Vragen van de leden Markuszower en Wilders (beiden PVV) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Financiën, en van Justitie en Veiligheid over het bericht dat vier van de vijf gemeenten niet weten of «tijdens de Tweede Wereldoorlog Joods vastgoed is onteigend en doorverkocht terwijl dat in hun gemeente wel is gebeurd» (ingezonden 28 mei 2020)

Mededeling van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 19 juni 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Een besmet pakhuis: zo kocht Lucas Bols geroofd Joods bezit tijdens WO II» en het onderliggende onderzoek?1

Vraag 2

Bent u bereid om samen met de Nederlandse gemeentes al het geroofde onroerend goed van Joden in kaart te brengen? Ook dat onroerend goed dat wel tijdens de oorlog onteigend is, maar niet werd doorverkocht? En ook bijvoorbeeld bedrijfsmatig onroerend goed dat geroofd werd door door de Nazis aangestelde «verwalters»?

Vraag 3

Heeft de Nederlandse overheid, centraal en lokaal, onroerend goed waarvan de Joodse eigenaren of hun nabestaanden waren vermoord, zelf gehouden en/of in bezit genomen? Zo ja, bent u niet van mening dat deze panden aan de Joodse Gemeenschap gerestitueerd zouden moeten worden?

Vraag 4

Welke moeite hebben Joden, die de Shoa hadden overleefd, na de oorlog moeten doen en welke kosten hebben zij moeten maken om hun geroofde eigendom weer terug te krijgen?

Vraag 5

Bent u van mening dat de Staat der Nederlanden aansprakelijk is voor de handelwijze van foute notarissen, aangezien zij een cruciale schakel vormden bij de roof van het Joodse geroofde onroerend goed in en na de oorlog?

Vraag 6

Bent u bekend met het feit dat de Belastingdienst bij elke verkoop van het geroofde Joodse vastgoed 5% «registratierecht» inde? Zo ja, bent u bereid deze gelden alsnog te restitueren?

Vraag 7

Behoorde de restitutie van het geroofde Joodse onroerend goed tot de regeling die de overheid in 2000 met de Joodse Gemeenschap sloot?

Vraag 8

Welke gemeentes hebben aan de terugkerende Joden erfpacht, straatbelasting en andere heffingen opgelegd?

Vraag 9

Deelt u de mening dat de tijd is aangebroken uit te zoeken welke onrechtmatigheden van de zijde van de overheid in WOII nog recht gezet kunnen worden? Zoals geïnde boetes en belastingen, leges voor Jodensterren, betaalde vervoerskosten door of namens weggevoerden?

Vraag 10

Bent u ermee bekend dat veel informatie over het geroofd Joods bezit zich bevindt in het archief van het Nederlandse Beheersinstituut? Vindt u het niet tijd om al deze archieven digitaal te ontsluiten en vrij toegankelijk te maken?

Mededeling

Op 28 mei 2020 hebben de leden Markuszower en Wilders (PVV) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld (kenmerk 2020Z09650) over het bericht dat vier van de vijf gemeenten niet weten of «tijdens de Tweede Wereldoorlog Joods vastgoed is onteigend en doorverkocht terwijl dat in hun gemeente wel is gebeurd».

Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk gebleken, omdat het ophalen van informatie bij verschillende betrokken partijen meer tijd vergt. De vragen van de leden Markuszower en Wilders (PVV) zullen zo spoedig mogelijk worden beantwoord.

Naar boven