Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Politie vernietigde cruciaal document in zaak oud-Transaviapiloot Julio Poch» (ingezonden 31 oktober 2019).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 20 december 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1014.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Politie vernietigde cruciaal document in zaak oud-Transaviapiloot Julio Poch»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat uit het vernietigde document van het eerste reisbezoek bleek hoe nauw oud-Minister Hirsch Ballin betrokken was bij de vervolging en omstreden uitlevering van Poch?

Antwoord 2

Zoals ik aan uw Kamer heb gemeld bij de beantwoording d.d. 18 mei 2018 van Kamervragen van de leden Sjoerdsma en Groothuizen2 beschik ik niet over verslaglegging van de betreffende reis.

Vraag 3

Waarom en op instigatie van wie is dit document verwijderd?

Antwoord 3

Hetgeen hierover bekend is uit een rapportage van de politie, die als bijlage was gevoegd bij een door het College van procureurs-generaal, mede namens de Korpschef van de Nationale Politie, aan mij gestuurd ambtsbericht van 30 november 2018, is het volgende.

Een medewerker van de politie geeft aan van zijn dienstreis een verslag te hebben opgesteld dat in zijn kluis op zijn werkplek lag. Na zijn vertrek heeft hij de inhoud van de kluis niet kunnen overdragen aan zijn opvolger, hij heeft geen beeld waar dit verslag nu zou kunnen zijn. Hij heeft zelf geen exemplaar meer. In die periode zijn volgens zijn opvolger geen documenten in de casus Poch overgedragen en is de inhoud van de kluis op enig moment vernietigd. Aldus de rapportage van de politie.

Vraag 4

Op welk niveau is dit eerste bezoek destijds goedgekeurd? Was de toenmalige Minister op de hoogte van dit bezoek?

Antwoord 4

Voor zover mij bekend vond het bezoek plaats in het kader van het oriënterend onderzoek met medeweten en instemming van het Openbaar Ministerie. Na het eerste bezoek heeft het College van procureurs-generaal aan de toenmalig Minister laten weten dat de eerste contacten in Argentinië gelegd waren.

Vraag 5

Aan wie was dit verslag gericht?

Antwoord 5

De inhoud van het betreffende verslag is mij niet bekend.

Vraag 6

Ziet u mogelijkheden, bijvoorbeeld middels digitale recovery of het onderzoeken van back-ups, om deze bestanden alsnog terug te vinden? Bent u bereid dit te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

De politie zal, met inachtneming van de wettelijke kaders van de Wpg, een digitale recovery uitvoeren en back-ups onderzoeken.

Vraag 7

Welke bewijsvoering over mogelijke betrokkenheid van de heer Poch was voorafgaand aan dit eerste bezoek aanwezig op uw ministerie?

Antwoord 7

Het verzamelen van bewijs is aan de politie en het OM. Mijn ambtsvoorganger is op de hoogte gebracht van deze lopende zaak middels een ambtsbericht van het OM van 12 november 2007. Dit ambtsbericht bevatte informatie ten behoeve van de beantwoording van Kamervragen van het lid De Wit (SP).

Vraag 8

Sinds wanneer is bij u bekend dat dit verslag is vernietigd?

Antwoord 8

Zie het antwoord op vraag 3 en 9.

Vraag 9

Bestaat er een bewaarplicht voor dergelijke documenten? Ziet u enige verklaring voor het feit dat dit cruciale document vernietigd is?

Antwoord 9

De Wet Politiegegevens (Wpg) schrijft verschillende bewaartermijnen voor. De toepasselijke termijn hangt af van het soort gegevens. Ik ben niet bekend met de inhoud van het verslag. Daarom kan ik niet beoordelen welke bewaartermijn van toepassing is. Ik kan ook niet met zekerheid zeggen of het document vernietigd is. Zie tevens het antwoord op vraag 3.

Vraag 10

Is het vernietigen van dit document in strijd met de Archiefwet? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties zijn hieraan verbonden?

