Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Dreiging extreemrechts «grote blinde vlek»» en het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 52 (ingezonden 29 mei 2020).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 juni 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Dreiging extreemrechts is een «grote blinde vlek»?1

Vraag 2

Hoe duidt u de zorgen van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), tevens weergegeven in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN), dat rechts-extremisme wereldwijd een opleving kent? Deelt u de stelling dat de toenemende populariteit van rechts-extremisme in Nederland een «blinde vlek» is? Zo ja, hoe duidt u dit? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

In hoeverre bent u het eens met de uitspraak «rechts-extremisme (...) is absoluut mainstream geworden», ten opzichte van, zoals in het artikel gesteld, ongeveer 20 jaar geleden?

Vraag 4

Welke factoren zijn volgens u aan te wijzen als oorzaken voor de opleving van rechts-extremisme in Nederland?

Vraag 5

In hoeverre heeft u in beeld hoe het landschap van verschillende rechts-extremistische netwerken in Nederland eruit ziet? Kunt u aangeven hoe groot deze groepen zijn en hoe actief deze zijn, zowel offline als online?

Vraag 6

Op welke wijze wordt actief beleid gevoerd op het in beeld krijgen van de rechts-extremistische stroming in Nederland? Hoe wordt deze opleving tegengegaan?

Vraag 7

Hoe duidt u de uiting dat er weinig internationale samenwerking tegen de rechts-extremistische dreiging bestaat? Kunt u aangeven op welke manier dit in Europees verband wordt aangepakt? Ziet u ruimte voor Nederland om zich in EU-verband in te spannen om te komen tot een meer integrale Europese aanpak van rechts-extremistisch gedachtegoed?

Vraag 8

Zou u het risico op een aanslag uit rechts-extremistische hoek inmiddels groter beschouwen dan een aanslag uit jihadistische hoek? Waarom wel of waarom niet?

Vraag 9

Kunt u, zoals in het meest recente DTN een opsomming wordt gegeven van jihadistische incidenten en arrestaties, tevens een opsomming bieden met incidenten en arrestaties gerelateerd aan extreemrechts?

Vraag 10

Kunt u, naar aanleiding van de stelling in het meest recente DTN dat veroordeelde jihadisten na hun vrijlating vaak weer terugkeren in jihadistische netwerken, toelichten hoe vaak dit is voorgekomen? Op welke wijze worden deze figuren gemonitord?

Vraag 11

Hoe duidt u de volgens het DTN polarisatie voedende excessen rondom de boerenprotesten, zoals het Farmers Defence Force dat zich richt tegen boeren die zich laten uitkopen door de overheid en zelfs stelt dat er afgerekend moet worden met de «zwakke schakels»? Welke acties onderneemt u reeds om deze polarisatie tegen te gaan? In hoeverre zijn deze acties effectief en waarom?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Sjoerdsma (D66), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Dreiging extreemrechts «grote blinde vlek»» en het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 52 (ingezonden 29 mei 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.


X Noot
1

Nos.nl, 8 mei 2020

Naar boven