Vragen van het lid Diertens (D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken over het bericht «Europees Parlement pleit voor een noodfonds voor overzeese gebieden» (ingezonden 22 april 2020).

Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de ministers van Justitie en Veiligheid van Buitenlandse Zaken (ontvangen 15 mei 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Europees Parlement pleit voor een noodfonds voor overzeese gebieden»?1

Antwoord 1

Ja, daar is het kabinet mee bekend.

Vraag 2

Bent u op de hoogte van het feit dat op 17 april 2020 de resolutie met betrekking tot een exceptioneel noodfonds voor Overzeese Landen en Gebieden van de Europese Unie is aangenomen?

Antwoord 2

Ja, het kabinet is op de hoogte van het feit dat het Europees parlement op 17 april 2020 een resolutie heeft aangenomen met betrekking tot de aanpak van COVID-19 binnen en buiten de Europese Unie. In artikel 35 van deze resolutie wordt opgeroepen tot de oprichting van een exceptioneel noodfonds, waartoe Overzeese Landen en Gebieden van de Europese Unie en Ultraperifere Gebieden toegang zouden moeten krijgen.

Vraag 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12

Heeft u namens het Caribisch deel van het Koninkrijk (Aruba, Curaçao en Sint Maarten en Caribisch Nederland, te weten Bonaire, Sint Eustatius en Saba) reeds een verzoek ingediend? Zo ja, op basis van welke kenmerken is dit verzoek ingediend? Zo nee, wanneer vindt verzoek dit plaats?

Weet u reeds voor welk bedrag u namens het Caribisch deel van het Koninkrijk een beroep wilt doen op het Europese noodfonds?

In hoeverre kan u de reeds in kaart gebrachte schade voor het Caribisch deel van het Koninkrijk vertalen naar een adequate en goed onderbouwde aanvraag van gelden uit het noodfonds?

Heeft u in kaart gebracht op welke wijze de allocatie van deze bedragen uit het noodfonds aan het Caribisch deel van het Koninkrijk op een proportionele wijze kan worden uitgevoerd?

Op welke wijze wordt het fonds gewaarmerkt, zodat de gelden vanuit dit noodfonds op juiste wijze ingezet wordt?

In hoeverre kan op zeer korte termijn een procedure worden gestart voor een eenvoudige én juiste verwerking en terbeschikkingstelling van de beschikbare gelden?

Bent u op de hoogte van het gegeven dat niet-gouvernementele organisaties (ngo's) in het Caribisch deel van het Koninkrijk ook gebruik zouden kunnen maken van het noodfonds?

Heeft u in kaart welke ngo’s in het Caribisch deel van het Koninkrijk gebruik zouden kunnen maken van de beschikbare gelden uit het noodfonds?

Op welke termijn informeert u de Kamer over de door u te nemen acties met betrekking tot dit noodfonds?

Kunt u deze vragen afzonderlijk en zo spoedig als mogelijk beantwoorden?

Antwoord 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12

Genoemde resolutie, op 17 april jl. aangenomen door het Europees parlement, bevat de oproep tot het in het leven roepen van een exceptioneel noodfonds voor Overzeese Landen en Gebieden van de Europese Unie. De Europese Commissie (de Commissie) heeft tot op heden geen gevolg gegeven aan deze oproep. Een dergelijk noodfonds is dus voor nu (nog) non-existent.

Los van een noodfonds heeft de Commissie wel besloten tot enkele initiatieven om de Landen en Gebieden Overzee (LGO), waaronder de landen en eilanden die deel uitmaken van het Koninkrijk, financieel te ondersteunen in de strijd tegen Covid-19. Dit uit zich vooralsnog in het herschikken van bestaande fondsen.

Zo heeft de Commissie € 10 mln. aan middelen vrijgemaakt voor hulp aan de twaalf Caribische LGO’s2. Deze middelen zijn afkomstig uit een al bestaand regionaal programma onder het LGO-fonds uit het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) in het kader van duurzaamheid en marine biodiversiteit, genaamd RESEMBID (Resilience, Sustainable Energy and Marine Biodiversity Programme). Bij de implementatie van dit programma zijn nog niet alle beschikbare middelen ingezet, waardoor de Commissie heeft kunnen besluiten deze middelen beschikbaar te stellen in het kader van Covid-19. Dit heeft geleid tot de totstandkoming van het «RESEMBID COVID-19 Resilience Response Facility». Dit fonds is toegankelijk via een «fast-track procedure».

Een tweede mogelijkheid doet zich voor in de vorm van de B-enveloppe onder het LGO-fonds. Bij onvoorziene omstandigheden kan op de middelen in deze enveloppe een beroep worden gedaan. Momenteel bevat de B-enveloppe nog ongeveer € 6,4 mln. De LGO kunnen ook deze middelen aanspreken in het kader van de Covid-19 crisis. Ten slotte werkt de Commissie momenteel een pakket aan maatregelen betreffende steun aan derde landen uit. Dit levert mogelijk aanknopingspunten op voor financiële steun aan de LGO, bijvoorbeeld middels indirecte steun via regionale en internationale organisaties. Dit pakket is nog niet definitief.

In samenwerking met de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten, de Rijksvertegenwoordiger en de landen en eilanden binnen het Koninkrijk spant het kabinet zich in om, naar inzicht van elk land en eiland, de toegang tot beschreven middelen te faciliteren.


X Noot
1

www.bonaire.nu, 20 april 2020, «Europees Parlement pleit voor een noodfonds voor overzeese gebieden, https://bonaire.nu/2020/04/20/europees-parlement-pleit-voor-een-noodfonds-voor-overzeese-gebieden/

X Noot
2

Anguilla, Aruba, Bonaire, British Virgin Islands, Cayman Islands, Curaçao, Montserrat, Saba, Saint Barthélemy, Sint Eustatius, Sint Maarten en Turks and Caicos Islands.

Naar boven