Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de persvrijheid op Curaçao (ingezonden 18 mei 2020).

Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (ontvangen 24 juni 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2833.

Vraag 1, 2, 3

Wat is uw reactie op klachten van journalisten over de beperking van de persvrijheid op Curaçao in coronatijd?1

Deelt u de opvatting dat juist in tijden van crisis de vrije media een belangrijke controlerende taak hebben?

Deelt u de opvatting dat dit moet gelden voor alle landen van het Koninkrijk en dus ook voor het land Curaçao?

Antwoord 1, 2, 3

Zoals u eerder medegedeeld in beantwoording op de Kamervragen op 19 mei 2020 over de persvrijheid op Aruba, is het juist in een moeilijke periode als deze van belang dat burgers zowel door de overheid als door onafhankelijke journalisten geïnformeerd kunnen worden over ontwikkelingen in hun omgeving. Dat geldt voor alle landen in ons Koninkrijk. Journalisten informeren de inwoners over de laatste ontwikkelingen rond het coronavirus en zijn als journalistieke waakhond cruciaal voor het functioneren van de democratie. Dat moet ondanks de crisis door kunnen gaan. Zonder over de casuïstiek te oordelen, vind ik dat er ook tijdens de crisis ruimte moet zijn voor de informerende en controlerende rol van journalisten.

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat de financiële steun aan Curaçao gepaard mag gaan met eisen aan de persvrijheid?

Antwoord 4

In mijn brief van 22 mei 2020 over aanvullende financiële steun aan Curaçao en Sint-Maarten in verband met COVID-19, zijn voor Curaçao voorwaarden opgenomen die zich voornamelijk richten op de financiële sector. De voorwaarden zijn gericht op effect en op voorhand niet limitatief vastgesteld. Per tranche van de liquiditeitssteun wordt besloten over de voorwaarden, die ook buiten de financiële sector kunnen liggen. In het plenaire debat met uw Kamer van 20 mei jl. over de incidentele suppletoire begroting inzake liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint Maarten heb ik dit uiteengezet en aangegeven bereid te zijn met een brede blik naar de voorwaarden te kijken.

Vraag 5

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór het debat op woensdag 20 mei over financiële steun aan Curaçao?

Antwoord 5

Beantwoording binnen een tweetal dagen is niet gelukt gelet op de zorgvuldigheid die ik voorsta in de beantwoording en de in dat kader benodigde afstemming. Op 19 mei jl. heb ik uw Kamer hierover geïnformeerd.

Naar boven