Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over stijgende instroom arbeidsongeschiktheidsuitkering (ingezonden 3 januari 2020).

Mededeling van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 24 januari 2020)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het UWV Kennisverslag 2019-3, waarin het volgende citaat is opgenomen:

«Na het afschaffen van de vervroegde uittredingsregelingen werken alle mensen langer door, dus ook mensen met een gezondheidsrisico (waardoor het healthy-workereffect verdwijnt).»? In hoeverre was er bij het afschaffen van deze regelingen al rekening gehouden met het healthy-workereffect? Kunt u cijfers leveren die daaraan ten grondslag liggen?1 2

Vraag 2

Deelt u de mening dat de mededeling in het UWV Kennisverslag 2019–3: «Wat uiteindelijk de gevolgen zijn van het verhogen van de pensioenleeftijd voor de WIA valt nog niet te zeggen.» een verontrustende mededeling is?3 Kunt u de gevolgen tot nu toe, vooruitlopend op de uiteindelijke gevolgen, wel geven? Zo ja, wanneer kunnen we die ontvangen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Wat zijn de financiële gevolgen voor werknemers wanneer de situatie van voor de wijzigingen (2016) vergeleken wordt met die van daarna? Kunt u een aantal voorbeelden noemen?

Vraag 4

Wanneer blijkt dat de relatie tussen langer doorwerken (met een verhoogd gezondheidsrisico ten gevolge) en het stopzetten van vervroegde uittredingsregelingen duidelijk aantoonbaar is, bent u bereid om die vervroegde uittredingsregelingen te herzien (graag een toelichting)?

Vraag 5

Kan het nog steeds voortdurende tekort aan keuringsartsen mede een reden zijn om de vervroegde uittredingsregelingen te herzien (graag een toelichting)?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Van Kent (SP) over stijgende instroom arbeidsongeschiktheidsuitkering niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is omdat het beantwoorden van de vragen meer tijd voor afstemming vraagt.

Naar boven