Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over diverse berichten inzake de berichten «Duizenden ouderen wachten op verpleeghuisplek of thuiszorg», «Route naar verpleeghuis zit verstopt» en «36 huizen afbellen voor één patiënt» (ingezonden 18 september 2019).

Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 oktober 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichten: «Duizenden ouderen wachten op verpleeghuisplek of thuiszorg», «Route naar verpleeghuis zit verstopt» en «36 huizen afbellen voor één patiënt»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herkent u het beeld dat daarin naar voren komt, namelijk dat «een dramatische situatie aan het ontstaan is», dat sprake is van «een waanzinnig probleem» en dat «het piept en het kraakt»? Hoe lang mag en kan dit volgens u nog duren?

Antwoord 2

Ik ben hier ook op ingegaan in mijn brief van 23 september2 over de capaciteitsontwikkeling. Ik ben ervan doordrongen dat we voor een forse opgave staan om het zorgaanbod in de pas te laten lopen met de zorgvraag.

Vraag 3

Hoe verhouden bovenstaande door professionals uit het veld gedane uitspraken zich tot de door u zelf in de begroting van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2020 verwoorde missie van een: «toegankelijke en betaalbare zorg die merkbaar beter wordt voor mensen, nu en in de toekomst»? Is daar volgens u nu sprake van?3

Die missie onderschrijf ik volledig. Tegelijkertijd staan we de komende jaren voor een forse opgave om voldoende zorgaanbod te creëren dat voldoet aan de toekomstige vraag en van goede kwaliteit is. Dat vergt een goede samenwerking tussen alle betrokken partijen, onder meer: gemeenten, zorgaanbieders, zorgkantoren, verzekeraars, corporaties en geldverstrekkers.

Vraag 4

Hoeveel mensen (met indicatie) wachten nu op een plek in een verpleeghuis in de buurt? Hoeveel mensen (met indicatie) wachten op thuiszorg?

Antwoord 4

Mensen vinden het belangrijk dat zij een plek kunnen krijgen in een verpleeghuis dat op korte (reis)afstand ligt ten opzichte van het thuisadres. Het zorgkantoor houdt zo veel als mogelijk rekening met voorkeur van de cliënt bij de zorgbemiddeling. Op de site van het zorginstituut https://www.istandaarden.nl/wachtlijsten staan overzichten van de wachtenden per instelling/locatie. Deze overzichten zijn gebaseerd op de voorkeur die de cliënt kenbaar heeft gemaakt. Het aantal mensen (met indicatie) dat wacht op thuiszorg kan ik niet expliciteren, omdat de Wlz-indicatie is gesteld in zorgprofielen en geen onderscheid meer maakt tussen intramuraal en extramuraal.

Vraag 5

Wat zegt u tegen mensen en hun naasten, die in een rijk land als het onze niet in een verpleeghuis (in de buurt) terecht kunnen en voor wie thuiszorg ook niet (tijdig) beschikbaar is terwijl dat wel zou moeten?

Antwoord 5

Het is van het allergrootste belang dat er voldoende geschikte plekken beschikbaar zijn. Gelukkig lukt het in een groot deel van de gevallen ook om iemand snel op een geschikte plek te krijgen. Helaas lukt dit niet altijd en dat is heel vervelend voor de betrokkenen. Soms is er sprake van spoed waardoor er niet meteen een plek in de instelling van voorkeur beschikbaar is. Of mensen willen per se op een (kleinschalige) locatie terechtkomen waarvoor een lange wachtlijst is. Ik zie ook dat in sommige gevallen mensen niet goed op de hoogte zijn van wat het zorgkantoor voor hen kan betekenen. Namelijk actieve zorgbemiddeling. Ik wil dat de zorgkantoren nog zichtbaarder worden voor cliënten en zorgverleners zodat zij snel de weg naar het zorgkantoor kunnen vinden.

Vraag 6

Voelt u zich ervoor verantwoordelijk dat mensen die zorg nodig hebben die ook krijgen? Op welke wijze gaat u ervoor zorgen dat mensen die hun hele leven premie hebben betaald de zorg krijgen die ze nu nodig hebben?

Vraag 7

Denkt u dat alle (actie-)plannen, waarbij vooral andere spelers in het zorgveld worden aangesproken, in dezen (en al helemaal op de korte termijn terwijl nu al van grote problemen sprake is) voldoende soelaas (gaan) bieden? Bent u bereid meer de regie te nemen in het vinden van een oplossing?

Vraag 8

Bent u bereid tot het treffen van extra, concrete, maatregelen c.q. het uittrekken van extra geld zodat tijdig en voldoende «zorg thuis» kan worden geboden?

Vraag 9

Waarom gebruikt u de onderbenutting op de begroting van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (waarvan inmiddels deze hele kabinetsperiode al sprake is) daar niet voor?

Vraag Antwoord 6, 7, 8 en 9

Ik voel me in hoge mate verantwoordelijk voor de toegankelijkheid van de langdurige zorg. Om de toegankelijkheid te kunnen garanderen heb ik alle betrokken partijen nodig. Dat heb ik ook kenbaar gemaakt tijdens het debat van 25 september over Langer Thuis. Voor de verdere beantwoording op deze vragen verwijs ik naar mijn brief die ik zal sturen vóór de begrotingsbehandeling. Daarin geef ik een toelichting op de maatregelen ik reeds uitvoer en zal ik motiveren welke aanvullende maatregelen volgens mij nodig zijn.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Bergkamp (D66), ingezonden 13 september 2019 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 373).

Naar boven