Vragen van het lid Buitenweg (GroenLinks) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het gebruik van kunstmatige intelligentie in zedenzaken (ingezonden 20 september 2019).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 14 oktober 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht over onderzoekers van de Universiteit Maastricht die een chatbot hebben ontwikkeld voor slachtoffers van aanranding, verkrachting of andere vormen van seksuele intimidatie?1

Vraag 2

Acht u het mogelijk dat de overheid gebruik gaat maken van een dergelijke chatbot voor het helpen van slachtoffers van seksueel geweld?

Vraag 3

Klopt het dat deze chatbot draait op een algoritme dat emoties van burgers interpreteert? Zo ja, wat vindt u ervan als de overheid met algoritmes gaat werken die emoties analyseren?

Vraag 4

Welke data zijn gebruikt om het algoritme te ontwikkelen? Zijn dat data van Nederlandse meldingen? Waren de indieners van de gebruikte meldingen ervan op de hoogte dat deze gebruikt konden worden voor het ontwikkelen van een algoritme?

Vraag 5

Welk juridisch en ethisch kader is op een dergelijke bot van toepassing? Vindt u dat dit huidige kader voldoet? Zo nee, waarom niet en welke voorwaarden bent u voornemens aan dit soort bots te stellen?

Vraag 6

Wie is er verantwoordelijk wanneer een dergelijke bot een fout zou maken in de beoordeling van een melding?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Buitenweg (GroenLinks), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het gebruik van kunstmatige intelligentie in zedenzaken (ingezonden 20 september 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Het Financieele Dagblad, 18 september 2019, «Nederlandse #MeToo-chatbot biedt misbruikslachtoffers luisterend oor»

Naar boven