Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Medische Zorg over het rapport «Waar een klein land groot in kan zijn. Nederland en synthetische drugs in de afgelopen 50 jaar» van de Politieacademie (ingezonden 5 september 2018).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) mede namens Minister Bruins (Medisch Zorg) (ontvangen 27 september 2018).

Vraag 1

Kent u het rapport «Waar een klein land groot in kan zijn. Nederland en synthetische drugs in de afgelopen 50 jaar» van de Politie Academie?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat teneinde gebieden c.q. landen qua productie in een rangorde te plaatsen er een vergelijking nodig is tussen cijfers die op identieke wijze in verschillende landen worden verkregen en dat schattingen zoals die nu voor Nederland uit de bus komen elders niet bestaan, en het daarom dus raadselachtig is hoe de onderzoekers hun bewering dat Nederland «in de top» staat kunnen onderbouwen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u het wetenschappelijk gehalte van de berekeningen in dit rapport, daar de wijze van schatten die in het onderzoek staat beschreven duidelijk maakt dat de gegevens om goede schattingen te maken er niet zijn en men dus aangewezen was op experts die een getal

noemen gebaseerd op hun ervaring?

Vraag 4

Hoe realistisch acht u het onderzoek waaruit blijkt dat Nederlandse criminelen in het afgelopen jaar 614 miljoen gram amfetamine produceerden en 972 miljoen xtc-pillen, waarvan 20% in Nederland werd geconsumeerd, wat neerkomt op zo’n 123 duizend kilo amfetamine en 194 miljoen xtc-pillen in één jaar?

Vraag 5

Realiseert u zich dat volgens de officiële schattingen er in Nederland 180.000 personen zijn van 18 jaar en ouder die in het afgelopen jaar amfetamine hebben gebruikt, dat zij met de cijfers uit het rapport op jaarbasis gemiddeld elke dag bijna twee gram speed zouden hebben gebruikt en dat er daarnaast ongeveer 390.000 volwassen Nederlanders zijn die in het afgelopen jaar xtc hebben genomen en dat zij met de cijfers van het rapport op jaarbasis gemiddeld ongeveer 500 pillen hebben geslikt?

Vraag 6

Deelt u de mening van menig wetenschapper die zich hier de afgelopen week in de media over hebben uitgesproken dat deze cijfers niet kunnen kloppen, omdat het zou betekenen dat -zelfs wanneer het aantal amfetamine- en xtc-gebruikers in Nederland is onderschat- op grond van de in het rapport genoemde hoeveelheden in Nederland geconsumeerde drugs elke Nederlander, van baby tot hoogbejaarde, omgerekend in één jaar zeven gram amfetamine zou hebben moeten snuiven en elf xtc-pillen hebben moeten slikken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Deelt u op basis van bovenstaande de mening dat in het rapport van de Politieacademie zowel de productie als de consumptie van synthetische drugs in Nederland ernstig wordt overschat? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Deelt u de mening dat hiermee ook het berekende bedrag van 18,9 miljard euro twijfelachtig is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Vindt u dat het feit dat de begeleidingscommissie bij dit onderzoek geheel uit mensen uit de wereld OM, politiediensten en de task force bestond de wetenschappelijkheid en wetenschappelijke onafhankelijkheid van het rapport een dienst heeft bewezen? Kunt u uw antwoorden onderbouwen?

Vraag 10

Bent u bereid alsnog wetenschappelijk onderzoek uit te voeren naar de omvang van de productie van synthetische drugs in Nederland? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Welke cijfers over de werking en omvang van de Nederlandse drugseconomie houdt u momenteel aan bij het bepalen van de koers van het Nederlandse drugsbeleid?

Vraag 12

Kunt u wetenschappelijk onderbouwen dat de inzet van meer politiecapaciteit een oplossing is om de georganiseerde productie van synthetische drugs voldoende aan te pakken, nu de onderzoekers aangegeven dat opsporingsinstanties daartoe niet bij machte zijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 13

Kunt u reflecteren op het gegeven dat bijvoorbeeld ketamine op lijst 2 van de Opiumwet staat omdat het belangrijke medische toepassingen heeft en daarbij een mogelijk revolutionair middel tegen depressie en dat de verdere medische ontwikkeling stopgezet zou worden bij een overgang naar lijst 1?

Vraag 14

Deelt u de mening dat het feit dat de Nederlandse omgang met hard drugs in belangrijke mate op de volksgezondheid gestoeld is, grote positieve gevolgen heeft voor die volksgezondheid en dat we dat moeten koesteren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 15

Deelt u de zienswijze van de onderzoekers dat het volksgezondheidsperspectief ten aanzien van syndru (harm reduction) staat tegenover het handhavings- of opsporingsbelang of deelt u de mening dat zowel preventie en harm reduction van drugsgebruik, als opsporing van de handel en vervaardiging van drugs van groot belang zijn, en dat die belangen niet steeds automatisch strijden?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens Minister voor Medisch Zorg dat de schriftelijke vragen van het lid Bergkamp (D66) over het rapport «Waar een klein land groot in kan zijn. Nederland en synthetische drugs in de afgelopen 50 jaar» van de Politieacademie (ingezonden 5 september 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven