Vragen van de leden Hijink en Marijnissen (beiden SP) aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over het bericht «Lucratief beleggen in ouderen met dementie» (ingezonden
30 juli 2020).
Mededeling van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 18 augustus
2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Lucratief beleggen in ouderen met dementie»?1
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat veel beleggers profijt zien in de zorg voor senioren met dementie?
Wat is uw oordeel over het feit dat er rendementen van 7% of meer beloofd worden bij
investeringen in vastgoedobjecten voor opvang, verzorging en verpleging van (vermogende)
senioren? Kan volgens u een rendement van 7% gerealiseerd worden zonder te besparen
op bijvoorbeeld de kwaliteit van zorg of de ouderen extra te laten betalen voor aanvullende
pakketten?
Vraag 3
Wat is uw oordeel over de verdubbeling van het aantal particuliere aanbieders van
verpleeghuizen? Vindt u dit een positieve of negatieve ontwikkeling? Wat zegt deze
ontwikkeling over het aanbod van verpleeghuisplekken voor ouderen met een minder grote
portemonnee?
Vraag 4
Wat is uw reactie op de stelling «eigenlijk beleg je via het IMMO Zorgwoningfonds
dus indirect in zieke ouderen»? Wat is uw mening over indirect beleggen in zieke ouderen?
Is dit volgens u een effect van de marktwerking in de zorg en de hervorming van de
langdurige zorg? Zo ja, vindt u dit een wenselijk effect van deze ontwikkelingen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Wat is uw reactie op de opmerking «zorgvastgoed levert een langjarige, stabiele cashflow»?
Vraag 6
Welke risico’s ziet u als gevolg van het feit dat zorgvastgoed steeds meer in handen
van beleggers komt? Ziet u extra of andere risico’s als het buitenlandse partijen
betreft?
Vraag 7
Wat zijn de gevolgen als een particuliere aanbieder failliet gaat voor de bewoners
van die initiatieven? Vindt u dit risico acceptabel? Worden de bewoners voldoende
op de hoogte gesteld van deze risico’s?
Vraag 8
Wat is uw oordeel over de zogenaamde «sale and lease back-constructies» die erg in
trek zijn? Wat is het gevolg van een dergelijke constructie op de kwaliteit van wonen
en zorg?
Vraag 9
Staat u nog steeds achter uw uitspraak dat overnames door buitenlandse ondernemingen
incidenteel zijn? Vindt u 12,2% van het totaal «incidenteel»? Zo ja, waar ligt voor
u de grens?
Vraag 10
Eerder gaf u aan dat doorgeschoten marktwerking een ongezonde cocktail in de zorg
oplevert, vindt u dit ook een voorbeeld van doorgeschoten marktwerking? Zo ja, zou
er volgens u een einde moeten komen aan de enorme toename van het aantal particuliere
aanbieders en mensen die rijk worden door beleggingen in zorgvastgoed?2
Vraag 11
Eerder gaf u aan dat er geen specifieke regels gelden ten aanzien van overnames door
buitenlandse partijen, bent u inmiddels van mening dat deze regels er (nu) wel zouden
moeten komen?
Vraag 12
Is het correct dat inspectierapporten slechts drie jaar online staan, waarna rapporten
niet meer openbaar toegankelijk zijn? Zou het niet wenselijk zijn als inspectierapporten
langer openbaar toegankelijk zijn?
Vraag 13
Bent u van mening dat de Nederlandse Zorgautoriteit meer bevoegdheden moet hebben
om te kunnen toetsen of overnames gevolgen hebben voor de kwaliteit en de betaalbaarheid
van de zorg zelf? Zo ja, wat gaat u ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Zou geld voor de zorg volgens u ook naar de zorg moeten gaan? Gaat in de gevallen
zoals beschreven in het artikel volgens u geld dat bedoeld is voor zorg ook daadwerkelijk
naar zorg?
Vraag 15
Vindt u dat door de toename van het aantal particuliere aanbieders de tweedeling tussen
rijk en arm toeneemt? Zo ja, wat gaat u doen om deze trend te keren?
Mededeling
De vragen van de Kamerleden Hijink (SP) en Marijnissen (SP) over het bericht «Lucratief
beleggen in ouderen met dementie» (2020Z14422) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
De reden van het uitstel is dat er meer tijd nodig is om de benodigde informatie te
verzamelen.
Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.