Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de leefomstandigheden van overlevers van de genocide in Srebrenica (ingezonden 14 juli 2020).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 25 augustus 2020).

Vraag 1

Kent u het bericht «Srebrenica-weduwe Devleta zit 25 jaar later nog altijd in een kamp»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat zevenduizend overlevers van de genocide in Srebrenica nog steeds in tijdelijk opgezette kampen uit die tijd verblijven? Zo nee, wat zijn dan de feiten?

Antwoord 2

Na de oorlog van 1992–1995 was er sprake van meer dan twee miljoen Bosnische vluchtelingen en ontheemden. Volgens de Bosnische autoriteiten verblijven er momenteel nog circa 5.000 ontheemden in opvangcentra. Het is triest dat deze mensen na 25 jaar nog steeds de status van ontheemde hebben, hoewel zij het recht hebben terug te keren naar hun woonplaats.

Vraag 3

Herkent u het beeld dat de omstandigheden in de kampen voor deze overlevers ronduit slecht zijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ja, de omstandigheden in deze opvangcentra zijn niet goed. De Nederlandse ambassadeur heeft dat tijdens een bezoek aan een van de opvangcentra eind 2019 ook geconstateerd.

Vraag 4

Kunt u aangeven op welke wijze Nederland, de EU en andere organisaties de afgelopen 25 jaar hebben bijgedragen aan goede opvang van en, indien mogelijk, terugkeer voor de overlevers?

Antwoord 4

Tussen 1995–2015 heeft Nederland EUR 586 miljoen bijgedragen aan wederopbouw en ontwikkeling in Bosnië-Herzegovina, waarvan meer dan EUR 100 miljoen aan de regio Srebrenica.

Deze hulp betrof noodhulp en wederopbouwprojecten, inclusief het bouwen van woningen voor ontheemden en de terugkerende bevolking. Ook heeft Nederland bijgedragen aan macro-economisch herstel van de getroffen gebieden. Daarnaast ging de Nederlandse steun uit naar het leveren van psychosociale hulp en het opzetten van activiteiten gericht op verzoening.

De Nederlandse hulp werd gekanaliseerd via multilaterale (VN, EU, ICRC) en bilaterale kanalen (non-gouvernementele organisaties) en later via lokale organisaties, als Snaga Žene en Prijatelji Srebrenica. Deze programmamatige betrokkenheid is in 2018 beëindigd.

In 2012 is het Regional Housing Project of Bosnia and Herzegovina van start gegaan met een budget van 291 miljoen euro. De belangrijkste bijdrage levert de Europese Unie. Het project heeft tot doel 3.000 huizen te bouwen voor vluchtelingen en ontheemden. De eerste 1.300 zijn inmiddels opgeleverd.

Specifiek voor de groep ontheemden in de Bosnische opvangcentra is er het project Closure of collective centres and provision of alternative housing solutions van de ontwikkelingsbank van de Raad van Europa. Het project biedt technische assistentie voor de sluiting van de opvangcentra en de bouw van alternatieve huisvesting. In 45 gemeenten zullen 82 gebouwen worden neergezet die aan de ontheemden sociale huisvesting en zorg bieden.

De Bosnische non-gouvernementele organisatie Snaga Žene biedt psycho-sociale hulp aan bewoners van de opvangcentra.

Vraag 5

Ziet u mogelijkheden om de inspanningen voor een goed heenkomen voor de overlevers te intensiveren? Zo ja, hoe? Wilt u hieraan werken?

Antwoord 5

Nederland houdt aandacht voor de regio Srebrenica en voor de situatie van ontheemden in Bosnië-Herzegovina. Na jarenlang intensieve steun, spoort Nederland de Bosnische autoriteiten aan om te zorgen voor adequate huisvesting en -desgewenst- terugkeer van ontheemden. Zo bezocht de Nederlandse ambassadeur in Bosnië-Herzegovina in november jl. nog kamp Ježevać, waar hij sprak met de bewoners en waar hij aandacht vroeg voor de situatie in kampen bij de lokale autoriteiten.


X Noot
1

Srebrenica-weduwe Devleta zit 25 jaar later nog altijd in een kamp, https://www.ad.nl/buitenland/srebrenica-weduwe-devleta-zit-25-jaar-later-nog-altijd-in-een-kamp~a89ae330/, 11 juli 2020.

Naar boven