Vragen van het lid El Yassini (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «ondernemer kan diversiteit op werkvloer checken» (ingezonden 13 februari 2020).

Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 7 april 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1932.

Vraag 1 en 2

Bent u bekend met het bericht «Ondernemer kan diversiteit op werkvloer checken»?1

Klopt het bericht dat het kabinet bedrijven toe wil staan om burgerservicenummers van werknemers te gebruiken om na te gaan of hun werkvloer wel cultureel divers is? Vind u dit een oplossing? Zo ja, voor welk probleem?

Antwoord 1 en 2

Ja.

Vraag 3

Op welke manieren verschilt dit voorstel met de inmiddels afgeschafte «wet Samen» (uit 2004), die een registratie bijhield van etnische minderheden?

Antwoord 3

Ja. Juist tijdens deze coronacrisis tonen de huis-aan-huiskranten hun toegevoegde waarde.

Vraag 4 en 5

Welke proeven lopen er momenteel over een dergelijke «barometer culturele diversiteit»?

Werd er vooraf toestemming gevraagd aan werknemers dat hun werknemersbestanden gedeeld zouden worden met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)? Zo ja, hoe wordt deze goedkeuring dan vastgelegd? Zo nee, waren de werknemers wel op de hoogte? Zo nee, hoe is dat mogelijk?

Antwoord 4 en 5

Zoals aangegeven in mijn Kamerbrief van 7 april jl.2 zie ik aanleiding om naast de kabinetsbrede maatregelen de mediasector te ondersteunen middels coulancemaatregelen en de huis-aan-huiskranten en lokale publieke omroepen middels het Tijdelijk Steunfonds Lokale Informatievoorziening (hierna: het Steunfonds). Voor de onderbouwing bij mijn besluit verwijs ik naar mijn brief.

Vraag 6

Wat zijn de conclusies uit de reeds bestaande proeven? Welke stappen zijn aan de hand daarvan ondernomen?

Antwoord 6

Sinds de eerste aankondiging van kabinetsbrede maatregelen is er op allerlei manieren contact tussen mijn ministerie en verschillende mediaorganisaties over de gevolgen van de coronacrisis voor hen. Ik zal de situatie in de mediasector nauwgezet blijven volgen.

Vraag 7

Hoe wenselijk acht u het dat werknemers worden gedecimeerd tot hun «migratieachtergrond» om te bepalen of een werkgever genoeg culturele diversiteit binnen de organisatie heeft? Bent u niet van mening dat mensen met een migratieachtergrond individuen zijn, die op net zoveel verschillende vlakken verschillen als mensen zonder migratieachtergrond? Waarom kiest u ervoor om beleid te voeren op grond van iemands achtergrond in plaats van het individu centraal te stellen?

Antwoord 7

In mijn Kamerbrief van 7 april tref ik coulancemaatregelen voor de mediasector en kondig ik het Steunfonds aan voor de huis-aan-huiskranten en lokale publieke omroepen. Gezien het type organisaties waar het Steunfonds zich op richt en de omvang van de verleende ondersteuning per organisatie zijn voorwaarden ten aanzien van bonussen of dividenden mijns inziens niet aan de orde.

Om misbruik tegen te gaan, wordt de bijdrage in de vorm van een krediet toegekend. Achteraf zal door het SvdJ beoordeeld worden of het geld op de juiste manier besteed is. Voor zover dit zo is, zal het krediet omgezet worden in een subsidie (en hoeft deze niet terugbetaald te worden).

Ik verwacht daarbij wel van partijen die toegang zoeken tot het Steunfonds dat zij integer handelen in deze uitzonderlijke tijd.

Vraag 8

Waaruit concludeert u dat eerste of tweede generatie migranten «juist ergens blijven haken» en dat dit komt door hun migratieachtergrond?

Antwoord 8

Het Steunfonds heeft tot doel om lokale publieke omroepen en huis-aan-huiskranten tijdelijk te ondersteunen zodat zij hun informatievoorziening kunnen continueren tijdens deze crisis. Deze doelstelling staat los van het percentage kranten in Nederland dat eigendom is van niet-Nederlandse bedrijven.

Vraag 9

Hoe hoog zijn de kosten voor een werkgever met meer dan 250 werknemers, wanneer zij gebruik gaan maken van de migratiebarometer?

Antwoord 9

In mijn Kamerbrief van 7 april jl. kondig ik het Steunfonds voor de huis-aan-huiskranten en lokale publieke omroepen aan. Ik doe dit mede op basis van signalen en informatie van de NLPO, Nederlandse Nieuwsbladpers (NNP), BDUMedia, DPG Media en NDC Mediagroep.

Ik ben ervan overtuigd dat het effect van de aanvullende maatregelen die ik voor de mediasector tref nog groter is indien provincies en gemeentes tevens een bijdrage leveren.

Ik heb dit daarom met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) besproken. De VNG gaat er vanuit dat gemeenten zich aansluiten bij deze maatregelen. Dat kan op allerlei manieren: van het treffen van coulancemaatregelen tot het regelmatig plaatsen van advertenties of het leveren van een extra incidentele bijdrage. Ik roep ook het Interprovinciaal Overleg (IPO) op om proactief te zijn en waar mogelijk media vanuit de provincies te steunen.

Vraag 10

Gaat de overheid gebruik maken van de migratiebarometer? Op welke manier geven overheidsambtenaren toestemming dat hun werknemersbestanden gedeeld zullen worden met het CBS? Zouden zij ook af kunnen zien deelname?

Antwoord 10

Ja.


X Noot
2

Die gelijktijdig met deze beantwoording is verzonden.

Naar boven