Vragen van het lid Veldman (VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de berichtgeving waarin kinderartsen oproepen op te treden tegen een homeopathisch alternatief voor vaccineren (ingezonden 25 oktober 2018).

Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 3 december 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 638.

Vraag 1

Bent u bekend met de berichtgeving van KRO-NCRV De Monitor waarin kinderartsen oproepen op te treden tegen een homeopathisch alternatief voor vaccineren?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 4

Deelt u onze zorg dat de website van De Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken (NVKP) waar onjuiste informatie is te vinden een belangrijke bron lijkt voor ouders?

Welke maatregelen heeft u eerder al getroffen om ouders goed voor te lichten én te beschermen tegen onjuiste informatie over vaccineren?

Antwoord 2 en 4

Ja, die zorg deel ik. Ik vind het belangrijk dat ouders beschikking hebben over betrouwbare informatie over vaccinaties. Er zijn al enkele maatregelen getroffen om goede voorlichting aan ouders te waarborgen. Het RIVM heeft een vernieuwde website over het Rijksvaccinatieprogramma. Daarnaast heeft de jeugdgezondheidszorg (JGZ) sinds 1 januari 2018 meer ruimte in de contactmomenten om voorlichting te geven over het Rijksvaccinatieprogramma en vragen van ouders te beantwoorden.

Zoals ik ook in mijn brief van 19 november 20181 heb aangegeven, ga ik een expertteam instellen dat misvattingen over vaccinaties actief gaat weerleggen, onder andere op sociale media. In mijn brief heb ik tevens aangekondigd dat ik samen met het RIVM en andere betrokkenen ga onderzoeken wat nodig is om de communicatie en uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma nog beter te laten aansluiten op de vragen en zorgen van ouders.

Vraag 3

Deelt u de zorg van kinderartsen dat op basis van onjuiste informatie ouders beslissingen nemen die gevaarlijk zijn voor hun eigen en andermans kinderen en daarmee de algemene volksgezondheid?

Antwoord 3

Ja, dit heb ik ook aangegeven in mijn brief van 19 november 2018 over mijn visie op vaccinaties.

Vraag 5

Welke mogelijkheden ziet u om informatie over de beperkte, vaak niet wetenschappelijk bewezen werking van homeopathische middelen beter kenbaar te maken? Bent u bekend met de verplichte tekst die sinds 2016 in Canada wordt toegevoegd aan homeopathische middelen die worden aangeprezen als alternatief voor vaccinatie? Zo ja, ziet u mogelijkheden deze tekst ook in Nederland aan homeopathische middelen als alternatief voor vaccinatie toe te voegen?

Antwoord 5

In artikel 3.11 en 3.12 van de Regeling Geneesmiddelenwet is vastgelegd dat er op verpakkingen van homeopathische (zelfzorg)geneesmiddelen geen onbewezen medische claims meer mogen staan. Hiermee wordt voorkomen dat consumenten op het verkeerde been worden gezet. Ook een «disclaimertekst», waarin staat dat de werking van een middel niet wetenschappelijk is bewezen, maar volgens de leer van de homeopathie wel werkzaam is, is niet toegestaan. Dit mag ook niet in bijsluiters, reclames of op de sites van webwinkels. Er is in Nederland geen enkel homeopathisch geneesmiddel in de handel met een medische claim. Het is ook niet toegestaan op een homeopathisch geneesmiddel te vermelden dat dit een alternatief kan zijn voor vaccinatie.

Ik ben bekend met de verplichte tekst die in Canada wordt toegevoegd aan homeopathische middelen om duidelijk te maken dat deze producten niet dezelfde werking als vaccins kennen en ook geen alternatief voor vaccinatie zijn. Samen met de Minister voor Medische Zorg en Sport, die verantwoordelijk is voor eventuele aanpassingen van de Regeling Geneesmiddelenwet, ga ik kijken in hoeverre het mogelijk is om een dergelijke boodschap toe te voegen aan homeopathische middelen. Hierbij ben ik wel gebonden aan Europese regels.

Vraag 6

Beschikt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over voldoende instrumentarium om te kunnen handhaven? Zo nee, bent u bereid te kijken naar het huidige instrumentarium alsmede de wettelijke kaders om dit soort onjuiste informatie te weren?

Antwoord 6

De IGJ kan op verschillende manieren handhavend optreden. Ik verwijs hierbij ook naar het antwoord van vraag 4 van de vragen van lid Van Gerven (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 815). De IGJ kan handhavend optreden langs twee juridische grondslagen. De IGJ kan op basis van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) besluiten handhavend op te treden als de betreffende behandelaar geen goede zorg verleent, of als er schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van patiënten is, of als de patiënt wordt afgehouden van reguliere zorg. Daarnaast kan de IGJ op grond van de Geneesmiddelenwet handhavend optreden ter voorkoming van schade aan de volksgezondheid of als er reclame wordt gemaakt voor een ongeregistreerd geneesmiddel. Zoals ik in mijn brief van 19 november 2018 heb aangegeven ga ik met de IGJ overleggen of zij meer handvatten nodig heeft om onjuiste informatie over vaccineren aan te pakken.


X Noot
1

Kamerstuk 32 793, nr. 338

Naar boven