Vragen van het lid Groothuizen (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming over wrakingscijfers (ingezonden 23 april 2020).

Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 14 mei 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «NOvA wil opheldering wrakingscijfers»?1

Vraag 2

Herinnert u zich de discussie tijdens het algemeen overleg strafrechtelijke onderwerpen op 4 maart 2020 over de wrakingscijfers en de noodzaak tot regelgeving, waarin aanpassingen aan het instrument van wraking in strafzaken zouden worden gedaan, namelijk een versnelde afhandeling van kennelijk niet-ontvankelijke en kennelijk ongegronde wrakingsverzoeken, vanwege het mogelijke oneigenlijk aanwenden van de op zich legitieme procedurele mogelijkheid van wraking?

Vraag 3

Deelt u de mening dat de wrakingsprocdure, waarbij de verdediging of de officier van justitie twijfels over de partijdigheid van de rechter aan de orde kan stellen, een zeer belangrijke waarborg is binnen het strafproces?

Vraag 4

Deelt u voorts de mening dat de noodzaak van vermeend misbruik van het strafprocesrecht goed onderbouwd moet zijn voordat aanpassingen aan het instrument van wraking worden gedaan?

Vraag 5

Hoe duidt u de wrakingscijfers over 2019 uit het jaarverslag van de Rechtspraak waaruit blijkt dat het aantal ingediende wrakingsverzoeken is gedaald van 750 in 2018 naar 692 in 2019?2

Vraag 6

Kunt u voorzien in een uitsplitsing per rechtsgebied van deze cijfers? Hoeveel wrakingsverzoeken houden verband met strafzaken?

Vraag 7

Klopt het dat de wrakingsverzoeken waarin is berust en waar dus geen wrakingskamer over heeft geoordeeld, wel mee zijn geteld bij het aantal ingediende verzoeken maar niet bij het aantal gehonoreerde verzoeken? Kunt u deze cijfers alsnog verstrekken?3

Vraag 8

Deelt u de mening dat dit belangrijke ontbrekende informatie is om een volledig beeld te krijgen van de wrakingscijfers en deze cijfers de noodzaak tot wetgeving kunnen beïnvloeden?

Vraag 9

Bent u bereid eerst opheldering van deze cijfers te verschaffen, zoals verzocht in vraag 6 en 7, en zo de omvang van het veronderstelde probleem te onderbouwen, voordat u een eventueel wetsvoorstel aan de Kamer zendt?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Groothuizen (D66), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over wrakingscijfers (ingezonden 23 april 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven