Vragen van het lid Van Ojik (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de hoogte van leges voor een Kinderpardon-aanvraag (ingezonden 5 september 2019).

Mededeling van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 27 september 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «Deze families hebben recht op kinderpardon, maar geen geld voor de aanvraag»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat de persoonlijke financiële situatie van een aanvrager niet van doorslaggevende betekenis mag zijn bij het bepalen of hij/zij recht heeft op verblijf op grond van de Afsluitingsregeling Langdurig Verblijvende Kinderen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Kunt u aangeven waarom het heffen van € 164 per persoon aan leges, in het geval van de Afsluitingsregeling, proportioneel en redelijk is? Bent u bereid de hoogte van dit bedrag te herzien, of een uitzonderingsmogelijkheid te treffen voor aanvragers die een dergelijk bedrag redelijkerwijs niet kunnen betalen voor een aanvraag? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Is bij het bepalen van de hoogte van leges voor aanvragen in brede zin de betaalbaarheid voor minder vermogende aanvragers een factor van betekenis? Zo ja, kunt u dit aantonen?

Vraag 5

Bent u bereid te onderzoeken in welke mate de hoogte van leges een belemmering vormt voor het kunnen indienen van een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor minder vermogenden? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Ojik (GroenLinks), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de hoogte van leges voor een Kinderpardon-aanvraag

(ingezonden september 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven