Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister voor Milieu en Wonen en de Staatssecretaris van Financiën over Rijkssteun bij overname van Vestia-woningen (ingezonden 6 februari 2020).

Mededeling van Minister Van Veldhoven-van der Meer (Milieu en Wonen) (ontvangen 13 maart 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de brief van de provincie Zuid-Holland over het kwijtschelden van de overdrachtsbelasting voor behoud van sociale huurwoningen van Vestia?1

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat bij het uitblijven van een oplossing veel betaalbare woningen verloren dreigen te gaan? Deelt u de mening dat de huurwoningen van Vestia zoveel mogelijk betaalbaar moeten blijven en dus niet moeten worden verkocht aan beleggers die hoge huren vragen?

Vraag 3

Deelt u de analyse van provincies en woningcorporaties dat de overdrachtsbelasting een belemmering vormt om woningen van Vestia over te nemen, zeker daar de overname zonder de belasting al onrendabel zou zijn?

Vraag 4

Zie u, net als corporaties en de provincie, de overdrachtsbelasting in dit geval als «straf op goed gedrag», omdat het voor de Volkshuisvesting noodzakelijk is dat woningcorporaties de woningen van Vestia overnemen?

Vraag 5

Wat zijn de consequenties, voor Vestia en voor de huurders in deze gemeenten, als Vestia er niet in slaagt de woningen te verkopen aan andere corporaties?

Vraag 6

Bent u bereid om geen overdrachtsbelasting te heffen wanneer Vestia woningen verkoopt aan woningcorporaties, of Vestia voor deze kosten anderszins te compenseren?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de aan mij en aan de Staatssecretaris van Financiën gestelde vragen van het lid Nijboer (PvdA) over Rijkssteun bij overname van Vestia-woningen (ingezonden 6 februari 2020, met kenmerk 2020Z02257) niet binnen de termijn van zes weken kunnen worden beantwoord.

Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig. Reden is dat informatie over de uitvoeringspraktijk moet worden opgevraagd. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.

Naar boven