Vragen van de leden Van Helvert en Omtzigt (beiden CDA) aan de Minister van Buitenlandse
Zaken en de Minister-President over de OPCW Douma-docs op wikileaks (ingezonden 3 januari
2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 20 januari 2020).
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van de OPCW (Organisatie voor het verbod op chemische wapens)
Douma-docs op wikileaks?1
Vraag 2
Kunt u voor elk van de 13 documenten uit de eerste 4 releases van Douma-docs nagaan
of zij authentiek zijn, door die vraag voor te leggen aan de OPCW en/of de auteurs
van de documenten?2
Antwoord 2
Desgevraagd heeft de OPCW aangegeven dat er een onderzoek is ingesteld naar het lekken
van vertrouwelijke, interne documenten en emails. Ook de authenticiteit van de bedoelde
documenten wordt daarbij meegenomen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door onafhankelijke
experts. Als het rapport is afgerond, zal het aan de lidstaten ter beschikking worden
gesteld.
Vraag 3
Indien er documenten vervalst zijn, wordt er dan fatsoenlijk onderzoek naar gedaan
om te zien wie de organisatie in diskrediet brengt?
Antwoord 3
Het in vraag 2 genoemde onderzoek richt zich ook op de beantwoording van deze vraag.
Vraag 4
Zijn er belangrijke documenten weggelaten uit de leaks, die een ander beeld op de
gang van zaken rond de totstandkoming van het Douma-rapport kunnen werpen?
Antwoord 4
Of Wikileaks al dan niet over meer documenten beschikt dan het nu geopenbaard heeft,
kan ik niet beoordelen. Op basis van informatie van de OPCW kan ik wel bevestigen
dat het Doumarapport is gebaseerd op aanzienlijk meer documenten. Het beeld dat ontstaat
uit deze selectie van (te verifiëren) documenten op Wikileaks lijkt geen recht te
doen aan de werkelijke situatie.
Vraag 5
Indien (bijna) alle documenten authentiek blijken te zijn, wat is dan uw oordeel over
de gang van zaken rond de totstandkoming van het eindrapport over Douma?
Antwoord 5
Ik heb op basis van de huidige informatie geen reden om te twijfelen aan de gang van
zaken rond de totstandkoming van het eindrapport, noch aan de daarin vermelde conclusies.
Zowel tijdens de toelichting die de Directeur-Generaal heeft gegeven bij het verschijnen
van het rapport als recent naar aanleiding van uw vragen, is bevestigd dat het rapport
tot stand is gekomen door middel van een degelijk wetenschappelijk proces, waarbij
verschillende inzichten en rapporten zorgvuldig zijn gewogen. Dat proces heeft geresulteerd
in het thans gepubliceerde rapport. Ik wijs er nogmaals op dat Wikileaks slechts een
beperkt aantal documenten heeft geopenbaard, wat lijkt te leiden tot een vertekend
beeld.
Vraag 6
Indien het interim-rapport authentiek is en bijna alle experts van de OPCW die in
Douma geweest zijn, zich niet met het eindrapport mochten bezig houden, blijft de
Nederlandse regering dan op het standpunt staan: «Nederland heeft geen reden om aan
te nemen dat belangrijke relevante informatie niet zou zijn meegewogen in de conclusies
van het Douma-rapport.»3
Antwoord 6
Ik zie, op basis van de informatie waarover het kabinet nu beschikt, geen aanleiding
om mijn conclusie met betrekking tot het eindrapport m.b.t. de aanval met chemische
wapens op Douma te wijzigen. Ik onderschrijf de uitleg van de OPCW dat het rapport
op een wetenschappelijk verantwoorde wijze tot stand is gekomen, waarbij alle beschikbare
informatie in acht is genomen. Het beeld dat de eindconclusies gemanipuleerd zouden
zijn door informatie niet mee te wegen, wordt door de OPCW van de hand gewezen. Voorts
dient opgemerkt dat het onderzoek is voortgezet in de periode van 8 maanden tussen
het interimrapport en het eindrapport.
Vraag 7
Is er volgens u aanleiding om een onderzoek te laten doen naar de totstandkoming van
het Douma rapport?
Antwoord 7
Nee. Zoals ik hierboven heb aangegeven, vind ik de uitleg van de OPCW overtuigend
en apprecieer ik de aanpak van deze kwestie door de organisatie zelf. Ik heb volledig
vertrouwen in de professionaliteit, onpartijdigheid en objectiviteit van de bevindingen
in het FFM (Fact Finding Mission)-rapport over de aanval in Douma.
Vraag 8
Kunt u deze vragen een voor een en binnen twee weken beantwoorden?
Antwoord 8
Ik heb mijn uiterste best gedaan om aan uw verzoek tegemoet te komen.
X Noot
3Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3271