Antwoord 10

Ik ben niet bekend met de inhoud van het verslag. Daarom kan ik niet beoordelen of het eventuele vernietigen in strijd zou zijn met de Archiefwet.

Vraag 11

Komt het naar uw oordeel vaker voor dat dergelijke documenten die van belang zijn in strafzaken vernietigd worden?

Antwoord 11

Van de inhoud van het document ben ik niet op de hoogte. Uitspraken over vergelijkbare documenten kan ik dan ook niet doen.

Vraag 12

Zijn er andere verslagen gemaakt van dit reisbezoek, bijvoorbeeld door de Nederlandse ambassade, die op het Ministerie van Buitenlandse Zaken aanwezig zijn? Zo ja, kunt u deze naar de Kamer sturen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 12

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft mij laten weten dat het ministerie bezig is met het uitvoeren van een (archief)onderzoek. Tot op heden zijn er geen verslagen van het reisbezoek aangetroffen. Indien ik relevante nieuwe feiten over deze zaak verneem, zal ik Uw Kamer informeren.

Vraag 13

Wat was de inhoud van de ambtsberichten van de top van het Openbaar Ministerie (OM) aan Minister Hirsch Ballin over het onderzoek naar Poch uit november 2007 en februari 2008?

Antwoord 13

Het ambtsbericht van november 2007 werd verstuurd naar aanleiding van Kamervragen van het lid De Wit op 26 oktober 2007. Het OM gaf hier informatie ten behoeve van de beantwoording van deze Kamervragen en heeft ook procesinformatie verstrekt over het voorbereidend onderzoek.

In het ambtsbericht van februari 2008 staat onder andere dat naar aanleiding van het voorbereidend onderzoek van de Nationale Recherche de opdracht is gegeven aan de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) om een vervolgtraject te starten. Verder staat er dat het hoofd van de CIE de eerste contacten in Argentinië heeft gelegd en dat op korte termijn met een officier van justitie van het Landelijk parket naar Argentinië zal worden gereisd. Ten slotte wordt in het ambtsbericht vermeld dat daarna zal worden beslist over het al dan niet instellen van een strafrechtelijk onderzoek.

Vraag 14

Bent u bereid deze documenten te openbaren? Zo nee, waarom niet? Zo nee, bent u dan bereid deze documenten vertrouwelijk aan de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 14

Nee, in ambtsberichten informeert het College de Minister van Justitie en Veiligheid in alle vertrouwelijkheid over bepaalde gevoelige zaken en onderwerpen. Openbaarmaking van deze informatie kan de strafrechtelijke opsporing en vervolging en daarmee het goed functioneren van het OM frustreren. Daarnaast brengt openbaarmaking van deze documenten het reële risico met zich dat de volledige vrijheid en vertrouwelijkheid van de communicatie tussen mijn departement en het OM in het geding komt. Het is, gelet op de ministeriële verantwoordelijkheid, aan mij deze schriftelijke communicatiestroom tegen elke belemmering te beschermen.

Volledigheidshalve kan ik toevoegen dat de heer Machielse vanzelfsprekend beschikking heeft over de ambtsberichten.

Vraag 15

Sinds wanneer bent u bekend met het bestaan en de inhoud van deze ambtsberichten?

Antwoord 15

Na mijn aantreden ben ik geïnformeerd over het dossier in algemene zin. Daarbij zijn de in vraag 13 genoemde ambtsberichten ook aan de orde gekomen.

Vraag 16

Kunt u in een tijdlijn uiteenzetten welke ambtsberichten de toenmalige Minister (en zijn opvolger(s)) van het College heeft ontvangen over de zaak Poch, en welke informatie middels die ambtsberichten is gedeeld?

