Vragen van de leden Groothuizen (D66) en Van Nispen (SP) aan de Ministers van Justitie
en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over rechtspraak in de tijden van de coronacrisis
(ingezonden 17 april 2020).
Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Rechtsbescherming (ontvangen 11 mei 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Strafrechtspraak kan ook in crisis weer snel op orde
zijn»1 en «De rechtspraak werkt hard door om haar maatschappelijke opdracht te vervullen»?2
Vraag 2
Deelt u de mening dat gezien de essentiële rol van de rechtspraak binnen onze rechtsstaat,
zij zo veel mogelijk haar maatschappelijke opdracht zou moeten blijven vervullen in
deze tijden, mits dat veilig kan?
Vraag 3
Wat is uw reactie op de berichtgeving van de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak
dat ondanks dat 80% van het aantal zaken de afgelopen drie weken wel is afgedaan,
het niet kunnen houden van fysieke zittingen problematisch is, met name voor het straf-,
jeugd- en familierecht?
Vraag 4
Bent u bereid hiervoor samen met de Raad voor de Rechtspraak, de politie, het openbaar
ministerie (OM) en de advocatuur met spoed naar een oplossing te zoeken en verschillende
scenario’s uit te werken om fysieke zittingen mogelijk te maken, bijvoorbeeld in een
«1,5-meter-zittingszaal», waarbij uiteraard rekening wordt gehouden met vraagstukken
rond wachtruimtes, toegangscontroles en het niet kunnen vervoeren van gedetineerden?
Kunt u hier de Kamer zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen zeven dagen, over informeren?
Zo nee, hoe snel kan dat wel?
Vraag 5
Welke gevolgen hebben de door het coronavirus genomen maatregelen voor de doorlooptijd
van zaken? Hoe denkt u de opgelopen achterstanden te gaan wegwerken?
Vraag 6
Wat is uw reactie op het voorstel van de voorzitter van het College van procureurs-generaal
om, eventueel op afstand via videoverbinding, in de avond en in het weekend zittingen
te gaan organiseren? Ziet u dit als een mogelijke oplossing om de onwenselijke toename
van achterstanden weg te werken? Wordt hierover ook het overleg met de advocatuur
gevoerd?
Vraag 7
Wat is uw reactie op het voorstel van strafrechter Janssen om als noodoplossing tijdelijk
toe te staan dat de politierechter in plaats van een maximum gevangenisstraf van één
jaar, maximum twee jaar kan opleggen, waardoor er een capaciteitstoename voor dit
soort kleine zittingen kan ontstaan?
Vraag 8
Hoe kijkt u aan tegen het voorstel om de rechtspraak ook tijdelijk de bevoegdheid
te geven om een meervoudige politierechter in te voeren met een maximum gevangenisstraf
van drie jaar?
Vraag 9
Welke gevolgen hebben de genomen maatregelen (waardoor minder zaken behandeld worden)
voor de financiering van het OM en de rechtspraak, gezien de financieringssystematiek
die gedeeltelijk is gebaseerd is op het aantal zaken?
Vraag 10
Welke extra kosten gaat het afhandelen van opgelopen achterstanden met zich mee brengen?
Kunt u dit uitsplitsen naar rechtspraak, OM en advocatuur? Hoe gaat u deze kosten
betalen?
Vraag 11
Bent u bereid te bekijken hoe, na inwerkingtreding van de Tijdelijke wet COVID-19
Justitie en Veiligheid, initiatieven om schuldenaren in contact te brengen met de
schuldhulpverlening via de rolzitting zo veel mogelijk doorgang kunnen vinden, zodat
een groep kwetsbare schuldenaren niet nodeloos wordt geraakt door het gemis aan een
fysieke rolzitting? Hoe wordt gewaarborgd dat mensen met schulden in deze situatie
niet dieper in de problemen komen maar ook nu hulpverlening krijgen? Worden hiertoe
maatregelen genomen? Zo nee, bent u bereid dit te doen?
Vraag 12
Bent u voornemens om positieve ervaringen die nu worden opgedaan, zoals bijvoorbeeld
met videobellen in bepaalde omstandigheden, te handhaven in de toekomst? Zo ja, welke?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede namens de Minister voor Rechtsbescherming dat de schriftelijke
vragen van de leden Groothuizen (D66) en Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister
van Justitie en Veiligheid over rechtspraak in de tijden van de coronacrisis (ingezonden
17 april 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien
nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.