Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en
voor Rechtsbescherming over de juridische basis van de beperkende maatregelen tegen
verspreiding van het Coronavirus en de gevolgen van de opgelegde boetes (ingezonden
28 april 2020).
Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Rechtsbescherming (ontvangen 19 mei 2020).
Vraag 1
Klopt het dat het kabinet aan een spoedwet werkt om de maatregelen tegen verspreiding
van het Coronavirus «een steviger juridische basis te geven, en dat deze spoedwet
de huidige noodverordeningen gaat vervangen?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de kritiek dat de huidige noodverordeningen «onhoudbaar», «ondemocratisch»
en «ongrondwettelijk» zouden zijn? Hoe weegt u de kritiek dat de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer geschonden wordt als te volle huizen (bijvoorbeeld studentenhuizen)
worden binnengetreden en bewoners worden beboet?
Vraag 3
Nu er alsnog een wet komt, erkent u daarmee niet feitelijk dat de juridische basis
tot nu toe wankel was? Wat zijn hiervan de gevolgen voor reeds uitgereikte boetes
en de aantekening op de justitiële documentatie?
Vraag 4
Hoeveel boetes zijn er tot nu toe uitgedeeld door handhavers voor het niet (voldoende)
bewaren van de anderhalve meter afstand?
Vraag 5
Erkent u dat dit om zeer uiteenlopende situaties kan gaan, van moedwillige overtreders
in grote groepen tot mensen die net even met enkele personen in een gesprek te dicht
bij elkaar stonden?
Vraag 6
Worden mensen altijd eerst gewaarschuwd? Zo niet, waarom niet?
Vraag 7
Hoe wordt willekeur voorkomen? Hoe zijn handhavers hierop voorbereid, welke instructies
zijn meegegeven om willekeur te voorkomen?
Vraag 8
Vindt u de hoogte van de boete van 390 euro in alle gevallen passend? Waarom is precies
voor dit bedrag gekozen?
Vraag 9
Vindt u dat het feit dat voor meerderjarigen deze «Corona-boete» leidt tot een aantekening
op de justitiële documentatie, dit blijft 5 jaar lang staan op hun «strafblad», voor
de tot nu toe voorgekomen situaties een passend gevolg die in die gevallen steeds
recht doet aan de zwaarte van de overtreding?
Vraag 10
Heeft u overwogen om er voor te zorgen dat specifiek dit type overtreding geen aantekening
in de justitiële documentatie (een strafblad) oplevert?
Vraag 11
Wat zijn de concrete gevolgen van het strafblad voor personen? Met andere woorden,
in welke situaties kunnen mensen hinder ondervinden van het feit dat zij een strafblad
hebben?
Vraag 12
Kan een opgelegde Corona-boete gevolgen hebben voor toekomstige banen en stages, kan
het er toe leiden dat mensen geen Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) krijgen? Zo
ja, om welk(e) screeningsprofiel(en) gaat het? Zijn er volgens u banen denkbaar waarbij
een opgelegde Corona-boete na een overtreding een dusdanig relevant bezwaar opleveren
dat de VOG niet kan worden toegekend?
Vraag 13
Begrijpt u dat mensen zich hierover zorgen kunnen maken? Zijn deze zorgen volgens
u terecht? Bent u bereid er bij Justis op aan te dringen dat hier zoveel mogelijk
duidelijkheid over komt, in welke situaties dit type overtreding er toe zou kunnen
leiden dat deze relevant is voor het wel of niet verkrijgen van een VOG, en of er
banen denkbaar zijn waarvoor het passend is dat deze overtreding in de weg staat aan
het verkrijgen van een VOG en dus de betreffende baan? Bent u vervolgens bereid dit
te beoordelen of u dat een rechtvaardige en bedoelde uitkomst vindt? Zo niet, waarom
niet?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede namens de Minister voor Rechtsbescherming dat de schriftelijke
vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid
over de juridische basis van de beperkende maatregelen tegen verspreiding van het
Coronavirus en de gevolgen van de opgelegde boetes (ingezonden 28 april 2020) niet
binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle
benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
X Noot
1NRC next, 27 april 2020