Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over een Noodfonds voor de Waddeneilanden (ingezonden 6 mei 2020).

Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 11 juni 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het initiatief van de provincies Noord-Holland en Friesland om een Noodfonds Waddeneilanden op te richten?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Ziet u ook dat de economie van de Waddeneilanden extra hard getroffen wordt, omdat het toerisme nagenoeg stil ligt? Deelt u de mening dat de Wadden extra hulp verdienen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ik zie inderdaad dat de Waddengemeenten in sterke mate afhankelijk zijn van de gastvrijheidssector. En dat het gedwongen stilvallen hiervan een grote economische en maatschappelijke impact heeft in de regio. Deze problematiek strekt echter breder dan alleen het Waddengebied; ook andere regio’s, zoals Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Limburg, ervaren deze problematiek. Op 20 mei jl. heeft het kabinet dan ook een tweede steunpakket voor banen en economie aangekondigd, dat ook voorziet in een tegemoetkoming voor vaste lasten (TVL), waar de horeca en recreatiesector een beroep op kunnen doen. Verder zal het kabinet met de betreffende sectoren en de gemeenten verkennen wat de mogelijkheden zijn om voor ondernemers een meer rendabelere bedrijfsvoering te realiseren in sectoren die weer open kunnen. Hierbij kan gedacht worden aan het verlengen van het seizoen, pachtaanpassingen en ruimere openingstijden. Dit zullen we doen in samenspraak met de decentrale overheden en binnen bestaande budgetten en randvoorwaarden voor bijvoorbeeld de openbare orde en kustveiligheid.

Vraag 3, 4

Bent u bereid een noodfonds voor de Wadden in het leven te roepen om banen op de Wadden te behouden? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat een noodfonds zich ook zou moeten richten op investeringen in de toekomst van de Wadden, zoals schone natuur, het landschap, verbindingen en daarmee samenhangend toerisme? Deelt u de opvatting dat dit ook kansen biedt om de economie te stimuleren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3, 4

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2, ervaren meerdere regio’s die sterk afhankelijk zijn van de gastvrijheidssector de genoemde problematiek als gevolg van de coronacrisis. Een apart noodfonds voor de Wadden acht het kabinet daarom niet opportuun. Het kabinet heeft inmiddels een tweede steunpakket voor banen en economie opengesteld, dat erop is gericht om de economie en banen in Nederland in de benen te houden. Ook ondernemers in het Waddengebied moedig ik aan daar een beroep op te doen.

Daarnaast werkt het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat mee aan een gezamenlijke «taskforce gastvrijheidseconomie». Deze taskforce richt zich op zowel de korte termijn, dus de huidige fase van coronacrisis en de opstartfase, als op de langere termijn van het structureel herstel van de markt voor deze sectoren. De problematiek van de regio’s die in belangrijke mate afhankelijk zijn van deze sector, zoals de Wadden, Zeeuws-Vlaanderen of Zuid-Limburg, kan onderdeel zijn van de scope van deze taskforce. Met in ieder geval de vertegenwoordigers van de vijf Waddengemeenten ben ik hier momenteel over in gesprek en met hen bekijk ik welke kansen dit kan bieden voor de Wadden.

Naar boven