Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Financiën over een belasting op luchtvervuiling in de Nederlandse industrie (ingezonden 6 december 2019).

Mededeling van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 17 december 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «Belasting op industriële luchtvervuiling veelbelovend» en het Centraal Planbureau (CPB) policy paper «Belasting op luchtvervuiling in de industrie»?1

Vraag 2

Deelt u de mening van het CPB dat een belasting op luchtvervuiling in de Nederlandse industrie op korte termijn zorgt voor een snelle afname van vervuilende emissies en praktisch uitvoerbaar is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en over welke onderzoeken beschikt u die het tegendeel beweren?

Vraag 3

Deelt u de mening van het CPB dat een belasting op de uitstoot van de Nederlandse industrie de vervuilende emissies sneller en sterker kan laten dalen dan CO2-reductiemaatregelen? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet en waar blijkt uit dat CO2-reductiemaatregelen beter werken?

Vraag 4

Wat is uw reactie op de door het CPB berekende productiedaling per 2030 en 2050 ten gevolge van de belasting op luchtvervuiling? Met hoeveel zal de productie dalen ten gevolge van de kosten die de industrie moet maken voor CO2-reductiemaatregelen?

Vraag 5

Bent u voornemens om plannen voor een belasting voor industriële luchtvervuiling nader te bestuderen dan wel uit te werken? Zo ja, op welke termijn worden de resultaten daarvan bekend? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

De beantwoording van de Kamervragen van het lid Moorlag over een belasting op luchtvervuiling in de Nederlandse industrie (kenmerk 2019Z24414) kan in verband met interdepartementale afstemming niet binnen drie weken worden beantwoord.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.

Naar boven