Vraag van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Defensie over het niet naar behoren beantwoorden van Kamervragen (ingezonden 30 april 2020).

Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 7 mei 2020).

Vraag 1

Wilt u vóór donderdag 7 mei 12:00 uur voor alle door mij op 14 april gestelde vragen per vraag een reactie geven waarom naar uw opvatting hier sprake zou zijn van een actuele en operationele aangelegenheid?1 2

Antwoord 1

Zoals gezegd in de beantwoording van de eerdere vragen van het lid Van Raak over dit onderwerp (kenmerk 2020Z06643) worden in het openbaar geen uitspraken gedaan over het kennisniveau en de werkwijze van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, ook niet als dit eventuele zaken uit het verleden betreft.

Het beantwoorden van vragen over mogelijke operaties of samenwerkingsverbanden is een bevestiging of ontkenning van het bestaan van deze operaties of samenwerkingsverbanden en kan daarmee inzicht geven in de werkwijze en het kennisniveau van de diensten. In voorkomende gevallen kan uw Kamer daar via de daartoe geëigende kanalen over worden geïnformeerd.


X Noot
1

De rol van Tweede Kamerleden in de controle van de geheime diensten wordt beperkt op het moment dat vragen worden gesteld over actuele en operationele aangelegenheden. Op 14 april stelde ik vragen die u niet wenst te beantwoorden.

X Noot
2

Antwoord op vragen van het lid Van Raak over de betrokkenheid van Nederland bij spionageoperatie «Rubicon» en afluistergenootschap «Maximator» (2020Z06643)

Naar boven