Vragen van de leden Alkaya en Leijten (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Financiën (Toeslagen en Douane) over de Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag en de verdwenen dossiers (ingezonden 6 juli 2020).

Mededeling van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën, Toeslagen en Douane) (ontvangen 22 juli 2020).

Vraag 1

Kunt u limitatief aangeven wie er zit in het Strategisch Crisis Team (SCT) dat tweemaal per week bijeen komt?1

Vraag 2

Is het mogelijk om de Kamer te informeren over wat daar besproken en besloten wordt, bijvoorbeeld door verslagen te voegen bij de voortgangsrapportages kinderopvangtoeslag? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Wanneer reageert u op het verzoek van het ouderpanel tot het instellen van een studiefonds voor kinderen die door de toeslagenaffaire schade hebben opgelopen?

Vraag 4

Erkent u dat een reactie op deze zeer pijnlijke brief van de ouders, met verslag van wat de kinderen meemaakten, van een gedegen inhoudelijk antwoord dient te worden voorzien? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 5

Erkent u dat de samenwerking met gemeenten niet mag betekenen dat de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) haar verantwoordelijkheid afschuift op gemeenten? Zo ja, hoe ziet u de verantwoordelijkheidsverdeling voor zich? Hoe wordt voorkomen dat mensen wederom van het kastje naar de muur worden gestuurd en op deze wijze op geen enkele manier hun vertrouwen terugwinnen in de overheid?

Vraag 6

Kunt u aangeven hoe uitvoering wordt gegeven aan de aangenomen motie Leijten, waarin is vastgelegd dat in het afhandelingsproces altijd eerst de ouders hun verhaal mogen doen, voordat zij geconfronteerd worden met de feiten die de UHT heeft «vastgesteld»? Is het nu al de praktijk dat de tijd wordt genomen om het hele verhaal van ouders te horen?2

Vraag 7

Klopt het dat u voor de eerste ervaringen met een «testgroep» werkt? Zo ja, hoeveel ouders zitten daarin en hoe wordt de «testgroep» geëvalueerd? Door wie en met welke verslaglegging?

Vraag 8

Erkent u dat er niet opnieuw een valse start kan worden gemaakt – die is er immers al geweest – en dat de werkwijze bij de eerste testgroep direct goed moet zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 9

Zijn u, het SCT en de UHT zich er terdege van bewust dat de werkwijze écht andersom moet; in die zin dat ouders centraal moeten staan, hun behoeften en vragen en niet het proces van de UHT? Kunt u toelichten hoe dit overgebracht wordt aan contactpersonen of persoonlijk zaakwaarnemers?

Vraag 10

Hoe kan het dat meerdere ouders contactpersoon hadden gekregen en nu geconfronteerd worden met nieuwe zaakwaarnemers? Wat is daar precies de reden van?

Vraag 11

Kunt u uitleggen hoe er met ouders wordt omgegaan waarbij wordt gezegd «een deel van uw situatie is CAF11-gelijk, maar een deel ook niet»? Is het mogelijk dat ouders doordat ze in een CAF-onderzoek zijn beland, ze ook voor de jaren daarvóór zijn aangepakt? Zo nee, hoe is deze samenloop dan verklaarbaar?

Vraag 12

Wordt voor 57 bezwaren in de CAF 11-groep een juiste beslistermijn volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gehanteerd als zij in mei bezwaar maakten en pas eind van deze zomer een besluit krijgen? Zo nee, hoe wordt omgegaan met de wachttijd?

Vraag 13

Wat hield de nabetaling van de CAF 11-groep in april precies in? Op basis waarvan is de nabetaling vastgesteld?

Vraag 14

Zijn er stukken ontvangen van ouders uit de CAF 11-groep die een onderbouwing gaven van de schade om aan te tonen dat de toegekende schadevergoeding van december 2019 niet toereikend was? Zo ja, is er na ontvangst van de stukken met de gedupeerden gezamenlijk bezien of er tot een oplossing kon worden gekomen?

Vraag 15

Klopt het dat een deel van deze groep gerappelleerd heeft met verzoek om duidelijkheid omtrent de definitieve beslissing? Zo ja, hoe is dat rappel ontstaan en hoe is daarop geantwoord?

Vraag 16

Klopt het dat deze werkwijze voor de CAF 11-groep zal betekenen dat er meerdere besluiten in de afwikkeling worden genomen, waarmee in strijd wordt gehandeld met de wens van de Kamer om in één keer alles onderdelen af te ronden en procederen en bezwaarprocedures te vermijden?

Vraag 17

Kunt u verklaren dat de toekenning van compensatie opzet/grove schuld (O/GS-compensatie) eerder op 80 miljoen euro werd geraamd, maar in de voortgangsrapportage op 20 miljoen euro uitkomt? Kunt u een cijfermatige toelichting geven?

Vraag 18

Kunt u – per regel – aangeven hoe de aantallen in tabel 1 tot stand zijn gekomen ten opzichte van eerdere ramingen zoals vermeld in uw brief van 13 maart 2020 en gemeld bij behandeling van de Wet hardheidsaanpassing Awir?

Vraag 19

Kunt u tevens de verschillen – per regel – van tabel 1 verklaren, ten opzichte van de eerdere twee ramingen? Welke inzichten spelen hier een rol?

Vraag 20

Kunt u aangeven hoe in regel 3 een verdeling wordt gemaakt voor mensen waarvan verwacht wordt dat ze een persoonlijke betalingsregeling krijgen en zij die vallen onder de compensatie O/GS?

