Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister voor Milieu en Wonen over de gevolgen van de Kraanwatercrisis voor de Volksgezondheid (ingezonden 10 maart 2020).

Mededeling van Minister Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 31 maart 2020).

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van het bericht «Lood in water bij 14 Amsterdamse basisscholen en 56 wooncomplexen»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat de Kraanwatercrisis een bedreiging voor de Volksgezondheid vormt en dat de overheid moet optreden om de volksgezondheid te beschermen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer komt u eindelijk in actie met een plan om mensen te beschermen?

Vraag 3

Is het bij u bekend dat er bij een gezin met vier kinderen 115 mg lood in het kraanwater is aangetroffen, dat dit gezin er al 18 jaar woont en alle gezinsleden met een of meerdere ernstige, medische gevolgen te maken hebben en de kinderen leer- en concentratieproblemen ondervinden?

Vraag 4

Wat doet de overheid voor mensen wanneer zij langjarig zijn blootgesteld aan loodvervuiling en kampen met ernstige klachten?

Vraag 5

Welke maatregelen nemen kinderdagverblijven en basisscholen om de gezondheid van kinderen te beschermen? Gaat u maatregelen nemen om de veiligheid van kinderen te waarborgen?

Vraag 6

Kunt u een overzicht bieden per gemeente van de uitkomsten van onderzoeken naar de aanwezigheid van loden leidingen en de ondernomen acties?

Vraag 7

Welke rechten hebben huurders die jarenlang met lood vergiftigd kraanwater hebben gedronken, omdat verhuurders hebben geweigerd deze te vervangen? Hebben mensen recht op compensatie als een verband kan worden aangetoond tussen langdurige loodinname en gezondheidsklachten?

Vraag 8

Welke gezondheidsklachten bij volwassenen worden in verband gebracht met langdurige loodinname?

Vraag 9

Gaat u mensen beter informeren over de gezondheidsgevolgen van langdurige loodinname? Op welke wijze worden mensen op dit moment voorgelicht? Vindt u dat bijvoorbeeld de GGD mensen moet informeren?

Vraag 10

Vindt u ook dat gemeenten mensen actief moeten benaderen en wijzen op de mogelijke aanwezigheid van loden leidingen? Zo ja, wanneer gaat u dit afdwingen? Zo nee, waarom vindt u het acceptabel dat mensen in het ongewisse blijven met alle gevolgen voor de gezondheid van dien?

Vraag 11

Deelt u de mening dat er zo snel mogelijk een alternatieve watervoorziening moet komen totdat de leidingen zijn vervangen? Heeft u daarbij ook oog voor ouderen en mensen die minder goed ter been zijn, omdat zij niet in staat zijn om naar een tappunt te lopen?

Vraag 12

Bent u van mening dat de verhuurder zou moeten opdraaien voor de kosten van flessenwater als alternatieve watervoorziening niet voorhanden is? Zo ja, hoe gaat u dit afdwingen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 13

Bent u bereid de aanwezigheid van loden leidingen aan te merken als formeel gebrek? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

Vraag 14

Ben u bereid eigenaren van openbare gebouwen en verhuurders te verplichten loden leidingen te vervangen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

Vraag 15

Heeft het ministerie destijds gecontroleerd of verhuurders zich aan de afspraak hebben gehouden om in 2005 alle loden leidingen te hebben vervangen? Zo ja, hoe is het mogelijk dat 200.000 woningen nog loden leidingen hebben? Zo nee, waarom is daar niet toe besloten?

Vraag 16

Wat is uw oordeel over het feit dat verhuurders in strijd met de afspraken hebben geweigerd loden leidingen te vervangen en daarmee willens en wetens huurders gezondheidsschade hebben berokkend?

Vraag 17

Klopt het dat de aanwezigheid van loden leidingen in 2005 door de Huurcommissie is ingedeeld in «categorie c« (overige ernstige gebreken)? Zo ja, welke indeling gold daarvoor en op basis van welke argumenten is overgegaan tot een andere indeling? Wat zijn de gevolgen van een andere indeling?

Vraag 18

Welke norm voor loodconcentraties in water wordt gehanteerd in de Europese Unie? Heeft Nederland altijd dezelfde norm gehanteerd? Zo nee, waarom hanteerde Nederland een afwijkende norm?

Vraag 19

Nu blijkt dat verschillende methodes worden gehanteerd om de loodconcentratie in het water te bepalen, gaat u duidelijkheid verschaffen en een methode voorschrijven? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom acht u het verschaffen van duidelijkheid niet belangrijk?

Vraag 20

Tot welke organisatie kunnen huurders zich wenden bij geschillen over de meetmethode of geschillen over het al dan niet tijdig verwijderen van loden leidingen?

Mededeling

Hiermee deel ik u mee dat de vragen van het lid Nijboer (PvdA) over de gevolgen van de kraanwatercrisis voor de volksgezondheid, ingezonden op 10 maart 2020, niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig in verband met interdepartementale afstemming en het opvragen van informatie bij betrokken partijen.

In mijn brief d.d. 16 maart 2020 (Kamerstuk 27 625, nr. 494) heb ik aangegeven dat de Minister van Infrasructuur en Waterstaat, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en mijzelf, in de kabinetsreactie op het rapport van de Gezondheidsraad: «Loodinname via kraanwater» een groot aantal acties heeft aangekondigd om de loodproblematiek aan te pakken. Ook is toegezegd dat voor medio april aan uw Kamer verslag zal worden gedaan van de nadere invulling van dit plan van aanpak en de reeds ingezette acties. Bij die brief worden tevens als bijlage de antwoorden op de bovengenoemde vragen van het lid Nijboer (PvdA) bijgevoegd.


X Noot
1

Het Parool, «Lood in water bij 14 Amsterdamse scholen en 56 wooncomplexen», 28 februari 2020.

Naar boven