Vragen van het lid Geluk-Poortvliet (CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de uitvoering van het Unesco Haags Verdrag en het gebruik van het blauw-witte schildje (ingezonden 23 juni 2020).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 8 juli 2020).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het advies van de Nederlandse Unesco Commissie, «Een wapen in vredestijd», over de uitvoering van het Unesco Haags Verdrag en het gebruik van het blauw-witte schildje?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Onderschrijft u de conclusie van het advies, dat de overheid op dit moment niet genoeg doet om cultureel erfgoed veilig te stellen tegen de voorzienbare gevolgen van een gewapend conflict, conform de afspraken in het Haags Verdrag van 1954 inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict en de bijhorende protocollen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ik ben dankbaar voor de aandacht die de Nederlandse Unesco Commissie vraagt voor dit belangrijke onderwerp. In mijn beleid heb ik veel aandacht voor het beschermen van cultureel erfgoed dat kan worden blootgesteld aan diverse risico’s die schade kunnen veroorzaken. Denk aan een natuurramp zoals een overstroming of een bosbrand, maar ook menselijk handelen levert risico op: opzettelijk, zoals vernieling in oorlogstijd, bij vandalisme, door cybercriminaliteit of door terroristische aanslagen of onbedoeld zoals massatoerisme of een grote brand door werkzaamheden. Ik ga het advies van de Nederlandse Unesco Commissie, de conclusies en aanbevelingen nader bestuderen en zal daar in het voorjaar van 2021 op reageren.

Vraag 3

Onderkent u dat het ontbreekt aan praktische kennis om het verdrag – en in het bijzonder afspraken over beschermingsmaatregelen – adequaat naar de praktijk te vertalen, waardoor belangwekkend erfgoed onnodig kwetsbaar is bij daadwerkelijke dreiging?

Antwoord 3

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) beschikt over het specialisme veiligheidszorg voor erfgoed. De nadruk ligt op de inzet van preventiemaatregelen. Kennis en informatie hierover is beschikbaar bij de RCE voor beheerders, eigenaren en andere betrokkenen bij het erfgoed. De dienst verzorgt o.a. publicaties en symposia over het onderwerp. De RCE heeft daarnaast ook een incidententeam dat eigenaren van rijksmonumenten van advies voorziet wanneer schade is opgetreden na een incident. Bij de Nederlandse Unesco Werelderfgoederen is in de nieuwe managementplannen van de sites aandacht voor de voorbereiding op risico’s die het erfgoed kan treffen.

Vraag 4, 5 en 6

Hoe is het toezicht geregeld op het gebruik van het blauw-witte schildje, het internationale kenteken voor belangwekkend erfgoed dat in oorlogstijd ontzien moet worden?

Klopt het dat cruciale gebouwen en collecties niet zijn opgenomen in het register met cultuurgoederen die onder het verdrag vallen? Zo ja, hoe is dat te verklaren?

Welke stappen zet u om het register met cultuurgoederen die onder het verdrag vallen te actualiseren?

Antwoord 4, 5 en 6

De RCE houdt de administratie van het Internationaal Kenteken (blauw-witte schildje) bij in het Rijksmonumentenregister. Hierin is aangetekend wanneer een monument beschermd is onder de werking van het Haags Verdrag en een blauw wit schildje mag dragen. De laatste actualisatie van het register is van omstreeks 2000.

Op het gebruik van het blauw-witte schildje en het toezicht daarop wil ik in mijn eerder genoemde reactie terugkomen.

Vraag 7

Onderkent u dat van cybercriminaliteit (zoals ransomware-aanvallen en hacks), terroristische aanslagen en natuurrampen (zoals overstromingen) reële dreigingen uitgaan voor culturele goederen? Zo ja, op welke wijze geeft u daaraan vorm in het beleid voor de bescherming van cultureel erfgoed?

Antwoord 7

Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 8

Bent u bereid in overleg te treden met gemeenten, provincies, erfgoedbeheerders en veiligheidsregio’s om ook op lokaal niveau adequate beschermingsmaatregelen te treffen?

Antwoord 8

Gemeenten, provincies, erfgoedbeheerders en veiligheidsregio’s zijn belangrijke partijen bij de bescherming van het erfgoed. Het Ministerie van OCW agendeerde dit onderwerp al in overleggen met medeoverheden. Met name de samenwerking met de veiligheidsregio’s is cruciaal. De RCE heeft met een aantal veiligheidsregio’s overleg over de bescherming van het cultureel erfgoed. De RCE werkt ook met erfgoedbeheerders samen om hen bewust te maken van de mogelijke risico’s die er voor het erfgoed zijn.

Vraag 9

Welke maatregelen neemt u om betere samenwerking tussen de culturele sector en de veiligheidssector te bevorderen?

Antwoord 9

De RCE is voorzitter van de landelijke netwerkgroep «Brandweer – cultureel erfgoed». Daaraan nemen deel een aantal veiligheidsregio’s, het Instituut Fysieke Veiligheid en een aantal erfgoedorganisaties, waaronder de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed en de Koninklijke Bibliotheek. Met deze netwerkgroep organiseert de RCE het jaarlijkse symposium over brand en erfgoed.

Vraag 10

Bent u bereid stappen te zetten om de bescherming van cultureel erfgoed beter en coherent te verankeren in de regionale risicoprofielen en beleid over omgevingsveiligheid?

Antwoord 10

De verankering van het cultureel erfgoed in regionale risicoprofielen streef ik na. Om hier invulling aan te geven zou de RCE dit jaar met de Nederlandse Unesco Commissie een verkennende expertmeeting met en voor de veiligheidsregio’s organiseren over de bescherming van erfgoed. Bij een symposium over «crisis en erfgoed» zouden de erfgoedsector en veiligheidsregio’s zijn uitgenodigd en/of een rol op zich nemen. Beide activiteiten zijn verschoven naar een later moment vanwege de coronacrisis.

Naar boven