat licht van de opvatting van de LHV dat de algemeen medische
zorg voor álle Wlz-cliënten die in een instelling verblijven niet tot het basisaanbod
van de huisarts(enpost) behoort?
Vraag 11
Zult u zeer binnenkort het initiatief nemen tot een overleg met de LHV over hun opvatting
en bewerkstelligen dat de toegang tot huisartsenzorg voor mensen met een beperking
die zijn aangewezen op Wlz-zorg gegarandeerd en verzekerd blijft? Zo neen, waarom
niet?
Vraag 12
Wilt u deze vragen beantwoorden uiterlijk een week voor de start van de plenaire behandeling
van de begroting van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2020 in de Tweede
Kamer?
Vraag 13
Wilt u tevens de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van uw gesprek(ken) met
de LHV en over de afgesproken stappen in dit dossier?
Mededeling
De vragen van het Kamerlid Slootweg (CDA) over de toegang tot huisartsenzorg voor
mensen met een beperking (2019Z18608) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord omdat
het beantwoorden meer tijd kost.
Ik beoog de vragen wel te beantwoorden voorafgaand aan de begrotingsbehandeling.
X Noot
2RTL-nieuws, Geen huisarts voor duizenden mensen met een beperking, 30 september 2019