Antwoord 16

De navolgende ambtsberichten zijn naar boven gekomen bij een grondige zoekslag:

30 november 2018

Een ambtsbericht naar aanleiding van de radio-uitzending van Argos met diverse bijlagen. In het ambtsbericht wordt onder andere ingegaan op de berichtgeving van Argos en de daarmee samenhangende Kamervragen, die zagen op een tijdlijn en het verkrijgen van vluchtgegevens. Verder zijn er enige bijlages bijgevoegd ter inhoudelijke ondersteuning van het ambtsbericht en ten behoeve van de beantwoording van de eerdergenoemde Kamervragen.

13 november 2018

Een ambtsbericht over een aansprakelijkstelling van het Openbaar Ministerie in deze zaak.

26 april 2018

Een ambtsbericht over de sepotbeslissing in de Nederlandse strafzaak.

22 maart 2018

Een ambtsbericht waarin, naar aanleiding mediaberichten, uitgebreid nader wordt ingegaan op het Nederlandse en Argentijnse opsporings- en vervolgingsonderzoek, ontwikkelingen met betrekking tot de getuigen en contacten met de Argentijnse autoriteiten. Ook wordt ingegaan op de uitvoering van rechtshulpverzoeken.

21 december 2017

Een ambtsbericht waarin het Nederlands strafrechtelijk onderzoek, de voorkeur voor berechting in Argentinië, mediaberichten, gestelde Kamervragen en de verleende rechtshulp worden toegelicht.

21 oktober 2009

Een ambtsbericht waarbij is meegezonden het ambtsbericht van het Landelijk Parket d.d. 20 oktober 2009, waarin wordt ingegaan op verzoeken van de advocaat van de verdachte.

6 oktober 2009

Een ambtsbericht waarin, naar aanleiding van Kamervragen, de start van het onderzoek wordt toegelicht. In de bijlage wordt nader ingegaan op Kamervragen.

23 september 2009

Een ambtsbericht waarin melding wordt gemaakt van, en toeloop naar, de aanhouding in Spanje en het lopende Nederlandse strafrechtelijk onderzoek.

26 augustus 2009

Een ambtsbericht waarin wordt ingegaan op de mogelijkheden en onmogelijkheden van berechting in Nederland en mogelijke vervolgstappen ten aanzien van Argentinië in deze zaak.

17 juni 2009

Een ambtsbericht waarbij is meegezonden het ambtsbericht van het Landelijk Parket d.d. 10 juni 2009 waarin de stand van zaken in het onderzoek, de mogelijkheden voor samenwerking met Argentinië en de voorkeur voor berechting in Argentinië worden toegelicht.

6 februari 2008

Een ambtsbericht waarin onder andere staat dat naar aanleiding van het voorbereidend onderzoek van de Nationale Recherche de opdracht is gegeven aan de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) om een vervolgtraject te starten. Verder staat er dat het hoofd van de CIE de eerste contacten in Argentinië heeft gelegd en dat op korte termijn met een officier van justitie van het Landelijk parket naar Argentinië zal worden gereisd. Ten slotte wordt in het ambtsbericht vermeldt dat daarna zal worden beslist over het al dan niet instellen van een strafrechtelijk onderzoek.

12 november 2007

Een ambtsbericht naar aanleiding van Kamervragen van het lid De Wit op 26 oktober 2007 waarbij is meegezonden het ambtsbericht van het Landelijk Parket d.d. 6 november 2007. Het OM gaf hier informatie ten behoeve van de beantwoording van deze Kamervragen en heeft ook procesinformatie verstrekt over het voorbereidend onderzoek.

Vraag 17

Zijn er ambtsberichten van de periode van de tweede dienstreis? Zo ja, wat was daarvan de inhoud?

Antwoord 17

Zie het antwoord op vraag 13.

