Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over een
onderneming die forse winsten maakte met zorg voor ex-gedetineerden (ingezonden 29 mei
2020).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 4 september 2020). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3216.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat een bureau dat zich ontfermde over de zorg
voor ex-gedetineerden, de afgelopen jaren forse winsten heeft geboekt?1 Deelt u de verontwaardiging hierover, omdat publiek geld dat bestemd is voor zorg
en veiligheid, kennelijk heel anders terecht is gekomen?
Antwoord 1
Ja, ik ken het bericht. Ik begrijp dat dit artikel vragen kan oproepen. Daarbij wil
ik opmerken dat ik het beeld dat geschetst wordt dat het «heel normaal» is om in de
justitiële zorg megawinsten te maken niet herken. Integendeel, de verschillende branches
geven regelmatig aan dat de tarieven voor de forensische zorg te laag zijn.
De instelling die het hier betreft is een kleinschalige woonvoorziening, die niet
onder het verbod op winstoogmerk van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) valt.
Dit blijkt uit de gepubliceerde WTZi-toelating van deze instelling en heeft te maken
met het soort zorg dat geleverd wordt.
Vraag 2, 3
Hoe kan het dat niet eerder is opgemerkt door u dat er wel ongebruikelijk veel winst
behaald werd bij het bewuste zorgbureau? Had dit niet veel eerder opgemerkt moeten
en kunnen worden?
Hoe vaak is het bewuste zorgbureau de afgelopen jaren onderzocht? Wat hield dit onderzoek
in en waarom is toen niet aan het licht gekomen dat wel erg veel geld niet aan de
zorgtaken besteed werd?
Antwoord 2, 3
De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) voert jaarlijkse gesprekken met gecontracteerde
zorgaanbieders. In deze gesprekken wordt onder andere de rechtmatigheid van de gedeclareerde
zorg getoetst. De zorgaanbieder dient hiertoe verantwoordingsdocumenten te overleggen,
voorzien van een accountantsverklaring welke inzichtelijk maakt of de zorgaanbieder
heeft voldaan aan de voor dat jaar geldende regels. Deze regels zijn vastgelegd in
het Toetredingsdocument, de handleiding Bekostiging en Verantwoording, het declaratieprotocol2 en de NZa beleidsregels. De jaarlijkse gesprekken hebben ook met de betreffende zorgaanbieder
plaatsgevonden, waarin op bovengenoemde regels tot nu toe geen onregelmatigheden zijn
geconstateerd.
Naar aanleiding van de berichtgeving in de media vindt op dit moment nader onderzoek
door DJI bij de zorgaanbieder plaats. De zorgaanbieder heeft volledige medewerking
en openheid toegezegd.
Vraag 4
Wanneer verwacht u dat deze zaak tot op de bodem is uitgezocht? Kan de Kamer op de
hoogte worden gehouden van dit onderzoek en de uitkomsten?
Antwoord 4
Het onderzoek van DJI is naar verwachting in oktober afgerond. Uw Kamer zal over de
uitkomsten worden geïnformeerd.
Vraag 5
Wat zegt deze casus in algemene zin over het toezicht op instellingen die vanuit uw
ministerie geld ontvangen voor zorgtaken? Is het toezicht wel adequaat genoeg? Bent
u bereid de huidige toezichtprocedures nog eens goed tegen het licht te houden?
Antwoord 5
Vooralsnog zie ik geen aanleiding om aan deze casus algemene conclusies ten aanzien
van de geldende toezichtprocedures te verbinden. Ik wacht de resultaten van het onderzoek
van DJI af. Uiteraard zal ik bezien of de resultaten van het onderzoek aanleiding
geven tot aanscherping van de huidige toezichtprocedures.
Vraag 6
Wat zegt deze casus volgens u over het gehanteerde systeem? Zou het niet beter zijn
om dit soort veiligheids- en zorgtaken publiek te organiseren om zo gesjoemel met
geld en het uitkeren van winsten te voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen
gaat u zetten om dit te realiseren?
Antwoord 6
De keuze om forensische zorg grotendeels in te kopen bij particuliere zorgaanbieders,
kent meerdere redenen, waaronder de hier aanwezige expertise en de aansluiting op
de reguliere GGZ na afloop van de forensische titel. Ik zie naar aanleiding van deze
casus geen reden om de forensische zorg op een andere wijze te organiseren.
Zoals ik uw Kamer reeds meldde in mijn brief d.d. 26 juni 2020, wil ik wel stappen
zetten om de systematiek die nu gehanteerd wordt om forensische zorg in te kopen te
verbeteren, zodat DJI en zorgaanbieders in samenwerking tot goede afspraken komen.3