Vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Van Helvert (CDA) en Voordewind (ChristenUnie)
aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de vernieling van graven van christenen
in Turkije (ingezonden 17 april 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 6 mei 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Graven van christenen in Turkije vernield»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat «ontheiliging» van graven en kerkhoven – denk aan de vernieling
van 72 grafstenen op een christelijke kerkhof in Ankara op 14 februari – een groeiend
fenomeen en probleem is in Turkije?
Antwoord 2
In 2019 zijn er, net als in voorgaande jaren, diverse voorvallen geweest waarbij religieuze
en culturele plekken in Turkije beschadigd zijn. Dat is uiteraard zorgwekkend, maar
tegelijkertijd moet geconstateerd worden dat de Turkse overheid hier steeds op heeft
gereageerd en vervolging heeft ingesteld.
Het genoemde artikel spreekt van de vernieling van 20 van de 72 grafstenen. Hiervoor
zijn inmiddels zes jongeren in de leeftijd van 16 en 17 jaar aangehouden. Tegen hen
is strafvervolging ingesteld. Omdat de begraafplaats in kwestie in de afgelopen jaren
onder zijn voorgangers sterk was verwaarloosd, heeft de huidige burgemeester van Ankara
opdracht gegeven voor de restauratie en ommuring van de begraafplaats. Daarnaast is
bij de ingang permanente bewaking neergezet.
Vraag 3
Klopt het dat dit fenomeen past in een bredere trend van toenemende druk op christenen
in Turkije, zoals ook uiteengezet in achtereenvolgende rapporten van de Turkse Unie
van Protestantse Kerken?2
Antwoord 3
Christenen en andere religieuze minderheden hebben in Turkije inderdaad te maken met
de problemen zoals beschreven in het genoemde rapport. Dat is een zorgwekkend fenomeen.
Noch uit het rapport (dat spreekt over een afname van hate crimes tegen protestante christenen in 2019) noch uit eigen waarneming van de Nederlandse
vertegenwoordigingen in Turkije en bronnen ter plaatse blijkt echter dat er sprake
is van een duidelijke toename van de druk op christenen in Turkije.
Vraag 4
Wie zijn de veroorzakers van dit soort vernielingen en welk maatschappelijk klimaat
draagt hieraan bij?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 5, 6
Kunt u bevestigen dat er sprake is van haat zaaien tegen christenen via boeken die
gebruikt worden op basisscholen, maar ook bijvoorbeeld via (staatsgezinde) kranten
of preken in moskeeën? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
Klopt de bewering dat in Turkse schoolboeken missionaire activiteiten omschreven worden
als nationale dreiging?
Antwoord 5, 6
Het probleem van hate speech tegen christenen in sommige Turkse media blijft voortbestaan. De Unie van Protestante
Kerken in Turkije stelt vast dat dit wat betreft protestante christenen in 2019 is
verminderd. Er zijn geen gevallen bekend van haatzaaien tegen christenen in het algemeen
in schoolboeken of preken in moskeeën. Wel worden missionaire activiteiten in enkele
schoolboeken omschreven als nationale dreiging, omdat dit wordt gezien als beïnvloeding
van buitenaf.
Vraag 7
In hoeverre wordt haat zaaien in het algemeen, en grafschennis in het bijzonder, daadwerkelijk
tegengegaan in Turkije, of is er sprake van straffeloosheid?
Antwoord 7
Tegen grafschennis en tegen het beschadigen of bekladden van gebedshuizen wordt effectief
strafvervolging ingesteld. In geval van aangifte van haatzaaien wordt een strafrechtelijk
onderzoek ingesteld, dat niet in alle gevallen tot strafvervolging leidt, onder andere
omdat in sommige gevallen de uitspraken geacht worden te vallen onder de vrijheid
van meningsuiting.
Vraag 8
Bent u bereid met uw Turkse collega in gesprek te gaan over het actief beschermen
van de rechten, vrijheden en veiligheid van (protestantse) christenen in Turkije,
en ook het (ongestraft) vernielen van graven van christenen daarbij te betrekken?
Antwoord 8
De Nederlandse vertegenwoordigingen in Turkije brengen regelmatig de zorgen over de
positie van minderheidsgroepen, waaronder religieuze minderheden, in Turkije op. Ook
ik doe dat in mijn gesprekken met mijn Turkse ambtsgenoot.