Vragen van het lid Schonis (D66) aan de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Supersnelle elektrische fietsen winnen snel aan populariteit» (ingezonden 30 augustus 2019).

Mededeling van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 1 oktober 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Supersnelle elektrische fietsen winnen snel aan populariteit»?1

Vraag 2

Hoeveel verkeersongelukken zijn er bekend met de speedpedelec in het verkeer afgelopen jaren (2017–2018)?

Vraag 3

Wat is de verwachte ontwikkeling in aantal speedpedelec-rijders voor de komende vijf jaren?

Vraag 4

Verwacht u een stijging in het aantal verkochte speedpedelecs in 2020 door de verlaagde bijtelling voor de zakelijke fiets? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe groot zal deze verwachte stijging zijn?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de veiligheid voor weggebruikers bij een ontstane snelheidsverschil tussen verschillende voertuigen op het fietspad en, daar waar dat aan de orde is, ook op de rijbaan?

Vraag 6

Kunt u een toelichting geven waarom ervoor gekozen is om dezelfde regels te laten gelden voor de speedpedelec als voor de bromfiets?

Vraag 7

Heeft u een aparte categorie voor de speedpedelec overwogen? Zo, nee waarom niet?

Vraag 8

Bent u bereid in gesprek te gaan met belangenorganisaties zoals de ANWB en de Fietsersbond over de positie van de speedpedelec op de openbare weg? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid de Kamer te informeren over de uitkomsten van dit gesprek?

Mededeling

Op 30 augustus 2019 zijn schriftelijk vragen gesteld door het lid Schonis (D66) over het bericht «Supersnelle elektrische fietsen winnen snel aan populariteit».

Vanwege de benodigde informatie van externe partijen kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven