Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Onrust bij thuiszorg en wijkverpleging om gebrek aan bescherming» (ingezonden 7 april 2020).

Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 22 april 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Onrust bij thuiszorg en wijkverpleging om gebrek aan bescherming»?1

Vraag 2

Herkent u het in bedoeld artikel geschetste beeld vanuit (onder meer) de thuiszorg en wijkverpleging dat de situatie «vrijwel onhoudbaar» is en dat patiënten en zorgverleners «in gevaar» worden gebracht door een gebrek aan bescherming?

Vraag 3

Hoe kàn het dat weken nadat daarover de eerste signalen naar voren zijn gebracht de situatie klaarblijkelijk niet verbeterd is, sterker nog er sprake is van «groeiende onrust» in de thuiszorg, de wijkverpleging, de gehandicaptenzorg, de geestelijke gezondheidszorg (ggz), de kraamzorg en in verpleeghuizen?

Vraag 4

Hoe ernstig is de situatie volgens u als vakbonden aangeven dat de situatie «onacceptabel» is en nu zelfs (in deze tijd) dreigen hun achterban op te roepen niet meer naar het werk te gaan? Begrijpt u hen?

Vraag 5

Begrijpt u de uitspraak van de voorzitter van de Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN): «Het duurt gewoon te lang. De inkoop is niet oké, de productie is niet oké en de distributie is niet oké»?

Vraag 6

Herkent u het gevoel bij veel medewerkers in de thuiszorg, wijkverpleging, gehandicaptenzorg, kraamzorg, ggz en verpleeghuizen dat er blijkbaar onvoldoende aandacht voor hun veiligheid bestaat?

Vraag 7

Herkent u het gevoel bij veel van deze zorgmedewerkers dat zij vorige week op het verkeerde been zijn gezet met de suggestie dat ze vanaf 6 april zouden worden getest terwijl er naar nu blijkt sprake is van allerlei «mitsen en maren»?

Vraag 8

Vindt u het acceptabel dat zorgmedewerkers als gevolg van een en ander voor het duivelse dilemma worden geplaatst tussen werken met onvoldoende bescherming (waardoor zij het risico lopen zelf ziek te worden en anderen, familieleden en kwetsbare cliënten en patiënten, te besmetten) of zich aan de richtlijnen te houden en hulpbehoevenden zorg te onthouden?

Vraag 9

Wat raadt u zorgmedewerkers die tijdens hun werkzaamheden onvoldoende beschermd zijn aan te doen?

Vraag 10

Wanneer is de veiligheid van deze zorgmedewerkers, die namens ons allemaal deze crisis in de frontlinie bestrijden, afdoende gewaarborgd?

Vraag 11

Wilt u deze vragen zo spoedig mogelijk, en in ieder geval voor het plenaire debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus van woensdag 8 april, beantwoorden?

Antwoord

De schriftelijk vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (2020Z06302), zijn beantwoord middels brief <COVID-19 – Update stand van zaken> (Kamerstuk 25 295, nr. 277)


X Noot
1

NRC.nl, 6 april 2020, «Onrust bij thuiszorg en wijkverpleging om gebrek aan bescherming» https://www.nrc.nl/nieuws/2020/04/06/onrust-bij-thuiszorg-en-wijkverpleging-om-gebrek-aan-bescherming-a3996015

Naar boven