Vragen van het lid Van Meenen (D66) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht dat Doekle Terpstra voorzitter is van het nieuwe coördinatieteam ventilatie op scholen (ingezonden 20 augustus 2020).

Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 2 september 2020).

Vraag 1

Wat vindt u ervan dat de voorzitter van het coördinatieteam ventilatie op scholen tevens voorzitter is van Techniek Nederland, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel?

Antwoord 1

Ik wil benadrukken dat het Landelijk Coördinatieteam Ventilatie Scholen (hierna: LCVS) een inventariserende en ondersteunende rol heeft. Dit team gaat scholen helpen om te onderzoeken of de gebouwen voldoen aan de al bestaande eisen voor ventilatie. Het LCVS heeft geen concluderende rol, de schoolbesturen en GGD’s zijn namelijk inhoudelijk verantwoordelijk voor de eventueel te nemen acties. Met Doekle Terpstra is veel expertise beschikbaar over ventilatie en dat kunnen scholen nu goed gebruiken. De heer Terpstra neemt op persoonlijke titel het voorzitterschap van het LCVS op zich. Ik twijfel niet aan zijn integriteit. In het LCVS zit bovendien niet alleen Doekle Terpstra, maar ook de schoolbesturen, gemeentes en de GGD-GHOR.

Vraag 2

Hoe voorkomt u dat hier belangenverstrengeling optreedt?

Antwoord 2

Zie het antwoord op vraag 1.

Vraag 3

Hoe garandeert u de onafhankelijkheid van het coördinatieteam aangezien zijn voorzitter op 12 augustus in een persbericht aangeeft dat de situatie van de ventilatiesystemen op scholen ronduit alarmerend is?1

Antwoord 3

Zie het antwoord op vraag 1.

Vraag 4

Wat gebeurt er als de ventilatiesystemen van scholen ondermaats blijken te zijn maar het onduidelijk blijft of het een relevante rol speelt in de rondgang van het virus?

Antwoord 4

Op basis van de inventarisatie die er nu plaatsvindt zullen scholen al dan niet actie moeten ondernemen om ervoor te zorgen dat een ventilatiesysteem voldoet aan de geldende eisen. Ook los van het virus is het belangrijk dat een ventilatiesysteem op school daaraan voldoet. Het RIVM geeft aan dat het op dit moment onduidelijk is of aerogene verspreiding een relevante rol speelt bij de verspreiding van het virus, dat ventilatiesystemen geen rol lijken te hebben gespeeld in de epidemie en dat er geen reden is het huidige beleid aan te passen.

Vraag 5

Waar komt uiteindelijk de rekening te liggen voor het verbeteren van de ventilatiesystemen als de voorspelling van de voorzitter van het nieuwe coördinatieteam ventilatie op scholen waarheid blijkt te zijn?

Antwoord 5

Schoolbesturen zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor het op orde brengen van de ventilatie. Hiervoor ontvangen zij middelen via de lumpsum. Afhankelijk van de omvang van de aanpassingen zou het schoolbestuur ook hiervoor opgebouwde financiële reserves kunnen aanspreken. Het zou zo kunnen zijn dat voor een doelmatige en structurele oplossing een grotere ingreep in het gebouw noodzakelijk is. Het schoolbestuur kan dan in overleg met de gemeente om te bespreken wat voor die school de beste oplossing is. We zien goede voorbeelden in het land, onder meer in Amsterdam, waar gemeente en schoolbesturen dat prima hebben opgepakt.


X Noot
1

Techniek Nederland, 12 augustus 2020, «Ventilatiesysteem voldoet in veel gebouwen niet aan de eisen», https://www.technieknederland.nl/persberichten/ventilatiesysteem-voldoet-in-veel-gebouwen-niet-aan-de-eisen

Naar boven