Vragen van het lid Baudet (FVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het onderbrengen
van IS-kinderen bij IS-aanhangers (ingezonden 19 juni 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Minister van Justitie
en Veiligheid (ontvangen 17 januari 2020)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2018–2019, nr. 3430
Vraag 1
Kent u het bericht «Kinderbescherming plaatst IS-kinderen bij opa met IS-sympathieën»?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennis genomen van het bericht.
Vraag 2
Erkent u dat, indien jonge kinderen worden grootgebracht door aanhangers van islamitisch
gedachtegoed dat te boek staat als antidemocratisch, extreem gewelddadig, vrouwonvriendelijk,
mensonterend en haatdragend, het risico bestaat dat dat islamitische gedachtegoed
wordt overgebracht op die kinderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Indien een ouder of verzorger een gewelddadige ideologie aanhangt, is dit na melding
bij de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), reden voor de RvdK om een raadsonderzoek
in te stellen. Indien uit dit onderzoek zou blijken dat er sprake is van een onveilige
opvoedsituatie, die voortkomt uit een gewelddadige ideologie, dan gaat de RvdK niet
over tot het advies kinderen bij deze ouder of verzorger te plaatsen.
Vraag 3 en 4
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat de Kinderbescherming de waarschuwing van de gemeente
Ede, inhoudende dat de grootouders te boek staan als IS-aanhangers, heeft genegeerd?
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat het Landelijk Steunpunt Extremisme nalatig is geweest
bij de screening van de grootouders van de IS-kinderen?
Antwoord 3 en 4
Ik verwijs u voor de antwoorden op deze vragen naar de brief over de evaluatie van
de casus Ede, die gelijktijdig met het beantwoorden van deze vragen naar de Tweede
Kamer is gestuurd.
De evaluatie biedt geen aanknopingspunten voor de in de vraag besloten kwalificatie
over het handelen van het Landelijk Steunpunt Extremisme.
Vraag 5
Erkent u dat, indien de Kinderbescherming kinderen in een situatie brengt waarin de
ontwikkeling en opvoeding van die kinderen gevaar loopt, de Kinderbescherming haar
wettelijke taak ernstig verwaarloost? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De RvdK heeft de wettelijke taak om te onderzoeken hoe Nederlandse kinderen te beschermen.
De Raad dient vanuit het belang van het kind te handelen.
De RvdK had geen informatie over mogelijke radicalisering van de grootouders toen
zij de kinderrechter adviseerde de terugkerende kleinkinderen bij de grootouders in
huis te plaatsen.
De signalen van mogelijke radicalisering van de grootouders, die kort na de netwerkplaatsing
naar buiten zijn gekomen, zijn in de periode na de plaatsing van de kinderen opnieuw
gewogen en bekeken. De RvdK heeft daarbij de procedure gevolgd en de expertise van
het Landelijk Adviesteam minderjarige Terugkeerders (LAT) geraadpleegd. Op basis van
die informatie is geconcludeerd dat er destijds geen aanwijzingen waren die bevestigen
dat de grootouders IS-sympathisant zijn of zijn geweest. Er was dus geen aanleiding
de kinderen bij de grootouders weg te halen.
Ook de gemeente en Jeugdbescherming Gelderland hebben tot op heden geen informatie
die aanleiding geeft de plaatsing bij de grootouders te beëindigen.
Ik heb geen aanwijzingen dat de RvdK zijn wettelijke taak heeft verwaarloosd. De RvdK
heeft de afgesproken procedure doorlopen.
Vraag 6
Welke noodzakelijke voorzieningen heeft u, als verantwoordelijke voor het beleid dat
de Kinderbescherming uitvoert en het toezicht daarop, getroffen om ervoor te zorgen
dat de Kinderbescherming haar taken in de toekomst wel naar behoren vervult?
Antwoord 6
Voor de bevindingen van de evaluatie naar de plaatsing van de kinderen van uitreizigers
bij grootouders in Ede en de daaraan verbonden verbeterpunten, verwijs ik u naar bovengenoemde
brief.
Vraag 7
Kunt u de gestelde vragen tijdig en afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Antwoord 7
Beantwoording van de Kamervragen is gekoppeld aan de evaluatie van deze casus, zoals
ook toegezegd aan uw Kamer tijdens het debat over Terugkeerders, dd. 25 juni 2019.
De beantwoording heeft daarom langer de tijd gekost.