Vragen van de leden Van Ojik (GroenLinks), Kuiken (PvdA), Jasper vanDijk (SP), Van
Toorenburg (CDA), Groothuizen (D66) en Bisschop (SGP) aan de Staatssecretaris van
Justitie en Veiligheid over het bericht dat een medewerker bij de IND door zijn leidinggevende
onder druk werd gezet om zijn eigen dossiers te herbeoordelen (ingezonden 26 september
2019).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 18 oktober
2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Klokkenluider geschorst ondanks mails die hem vrijpleiten»?1
Vraag 2
Klopt het dat uit interne mails van de IND blijkt dat de betrokken medewerker met
diens chef regelmatig heeft overlegd over «constructies» rond de beoordeling en ondertekening
van IND-beslissingen?
Vraag 3
Hoe verhoudt de inhoud van deze interne mails zich tot de conclusie van de Commissie
De Leeuw, die stelt: «Weloverwogen en gerichte aanwijzingen met betrekking tot te
nemen beslissingen (dienstopdrachten) door leidinggevenden aan medewerkers om wettelijke
voorschriften of beleidsregels te schenden, zijn de Commissie niet gebleken»?2
Vraag 4
Bent u, gelet op de strijdigheid tussen de interne mails en de conclusies van de Commissie
De Leeuw, bereid aanvullend onderzoek te laten verrichten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Hoe betrouwbaar beoordeelt u het rapport van de Commissie De Leeuw, gelet op de eerder
gepubliceerde gespreksverslagen en deze nieuwe berichtgeving?
Vraag 6
In hoeverre is er contact geweest tussen ambtenaren van het Ministerie van Justitie
en Veiligheid en de Commissie De Leeuw over de inhoud van het rapport? Indien er contact
is geweest, hoe vaak heeft dit contact plaats gevonden en wat was de inhoud van dit
contact?
Vraag 7
Kunt u garanderen dat het rapport van de Commissie De Leeuw volledig onafhankelijk
tot stand is gekomen en de Commissie volledig onafhankelijk haar werk heeft kunnen
doen, en dat er geen enkel moment sprake is geweest van een bepaalde vorm van invloed
van ambtenaren van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, dan wel van medewerkers
van de IND?
Vraag 8
Waarom heeft de IND de betrokken medewerker pas na lang aandringen de desbetreffende
mails in handen gesteld?
Vraag 9
Waarom heeft de IND niet eerder op basis van genoemde mails zelf het besluit genomen
de schorsing van de betreffende medewerker op te heffen?
Vraag 10
Hoe kan het dat de IND stelt dat het disciplinair onderzoek, ondanks de bekendheid
van voornoemde mails, niet eerder is afgerond vanwege de door de medewerker gedane
klokkenluidersmelding?
Vraag 11
Zijn de genoemde interne mails door de IND ter beschikking gesteld aan de commissie
De Leeuw, die het onderzoek deed naar de klokkenluidersmelding? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Heeft u inmiddels persoonlijk gesproken met de betrokken klokkenluider, conform uw
toezegging in het algemeen overleg vreemdelingen- en asielbeleid van 4 juli 2019?
Zo ja, wat heeft u geconcludeerd op basis van dit gesprek? Zo nee, waarom niet?
Nader antwoord
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Ojik (GroenLinks),
Kuiken (PvdA), Jasper van Dijk (SP), Van Toorenburg (CDA), Grooothuizen (D66) en Bisschop
(SGP), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiliigheid over het bericht
dat een medewerker bij de IND door zijn leidinggevende onder druk werd gezet om zijn
eigen dossiers te herbeoordelen (ingezonden 26 september 2019) niet binnen de gebruikelijke
termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is
ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.