Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het faillissement van hulpmiddelenleverancier HMC (ingezonden 6 april 2020).

Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 juli 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het uitgesproken faillissement van het Hulpmiddelencentrum (HMC), de grootste leverancier van hulpmiddelen in Nederland?1

Antwoord 1

Ja, ik heb kennisgenomen van dit faillissement.

Vraag 2, 3, 4, 5, 6

Bent u het ermee eens dat voorkomen moet worden dat mensen die (mede) afhankelijk zijn van hulpmiddelen (50.000 mensen maken gebruik van hulpmiddelen van HMC) niet de dupe mogen worden van dit faillissement?

Welke mogelijkheden ziet u om dat tegen te gaan? Kunt u bijvoorbeeld borgen dat hulpmiddelen en -materiaal, welke bij HMC «in depot staat» en waarvoor door gemeenten reeds betaald is, beschikbaar blijven voor gemeenten respectievelijk cliënten?

Vindt u dat gemeenten de mogelijkheid moeten hebben om per direct afspraken te maken met alternatieve leveranciers en kunnen zij daarbij op uw steun rekenen?

Op welke (andere) wijze kunnen gemeenten rekenen op steun van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in dezen om te voorkomen dat kwetsbare cliënten de dupe worden? Zo ja, waaruit bestaat die?

Wilt u, rekening houdend met de drukke werkzaamheden van u en uw medewerkers, deze vragen met spoed beantwoorden?

Antwoord 2, 3, 4, 5, 6

Ik ben het ermee eens dat cliënten niet de dupe mogen worden van het faillissement van deze leverancier van hulpmiddelen. Alle betrokken partijen delen het uitgangspunt dat de continuïteit van zorg aan cliënten niet in het gedrang mag komen. Vanaf het moment dat het faillissement werd uitgesproken, hebben deze partijen (de curatoren, het Hulpmiddelencentrum, VNG, Ieder(in) en VWS) zich hier sterk voor gemaakt. Zo is de insteek geweest dat de door het HMC geleverde hulpmiddelen die bij cliënten thuis staan, daar ook blijven en dat levering, reparatie en onderhoud van hulpmiddelen doorgang moest vinden.

De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) heeft na de faillietverklaring een boedelkrediet voor een periode van elf weken verstrekt. In die periode kon het Hulpmiddelencentrum de dienstverlening continueren waardoor cliënten zo min mogelijk hinder hebben ondervonden van het faillissement. In de situaties waarin HMC niet in staat was de vereiste hulpmiddelenzorg te bieden, maakten gemeenten afspraken met andere hulpmiddelenleveranciers. Enkele gemeenten hadden al eerder afspraken gemaakt met een andere partij vanwege de haperende dienstverlening door het Hulpmiddelencentrum. De VNG is bij dit gehele traject nauw betrokken geweest en heeft gemeenten ook kunnen ondersteunen bij de vragen en zorgen die bij hen leefden over de ontstane situatie. Ik sta in nauw contact met de VNG. De algemene communicatie richting cliënten is met Ieder(in) afgestemd.

Binnen de periode van elf weken hebben de curatoren een overnamekandidaat gevonden. Kersten Hulpmiddelenspecialist realiseert een doorstart en heeft de beschikking over het overgrote deel van de hulpmiddelen van het Hulpmiddelencentrum verkregen. Het merendeel van de gemeenten (circa 85%) die voorheen een contract hadden met het Hulpmiddelencentrum, hebben aangegeven deze partij te willen contracteren. De gemeenten die dat niet wilden, zetten hun dienstverlening voort bij een door hen reeds gecontracteerde hulpmiddelenleverancier of bevinden zich in een transitiefase naar een andere nieuwe leverancier. Het is belangrijk dat het gezamenlijk gedeelde uitgangspunt van continuïteit van zorg ook in de praktijk is gerealiseerd, nu iedere gemeente tenminste één hulpmiddelenleverancier heeft gecontracteerd.


X Noot
1

Hulpmiddelencentrum, 3 april 2020, «Laatste nieuws 3 april: Hulpmiddelencentrum failliet verklaard» (https://www.hulpmiddelencentrum.nl/laatste-nieuws).

Naar boven