Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Rechtsbescherming over het bericht dat de rechtbank in Almelo een schilderij met blote borst heeft verwijderd (ingezonden 26 september 2018).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Rechtsbescherming (ontvangen 19 november 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 592.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Rechtbank Almelo haalt schilderij met blote borst weg»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op het feit dat de rechtbank er voor kiest om een schilderij, dat al 26 jaar in het gebouw hing, aan het zicht te onttrekken? Bent u van mening dat dit schilderij aanstootgevend is? Bent u van mening dat het weghalen van een dergelijk schilderij, waarmee de suggestie wordt gewekt dat een ontblote borst niet in een rechtszaal zichtbaar zou mogen zijn, aantasting van de essentie van kunst is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 3

Bent u van mening dat de inrichting van een rechtbank ondersteunend zou moeten zijn aan de taak van de rechtbank, namelijk onafhankelijke en deskundige rechtspraak, zoals een woordvoerder van de rechtbank in Almelo heeft laten weten? Bent u van mening dat met het tonen van een schilderij met ontblote borst de taak van de rechtbank in het geding zou kunnen komen?

Antwoord 3

Allereerst wil ik opmerken dat voor mij als uitgangspunt de vrijheid van kunst voorop staat. Daarnaast geldt dat de inrichting van een gerechtsgebouw een verantwoordelijkheid is van de rechtspraak. Het is in dit geval dus aan het gerechtsbestuur van de rechtbank Overijssel om te beoordelen in hoeverre er in de ontvangen klachten over het schilderij een aanleiding moet worden gezien om het schilderij van de publieke naar de niet-publieke ruimte van het gerechtsgebouw in Almelo te verplaatsen.

Vraag 4

Laat deze casus zien dat de verhouding tussen kunst en maatschappij de laatste jaren is veranderd en dat de samenleving kunst meer wil beïnvloeden? Is deze casus uniek of zien we een conservatievere trend in Nederland en daarbuiten? Hoe belangrijk vinden deze bewindspersonen de artistieke vrijheid?

Antwoord 4

Uitgangspunt is dat de vrijheid van kunst niet in het geding mag komen. De vrijheid van artistieke expressie hoort bij onze samenleving. Louter op basis van deze casus kan niet worden gesproken van een conservatievere trend in Nederland. Het gerechtsbestuur heeft in zijn beslissing meegewogen dat een slachtoffer van een zedenmisdrijf heeft aangegeven moeite te hebben met de plek van het schilderij Regelrecht in het gerechtsgebouw.

Vraag 5

Bestaat er beleid over welke kunst er in een openbaar gebouw tentoongesteld wordt of mag worden? Wie bepaalt dit? Welke afwegingen spelen hierin een rol?

Antwoord 5

Nee. Dit behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van bijvoorbeeld scholen, ziekenhuizen of rechtbanken.

Vraag 6

Is er beleid voor kunst in de gebouwen van ministeries? Zijn de bewindspersonen van mening dat er grenzen zijn voor kunst in hun ministerie? Zo ja, welke?

Antwoord 6

Er is beleid voor kunst in de kantoren van het rijk. De uitgangspunten hiervoor zijn inhoudelijke betekenis, zeggingskracht, professionaliteit, diversiteit, esthetiek en vakkundige presentatie. Ook dient de kunst financieel verantwoord te zijn en een relatie te hebben met Nederland. Zoals eerder opgemerkt staat de vrijheid van expressie voorop, waarbij de kunst niet onnodig kwetsend of discriminerend mag zijn. De rechtbank heeft een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om de kunstvoorziening.

Naar boven