Vragen van de leden Schonis (D66) en Postma (CDA) aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over het artikel «Binnenring A10 Oost weer vrijgegeven na beschadiging
spoorviaduct» (ingezonden 25 mei 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
22 juni 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Binnenring A10 Oost weer vrijgegeven na beschadiging
spoorviaduct»?1
Vraag 2
Was de gebrekkige staat van dit spoorviaduct bekend bij Rijkswaterstaat?
Antwoord 2
Bij dit incident gaat het om het loslaten van wandplaten die in opdracht van Rijkswaterstaat,
en in afstemming met ProRail, aan het spoorviaduct zijn bevestigd. Deze wandplaten
hebben geen constructieve functie en het spoorviaduct is veilig te gebruiken. De wandplaten
zijn in principe onderhoudsvrij. Dat de bevestigingspunten van de voorzetwanden het
hebben begeven was onverwacht. Wat we hier van leren is dat de constructie van deze
wandplaten in de afgelopen jaren wel geïnspecteerd had moeten worden. De bevestiging
van de platen wordt opgenomen in een inspectieprogramma.
Vraag 3
Wanneer is voor het laatst onderhoud gepleegd aan dit spoorviaduct?
Antwoord 3
Het spoorviaduct zelf is in eigendom en in beheer van ProRail en is voor het laatst
in 2019 geinspecteerd door ProRail. Er is de afgelopen jaren geen onderhoud uitgevoerd.
Uit de inspecties bleek dat constructief onderhoud niet noodzakelijk was. De wandplaten
zijn aangebracht door Rijkswaterstaat en in principe onderhoudsvrij.
Vraag 4
Kunt u aangeven wanneer de resultaten worden verwacht van het onderzoek door Rijkswaterstaat
naar de oorzaak van de beschadiging?
Antwoord 4
Het onderzoek is inmiddels afgerond. Uit dit onderzoek blijkt dat het geen constructief
probleem was maar een montagefout. Dat wil zeggen dat de platen die zijn gevallen
niet goed waren bevestigd. De overige platen zijn geïnspecteerd waarbij de hoeken
van de resterende wandplaten kwetsbaar bleken. Hierop is besloten om de betreffende
platen met extra bevestigingsmateriaal (zekeringsconstructie) vast te zetten, waarmee
het risico weggenomen is.
Vraag 5
Wat is de huidige onderhoudsstaat van andere, vergelijkbare, bruggen, wegen en viaducten
in Nederland?
Antwoord 5
Er is onderzocht of dit risico zich voor kan doen bij andere (spoor)viaducten of gelijksoortige
constructies. Hieruit blijkt dat bij de vergelijkbare constructies met voorzetwanden
bij Rijkwaterstaat en ProRail vanuit de inspectieprogramma’s één geval bekend is waaraan
later dit jaar, zoals gepland, onderhoud uitgevoerd moet worden.
Vraag 6
Is bij u bekend of op dit moment meer wegen of kunstwerken met veiligheidsrisico's
te kampen hebben.
Antwoord 6
De bruggen en viaducten in beheer bij het Rijk worden regelmatig geïnspecteerd en
onderhouden. Rijkswaterstaat en ProRail nemen ook altijd actie als de veiligheid in
het geding is. Desondanks is definitief herstel soms niet direct mogelijk en worden
er beheersmaatregelen genomen, zoals het beperken van het gebruik.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het voor de verkeersveiligheid van cruciaal belang is dat het
onderhoud van wegen en kunstwerken in orde dient te zijn? Zo ja, hoe waarborgt u een
goede en veilige staat van Nederlandse wegen en kunstwerken?
Antwoord 7
Deze mening deel ik. Om hiervoor te zorgen hebben Rijkswaterstaat en ProRail een uitgebreid
inspectieprogramma voor (spoor)wegen en kunstwerken, zodat de middelen voor instandhouding
op de juiste plekken besteed worden.
Vraag 8
Is de onderhoudsachterstand aan bruggen en sluizen, die de Algemene Rekenkamer in
2019 heeft gesignaleerd, inmiddels ingehaald?
Antwoord 8
Zoals u in de jaarverantwoording heeft kunnen lezen is het volume aan uitgesteld onderhoud
afgelopen jaar wederom toegenomen. N.a.v. vragen van uw Kamer hierover heb ik aangegeven
dat ik de ontwikkeling van het volume aan uitgesteld onderhoud zal meenemen in de
bredere vraagstuk over de toekomstige opgave voor de instandhouding van de Rijksinfrastructuur.