Vragen van de leden Van der Molen, Van den Berg en Omtzigt (allen CDA) aan de Staatssecretaris
van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het
bericht «Topambtenaar kreeg ruim 40.000 euro voor achttien dagen Curaçao» (ingezonden
23 november 2018).
Mededeling van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen
11 december 2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Topambtenaar kreeg ruim 40.000 euro voor achttien
dagen Curaçao?1
Vraag 2
Kunt u aangeven welke buitenlandvergoeding overeengekomen is?
Vraag 3
Kunt u aangeven hoeveel de forfaitaire buitenlandvergoeding bedroeg sinds september
2017?
Vraag 4
Kunt u de onderliggende contracten aan de Kamer doen toekomen (over de periode 2015
tot heden)?
Vraag 5
Wanneer heeft welke bewindspersoon toestemming gegeven voor deze contracten?
Vraag 6
Zijn de contracten rechtmatig opgesteld?
Vraag 7
Zijn de contracten doelmatig opgesteld?
Vraag 8
Zijn de contracten rechtmatig uitgevoerd, met name op het punt van de genoten forfaitaire
vergoedingen, gezien de omstandigheid dat slechts een beperkt aantal dagen gereisd
is?
Vraag 9
Moet een ambtenaar een forfaitaire vergoeding die hij ontvangt voor verblijf buiten
Nederland terugbetalen als hij niet naar het buitenland reist?
Vraag 10
Moet een ambtenaar, die een netto forfaitaire vergoeding genoten heeft voor een reis
die hij niet gemaakt heeft (of die fors korter geduurd heeft dan waarvoor de forfaitaire
vergoeding bedoeld is), die vergoeding opgeven als loon en daar belasting over betalen?
Vraag 11
Indien een ambtenaar een netto forfaitaire vergoeding genoten heeft voor een reis
die hij niet gemaakt heeft (of die fors korter geduurd heeft dan waarvoor de forfaitaire
vergoeding bedoeld is), telt de forfaitaire vergoeding dan mee voor het inkomen als
bedoeld in de Wet normering topinkomens (WNT)?
Vraag 12
Heeft u een inhoudelijk en moreel oordeel over de verstrekte vergoedingen en de wijze
waarop daarmee is omgegaan?
Vraag 13
Wilt u de Auditdienst Rijk de opdracht geven de totstandkoming en de uitvoering van
dit contract te onderzoeken?
Vraag 14
Kunt u deze vragen een voor een en binnen twee weken beantwoorden?
Mededeling
Er zijn schriftelijke vragen (2018Z21681) gesteld door de leden Van Raak (SP) en Van der Molen, Van den Berg en Omtzigt (allen
CDA) naar aanleiding van een bericht van de NOS op haar website van 16 november jongstleden
met als onderwerp «Topambtenaar kreeg ruim 40.000 euro voor achttien dagen Curaçao».
In mijn brief van 20 november 2018 (2018-000901595) en ook tijdens het mondelinge
vragenuur van 20 november 2018, heb ik u bericht dat ik, mede namens de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken, de Auditdienst Rijk (ADR) heb gevraagd om onderzoek te doen
naar de feiten in deze casus. Ook heb ik de ADR gevraagd om in meer algemene zin het
onderhavige Voorzieningenstelsel Uitzendingen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(VU BZK) tegen het licht te houden en aanbevelingen te doen voor de toekomst.
Ook heb ik gezegd dat het ministerie gaat beoordelen hoe maatwerk-afspraken onderdeel
kunnen worden van het VU BZK. Daartoe acht ik het gewenst dat eerst de ADR haar onderzoek
doet. De ADR heeft gemeld er naar te streven het rapport eind januari 2019 op te leveren.
Ik hecht aan een grondig, zorgvuldig en onafhankelijk onderzoek door de ADR. Als dit
onderzoek is afgerond, dan wel indien tussentijdse resultaten daartoe aanleiding geven,
zal ik u terstond informeren. Daarbij zal ik ook deze Kamervragen beantwoorden.