Vragen van het lid Ronnes (CDA) aan de Minister voor Milieu en Wonen over woningbouw
in polder Rijnenburg bij Utrecht (ingezonden 21 januari 2020).
Mededeling van Minister Van Veldhoven-van der Meer (Milieu en Wonen) (ontvangen 23 maart
2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Windmolens en zonnevelden in polders Rijnenburg en Reijerscop»?1
Vraag 2
Heeft het gemeentebestuur van Utrecht voorafgaand aan haar besluit om de gemeenteraad
het voorstel te doen om in de polders Rijnenburg en Reijerscop geen ruimte te bieden
voor de bouw van een groot aantal woningen, overleg met u gevoerd over het voorgenomen
besluit? Zo ja, wat was uw reactie gelet op de discussie in de Kamer over de bouw
van woningen aldaar?
Vraag 3
Op basis waarvan is de termijn van 20 jaar gebaseerd? Is daarmee een sluitende exploitatie
te realiseren? Acht u het risico reëel dat molens en zonneweiden langer moeten blijven
vanwege exploitatiemotieven?
Vraag 4
Kunt u aangeven hoeveel woningen er gebouwd zouden kunnen worden in het middengebied
van de polder, waar in de recente plannen een grote ruimte leeg blijft? Heeft Utrecht
u garanties gegeven dat die woningen daadwerkelijk en spoedig gebouwd gaan worden?
Op welke termijn kunnen die woningen gebouwd worden?
Vraag 5
Is een (globale) berekening beschikbaar van de voorziene kosten van de noodzakelijke
investeringen in ontsluiting, uitgaande van woningbouw? Is het u bekend dat de projectontwikkelaars
die aldaar grondposities hebben, het aanbod hebben gedaan om kosten van ontsluiting
mede te dragen? Hoe heeft Utrecht op dat aanbod gereageerd en wat is uw reactie op
dat aanbod?
Vraag 6
Hebben de energieleveranciers, die de molens en zonnevelden feitelijk gaan bouwen,
enig zicht op medewerking van de projectontwikkelaars die aldaar grondposities hebben?
Als daar geen zicht op is, hoe reëel zijn de plannen dan?
Vraag 7
Kunt u aangeven wat in deze de visie is van het provinciebestuur en van de buurgemeenten
(met name IJsselstein en Nieuwegein)?
Vraag 8
Heeft u de projectontwikkelaars die aldaar grondposities hebben, gesproken? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, wat was het resultaat van dat gesprek en wat is uw visie op het
aanbod van deze projectontwikkelaars? Wilt u het gespreksverslag aan de Kamer zenden?
Vraag 8
Wilt u de gespreksverslagen van de overleggen die u met Utrecht hierover heeft gevoerd
aan de Kamer zenden?
Vraag 9
Utrecht heeft aangegeven 130% plancapaciteit in te voeren: kunt u de gegevens en de
cijfermatige onderbouwing daaromtrent aan de Kamer zenden? Bent u bereid aan een onafhankelijke
deskundige partij een second opinion te vragen op de volledigheid en juistheid van
het door Utrecht geleverde cijfermateriaal?
Vraag 10
Deelt u de visie dat Rijnenburg niet alleen bezien moet wordt vanuit de woningbouwopgave
voor de gemeente Utrecht? Deelt u de mening dat invulling geven aan woningbouw in
het gebied Rijnenburg een bijdrage kan leveren aan de druk op de woningmarkt in de
driehoek Den Haag, Amsterdam en Utrecht?
Vraag 11
Kunt u aangeven in welke situatie en onder welke omstandigheden u meent dat het instrument
van de aanwijzing toegepast moet worden en op welke wijze de belangen van het grote
aantal woningzoekenden daarbij worden betrokken?
Mededeling
Op 28 januari stuurde ik aan uw Kamer het bericht dat de aan mij gestelde vragen van
het lid Ronnes (CDA) over woningbouw in polder Rijnenburg bij Utrecht (ingezonden
op 21 januari 2020), met kenmerk 2020Z00803, niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Hierbij deel ik
u mede dat ook de gebruikelijke uitsteltermijn van drie weken onvoldoende is voor
het beantwoorden van de vragen.
Het gesprek met provincie Utrecht en de gemeente Utrecht, alsmede buurgemeenten van
Utrecht (met name IJsselstein en Nieuwegein), vergt meer tijd dan eerder ingeschat.
Deze gesprekken lopen nog. Vandaar dat ik uw Kamer nogmaals een uitstelbericht stuur.
Uw Kamer ontvangt de antwoorden uiterlijk 31 maart.