Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het
functioneren van het tbs-stelsel (ingezonden 10 oktober 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 11 december 2019). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 599.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat in tbs-kliniek Hoeve Boschoord incidenten
bewust worden afgeschaald om maar niet negatief in beeld te komen als tbs-kliniek
en dus ook niet door de overheid beperkt te worden in het aantal behandelplekken en
financiële middelen vanuit de overheid? Acht u deze gang van zaken denkbaar? Kunt
u uitsluiten dat dit in de praktijk zo gaat in deze en andere klinieken?1
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van het bericht. Als wat er gesuggereerd wordt klopt, dan is
dat bijzonder ernstig en kwalijk. Ik vind het daarom goed dat Hoeve Boschoord de Inspectie
van Justitie en Veiligheid (IJenV) heeft gevraagd nader onderzoek te doen. De IJenV
is direct een oriëntatie gestart en beoordeelt spoedig in hoeverre nader onderzoek
nodig is. Er is vooralsnog geen reden om aan te nemen dat hier sprake is van een landelijk
probleem.
Vraag 2, 3, 4, 5, 6
Klopt het dat de Inspectie Justitie en Veiligheid op dit moment, in het kader van
haar themaonderzoek, onderzoek doet naar o.a. de tbs-behandelduur en de hieraan gekoppelde
financiële normering? Zo ja, wanneer wordt dit onderzoek afgerond? Welke andere onderzoeken
naar het tbs-stelsel lopen er op dit moment?
Is onderdeel van het bovengenoemde onderzoek ook dat wordt gekeken naar de specifieke
vraag of de behandelduur onder druk staat doordat klinieken een boete krijgen als
patiënten langer dan 8 jaar behandeld worden? Zo nee, bent u bereid dit alsnog onderdeel
te maken van het onderzoek?
Is onderdeel van het bovengenoemde onderzoek ook dat wordt gekeken naar de specifieke
vraag of door klinieken doelbewust, vanuit financiële overwegingen, wordt ingegrepen
in de behandeling van cliënten? Zo nee, bent u bereid dit alsnog onderdeel te maken
van het onderzoek?
Is onderdeel van het bovengenoemde onderzoek ook dat wordt gekeken naar de specifieke
vraag of incidenten door klinieken bewust worden afgeschaald om maar niet negatief
in beeld te komen en als gevolg daarvan financiering vanuit de overheid mis te lopen,
doordat bijvoorbeeld het aantal behandelplekken door de overheid wordt beperkt? Zo
nee, bent u bereid dit alsnog onderdeel te maken van het onderzoek?
Is onderdeel van het bovengenoemde onderzoek ook dat wordt gekeken naar de specifieke
vraag of behandelaren zich belemmerd voelen in het uitvoeren van de juiste en adequate
behandeling van patiënten door financiële prikkels die in het huidige tbs-stelsel
zitten? Zo nee, bent u bereid dit alsnog onderdeel te maken van het onderzoek?
Antwoord 2, 3, 4, 5, 6
De IJenV is inderdaad bezig met een thematisch onderzoek naar de resocialisatie van
tbs-gestelden.
In mijn brief van 27 mei 2019 heb ik aangegeven dat ik onder andere wil kijken naar
het terugbrengen van de gemiddelde tbs-behandelduur, de hieraan gekoppelde financiële
normering en de invulling van de verloffasering.2 Ik heb de IJenV gevraagd die punten te agenderen binnen dit onderzoek naar de resocialisatie
van tbs-gestelden. De IJenV heeft mij laten weten dat te doen.
Omdat de IJenV het belangrijk vindt dat er overkoepelend wordt gekeken, neemt zij
voor het onderzoek naar de resocialisatie van tbs-gestelden de relevante bevindingen
uit haar toezichtsactiviteiten mee. De Inspectie heeft aan mij laten weten dit onderzoek
in het voorjaar van 2020 aan mij te willen aanbieden, zodat haar bevindingen mede
richting kunnen geven aan de aangekondigde visieontwikkeling van het programma Forensische
Zorg.
Er lopen geen andere onderzoeken naar het tbs-stelsel op dit moment.
Vraag 7
Als het antwoord op voorgaande vragen nee is, dus als bovenstaande suggesties en onderzoekswensen
niet worden onderzocht, en niet betrokken kunnen worden bij lopend onderzoek, bent
u dan bereid hiernaar een afzonderlijk onderzoek uit te laten voeren?
Antwoord 7
Ik wil niet vooruitlopen op de bevindingen van het lopende onderzoek van de IJenV
en zal uw Kamer hierover zo spoedig mogelijk informeren. Indien de bevindingen op
specifieke thema’s aanleiding geven tot vervolgonderzoek, wil ik daar uiteraard naar
kijken.