Vraag 1. 2 en 3
Bent u bekend met de precaire situatie waarin ondernemers in de grensregio’s zich
begeven wanneer zij in het ene land wonen en in het andere land ingeschreven staan
als ondernemer?
Op welke termijn verwacht u meer duidelijkheid te kunnen geven over de ondersteuning
van deze groep? Vindt bij de uitwerking hiervan ook afstemming plaats met de grensinfopunten
om knelpunten en oplossingsrichtingen zo helder mogelijk te krijgen?
Kan bij de uitwerking hiervan worden bezien hoe voor deze groep ondernemers omstandigheden
kunnen worden geformuleerd waarin bijvoorbeeld het woon- of vestigingsvereiste kan
worden losgelaten bij aanvraag voor steunmaatregelen, of het land waar men sociaal
verzekerd is als richtlijn kan worden gehanteerd, zodat zij niet op de bijstand zijn
aangewezen en/of het voortbestaan van hun onderneming acuut in gevaar zou komen?
Antwoord 1, 2 en 3
Het kabinet heeft vanwege de coronacrisis voor ondernemers een aantal maatregelen
genomen, zoals de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)
en de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). Het kabinet is
bekend met de vragen en zorgen die leven over de situatie van grensarbeiders, waarover
onder andere met de Grensinfopunten contact is.
Het kabinet wil voorkomen dat in grenssituaties de zelfstandige ondernemers tussen
wal en schip terechtkomen. Daarom wordt erin voorzien dat de zelfstandige die in Nederland
woont en buiten Nederland zijn bedrijf heeft c.q. zijn zelfstandig beroep uitoefent,
aanspraak kan maken op bijstand voor levensonderhoud en andersom (wonen buiten Nederland
maar bedrijf/beroep in Nederland) aanspraak kan maken op bijstand voor bedrijfskapitaal.
Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat zelfstandig ondernemers die in Nederland woonachtig
zijn, óf hun bedrijf in Nederland hebben gevestigd, op goede wijze ondersteund kunnen
worden, rekening houdend met het territorialiteitsbeginsel uit de bijstand. Dit is
uitgewerkt in een ministeriële regeling.
De «reguliere» uitvoering van de Tozo wordt verzorgd door gemeenten. De Staatssecretaris
van SZW heeft met de gemeenten besproken op welke wijze de uitvoering van de Tozo
in grenssituaties op de beste wijze vorm kan worden gegeven. De Tweede Kamer is hierover
geïnformeerd middels een brief op 24 april jongstleden (Kamerstuk 35 420, nr. 31). De in deze brief aangekondigde ministeriële regeling is op 1 mei gepubliceerd in
de Staatscourant (Stcrt. 2020, nr. 24833) en treedt op 8 mei 2020 in werking.
De zelfstandige die in de buurlanden woont en in Nederland zijn bedrijf heeft c.q.
zijn zelfstandig beroep uitoefent, kan aanspraak maken op bijstand voor levensonderhoud
(het reguliere «Leefloon» in België en het tijdelijk versoepelde «Arbeitslosengeld
II» in Duitsland). En andersom, de zelfstandige die in Nederland woont maar in de
buurlanden zijn bedrijf heeft c.q. zijn zelfstandige beroep uitoefent, kan aanspraak
maken op bijstand voor bedrijfskapitaal in zijn werkland (de nog te introduceren «Corona-lening»
in Vlaanderen en de KfW-Schnellkredit in Nedersaksen of Noordrijn-Westfalen).
Rechtspersonen of natuurlijke personen die in het buitenland gevestigd zijn en werkgever
zijn van in Nederland sociaalverzekerde werknemers, kunnen ook een beroep doen op
de NOW. Buitenlandse werkgevers komen derhalve ook in aanmerking voor subsidie voor
zover zij werknemers in dienst hebben die in Nederland sociaalverzekerd zijn. Voor
zover een werkgever werknemers in dienst heeft voor wie niet geldt dat ze sociaal
verzekerd zijn in Nederland, worden de lonen van die werknemers niet meegeteld voor
de berekening van de loonsom waarover subsidie ontvangen wordt. Zie daarvoor ook de
Kamerbrief over de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid
van 31 maart 2020 (Kamerstuk 35 420, nr. 8).