Vraag 21

Waarom moeten de kaders voor terecht of onterecht O/GS nog worden opgesteld? Waarom was dit niet in beeld bij de vormgeving van het amendement Leijten c.s. over een O/GS-tegemoetkoming?3

Vraag 22

Wordt bij de kaders de notitie van 5 november 2019 over O/GS gehanteerd? Zo nee, waarom niet?4

Vraag 23

Erkent u dat als te beperkt wordt erkend dat de werking van O/GS desastreus uitwerkte voor ouders, u dan in strijd handelt met uitspraken van de Raad van State?5

Vraag 24

Bent u bereid de kaders te laten toetsen door juristen die de kaders langs de juridische uitspraken kunnen leggen en de Kamer hierover actief te informeren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 25

Welke fouten zijn er gemaakt in de voorselectie die de UHT en Belastingdienst/Toeslagen hebben aangeleverd bij de Commissie van Wijzen? Waar zien deze fouten precies op?

Vraag 26

Beseft u dat het degelijk beantwoorden van vraag 25 echt van belang is voor het vertrouwen in het verdere verloop? En onderschrijft u dat als nu duidelijk is wat er misgaat het van belang is dat dit gedeeld wordt teneinde nieuwe fouten te voorkomen?

Vraag 27

Kunt u aangeven wie de opzet en de werking van de UHT zal doorlichten en met welke onderzoeksvragen?

Vraag 28

Kunt u verklaren waarom binnen vier maanden na het aankondigen van de UHT het nodig is om een extern onderzoek te laten doen naar de opzet en de werking van die organisatie? Wat is er misgegaan bij de opzet? Is er sprake van tunnelvisie of verkeerde bemensing? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

Vraag 29

Kunt u aangeven op basis van welke informatie zal worden vastgesteld of iemand in een bepaalde categorie valt en hoe ouders deze documentatie ook krijgen, conform amendement Omtzigt/Leijten? 6

Vraag 30

Hoe zit het met wachtgeld voor mensen die hun dossier al maanden geleden hebben opgevraagd en waarvoor het samenstellen van de dossiers pas half augustus wordt hervat?

Vraag 31

Kunt u begrijpen dat wij niet begrijpen hoe ouders beoordeeld kunnen worden zonder dat het dossier is samengesteld? Kunt u proberen ons te overtuigen dat het beoordelen kan zonder de beschikking te hebben over het hele dossier?

Vraag 32

Hoe is mogelijk dat naar aanleiding van het onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) nieuwe relevante queryverzoeken zijn gevonden? Hoe is dit gelopen? Vond de AP deze query’s? Zo nee, wie vond die query’s dan wel en hoe zijn ze boven water gekomen? Kunt u een uitgebreide reconstructie geven?

Vraag 33

Wanneer precies is ontdekt dat «een gespecificeerd deel van het archief» dat betrekking heeft op 9000 beroepsdossiers is vernietigd?

Vraag 34

Was het ten tijde van de onderzoeken van de ADR en de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen al bekend dat de 9000 beroepsdossiers waren vernietigd?

Vraag 35

Wie heeft ontdekt dat de dsossiers zijn vernietigd?

Vraag 36

Wat betekent «een gespecificeerd deel»? Kunt u toelichten of dit dossiers betrof die een bepaalde specificatie of toekenning hebben gehad waardoor ze opgeslagen zijn op de selectielijst van Belastingen?

Vraag 37

Op welke specifieke selectielijst van Belastingen waren deze 9000 «per ongeluk» opgeslagen?

Vraag 38

Wie of welk team binnen Toeslagen of Belastingdienst heeft dit «gespecificeerd deel» opgeslagen op de betreffende selectielijst?

Vraag 39

Wie gaat over tot het vernietigen van dossiers die op een selectielijst staan?

Vraag 40

Hoe veel verschillende selectielijsten bestaan er waarin dossiers van mensen worden opgeslagen? Kunt u dit gelimiteerd aangeven voor Toeslagen en voor Belastingdienst?

Vraag 41

Kunt u verklaren hoe het kan dat u tijdens de behandeling van de Wet hardheidsaanpassing Awir vele malen onderstreepte dat de regeling en het herstelproces «ruimhartig» moet zijn en dat in de Tweede Voortgangsrapportage géén één keer het woord «ruimhartig» is terug te vinden?

Vraag 42

Klopt het dat de AP ook kan besluiten om een rapport – zeker op aandringen van degene die onderzocht is – niet openbaar te maken? Zo ja, zult u voorkomen dat het onderzoek naar etnisch profileren bij de Belastingdienst en Belastingdienst/Toeslagen in de la verdwijnt?7

Mededeling

De vragen van het lid Omtzigt (CDA) over 9000 dossiers die onterecht vernietigd zijn (ingezonden 6 juli 2020) en van de leden Alkaya en Leijten (SP) over de Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag en de verdwenen dossiers (ingezonden 6 juli) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoord worden. Er is meer tijd nodig voor het verzamelen van informatie en afstemming. Ik streef ernaar om de antwoorden voor het einde van het zomerreces naar uw Kamer te sturen.


X Noot
1

Tweede Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag, 2 juli 2020; uw kenmerk 2020-0000122873

X Noot
2

Kamerstuk 35 468, nr. 29

X Noot
3

Kamerstuk 35 468, nr. 20

X Noot
5

Uitspraken van de Raad van State:

ECLI:NL:RVS:2019:1333 (24 april 2019)

ECLI:NL:RVS:2019:3535 en ECLI:NL:RVS:2019:3601 (23 oktober 2019)

X Noot
6

Kamerstuk 35 468, nr. 37

Naar boven