Vragen van de leden Groothuizen en Diertens (beiden D66) aan de Ministers van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie en de Staatssecretaris van Justitie en
Veiligheid over het bericht «Vreemdelingenadvocaten: «Curaçao zet Venezolanen collectief
uit»» (ingezonden 27 januari 2020).
Mededeling van Minister Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
17 februari 2020).
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoorden op de vragen 2, 3 en 4?1
Vraag 2
Door wie wordt dit interview afgenomen? Hoe worden vreemdelingen van te voren geïnformeerd
over het doel en het belang van dit interview? Kunnen vreemdelingen zich tijdens het
interview laten bijstaan door een advocaat? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Herinnert u zich het antwoord op vraag 13?
Vraag 4
Op welke wijze heeft Defensie geverifieerd of er sprake was van humane omstandigheden
en of de opgevangen vreemdelingen toegang hadden tot juridische bijstand? Hoe zag
deze verificatie eruit en wat waren de bevindingen? In hoeverre is hier onderscheid
gemaakt tussen wat op papier is afgesproken (bijvoorbeeld dat vreemdelingen over het
algemeen maximaal 14 dagen in de barakken verblijven) en hetgeen er gebeurt in de
praktijk (namelijk dat sommige vreemdelingen meerdere maanden verblijven in de barakken)?
Vraag 5
Vindt u de detentieomstandigheden in de vreemdelingenbarakken op Curaçao in overeenstemming
met de standaards die zijn te verwachten in het Koninkrijk der Nederlanden? Zo ja,
waarom? Zo nee, op welke punten niet en wat kunt u eraan doen om dit te verbeteren?
Vraag 6
Vindt u het humaan om meerdere vreemdelingen gezamenlijk voor langere tijd (bijvoorbeeld
8 maanden) 23 uur per dag vast te houden in een zeer sobere slaapzaal met enkel wat
stapelbedden? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid hier iets aan te doen en de autoriteiten
van Curaçao hierop aan te spreken?
Vraag 7
Vindt u het humaan als vreemdelingen slechts één uur per dag worden gelucht in een
gesloten kooi? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid hier iets aan te doen en de autoriteiten
van Curaçao hierop aan te spreken?
Vraag 8
Vindt u de sanitaire voorzieningen humaan wanneer vreemdelingen voetschimmel en schurft
van de douche krijgen omdat deze zo weinig wordt schoongemaakt? Vindt u de sanitaire
voorzieningen humaan als de wc-pot van de muur is gesloopt en de vloer is bevuild?
Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid hier iets aan te doen en de autoriteiten van
Curaçao hierop aan te spreken?
Vraag 9
Deelt u de zorgen dat als het aantal vreemdelingen in de barakken toeneemt, het schrijnende
karakter van de omstandigheden waarschijnlijk ook zal toenemen en mogelijk ook kan
leiden tot grotere problemen zoals uitbraak van ziektes en escalaties van geweld?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid deze zorgen over te brengen aan de autoriteiten
van Curaçao?
Vraag 10
Op welk moment bent u van oordeel dat, op grond van artikel 43, tweede lid van het
Statuut, sprake is van een actieve rol voor de Nederlandse overheid om de situatie
op Curaçao te verbeteren? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?
Vraag 11
Hoe beoordeelt u het verschil tussen de informatie die u van de autoriteiten van Curaçao
ontvangt en de bevindingen van bijvoorbeeld verschillende Kamerleden die met eigen
ogen een andere werkelijkheid vaststellen?
Vraag 12
Bent u bereid een onafhankelijke expert(groep), bijvoorbeeld het VN antifolteringcomité
of het CPT2 van de Raad van Europa, te vragen een bezoek te laten brengen aan Curaçao om de situatie
objectief te beoordelen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Zijn de verbeteringen van het mannenblok van het SDKK inmiddels afgerond? Zo nee,
waarom niet? Wanneer verwacht u dat deze verbeteringen zijn afgerond?
Vraag 14
Kunt u de vragen afzonderlijk en exact beantwoorden?
Vraag 15
Kunt u de vragen zo snel mogelijk beantwoorden?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de vragen van de leden Groothuizen en Diertens (beiden
D66) over het bericht Vreemdelingenadvocaten: «Curaçao zet Venezolanen collectief
uit» (ingezonden op 27 januari 2020, met kenmerk 2020Z01256) niet binnen de termijn van drie weken door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
en mij kunnen worden beantwoord.
De benodigde afstemming met de autoriteiten van Curaçao en betrokken departementen
vergt helaas meer tijd. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1106.
X Noot
2Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling
of Bestraffing