Vraag 18

Bent u, gelet op het belang van waarheidsvinding en transparantie in deze reeds langslepende zaak, bereid het tweede reisverslag volledig te openbaren, nadat eerder in een wob-verzoek besloten is om dat niet te doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 18

De politie heeft bij het genoemde Wob-besluit het document deels geweigerd op de grond van art. 7 Wpg, 10.2.e, 10.2.g en 11.1 Wob. Tegen dat besluit is bezwaar gemaakt. De politie heeft dit bezwaar op dit moment in behandeling. Ik ga niet vooruitlopen op deze procedure.

Vraag 19

Zo nee, bent u dan bereid dit document vertrouwelijk aan de Kamer te openbaren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 19

Ik wacht de lopende bezwaarprocedure bij de politie af, zoals genoemd bij vraag 18, voordat ik besluit over (vertrouwelijke) verzending van het document aan de Kamer.

Vraag 20

Wanneer verwacht u het onderzoek van de heer Machielse te ontvangen?

Antwoord 20

Zoals ook vermeld in de beantwoording van de Kamervragen van 3 september 2019 is het onderzoek van de heer Machielse niet aan een termijn gebonden.

Vraag 21

Bent u het eens met de stelling dat het in deze reeds langslepende zaak niet gepast is om cruciale documenten uit de openbaarheid te houden ten behoeve van een onderzoek zonder termijn, waardoor onduidelijkheid blijft bestaan en controle niet mogelijk is? Zo ja, bent u dan bereid de documenten die beschikbaar zijn gesteld aan de heer Machielse, danwel vertrouwelijk, aan de Kamer te doen toekomen?

Antwoord 21

Zoals ik in mijn Kamerbrief van 18 januari heb aangegeven, hecht ik eraan dat er duidelijkheid is over de feiten van de zaak. Om die reden heb ik opdracht gegeven tot het instellen van een onafhankelijk onderzoek naar het dossier. Op dit moment doet de heer Machielse onderzoek. Ik heb alle vertrouwen in het onderzoek van de heer Machielse en zal de documenten die beschikbaar zijn gesteld aan de heer Machielse niet ook aan de Tweede Kamer zenden. Zoals reeds toegezegd zal ik uw Kamer te gelegener tijd informeren over de bevindingen van de heer Machielse. Tevens zal ik uw Kamer blijven informeren wanneer ik op andere wijze relevante nieuwe feiten over deze zaak verneem.

Vraag 22

Bent u bereid een termijn aan de afwikkeling van het onderzoek te koppelen, gezien de zeer lange periode waarin de heer Poch al geleden heeft onder deze zaak? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 22

Ik hecht aan een volledig en goed onderzoek naar dit dossier. De onderzoeksopdracht aan de heer Machielse is daarom ook ruim geformuleerd. Het staat de heer Machielse vrij zijn onderzoek uit te breiden, indien hij dat voor zijn onderzoek nodig acht. Ik bemoei mij niet met het onderzoek en laat de heer Machielse vrij het onderzoek zo uit te voeren zoals hij dat wil. Daar hoort bij dat ik geen termijn aan de afwikkeling van het onderzoek wil koppelen.

Vraag 23

Bent u, gelet op het vernietigen van cruciale documenten in deze zaak, nog steeds van mening dat de gang van zaken in dit dossier niet ongeoorloofd is?

Antwoord 23

Mede gelet op de antwoorden 3, 5, 8, 9, 10 en 11 ben ik nog steeds van mening dat de gang van zaken in dit dossier niet ongeoorloofd is.

Vraag 24

Bent u bereid de vragen 3, 4 en 10 van mijn schriftelijke vragen van 11 juli 2019 opnieuw te beantwoorden zonder te verwijzen naar het onderzoek van de heer Machielse, wiens onderzoek niet aan een termijn gebonden is, maar op basis van de informatie die u zelf tot uw beschikking heeft?3 Zo nee, waarom niet?

Antwoord 24

Gelet op het lopende onderzoek van de heer Machielse ligt het uitvoeren van parallel zelfstandig onderzoek niet op mijn weg.

Vraag 25

Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?

Antwoord 25

Ja.


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2128

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3789

Naar boven