Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Basis-, Voortgezet Onderwijs en Media over het bestuur van het Venlose OGVO dat in verband met financiële problemen leraren meer laat werken voor hetzelfde salaris (ingezonden 25 oktober 2018).

Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 19 november 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Angstcultuur op Venlose middelbare scholen», waarin wordt vermeld dat het bestuur van de Onderwijsgemeenschap Venlo & Omstreken (OGVO) in verband met financiële problemen leraren meer laat werken voor hetzelfde salaris?

Antwoord 1

Ja, ik ken het bericht.

Vraag 2

Welke rol speelt in deze kwestie de angstcultuur, waarvan sprake is in de berichtgeving van Omroep Venlo? Klopt het dat veel leraren die werkzaam zijn op de scholen van OGVO niet durven te reageren uit angst dat ze hun baan kwijtraken?1

Antwoord 2

De zaken waar het hier om gaat zijn in het stelsel onderdeel van de verantwoordelijkheid van het onderwijsbestuur. In het algemeen geldt dat de toezichthouder van de instelling in zijn rol als werkgever van de bestuurder zicht heeft op het functioneren en handelen van de bestuurder en daarop kan interveniëren als deze daartoe noodzaak ziet. Het spreekt voor zich dat een professioneel bestuur in samenspraak met de toezichthouder ervoor zorgt dat er een transparante dialoog tussen het bestuur en de werkvloer plaatsvindt. Een goed functionerende medezeggenschap is daarvoor een belangrijk orgaan binnen de instelling. Dit schooljaar zal de Inspectie onderzoek doen bij OGVO. Dit onderzoek stond al in de planning.

Vraag 3

Welke rol speelt in deze kwestie de omstandigheid dat de drie scholen gezamenlijk circa 5.900 leerlingen hebben en er voor leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs geen alternatief bestaat binnen de gemeente Venlo, zodat leerlingen die niet op een school van OGVO willen zitten, moeten uitwijken naar gemeente Horst of Roermond?

Antwoord 3

Het is aan het schoolbestuur om goed (strategisch) personeelsbeleid te voeren, en daarbij rekening te houden met de omstandigheden van de scholen.

Voor de leerlingen dienen Onderwijsgemeenschap Venlo en Omstreken (OGVO) en de scholen van dit bestuur onderwijs aan te bieden van voldoende kwaliteit, ongeacht of er wel of geen andere scholen in de regio zijn. De Inspectie ziet er op toe dat scholen voldoen aan de basiskwaliteit. Wanneer de Inspectie signalen ontvangt dat deze basiskwaliteit – waar onder andere ook een professionele kwaliteitscultuur en integer functioneren onderdeel van uitmaakt – in het geding zou zijn, neemt zij dit mee in haar toezicht. De inspectie kan hier een onderzoek naar starten.

Vraag 4

Kan de verwachting van het bestuur dat er door uitval of cursussen toch uren uitvallen en men per saldo dan wel blijft binnen de afspraken die gemaakt zijn, gaan werken als precedent voor andere schoolbesturen om ook het aantal lesuren op jaarbasis op te hogen?2

Antwoord 4

Ik kan niet voorspellen of de keuzes van OGVO invloed hebben op de keuzes van andere schoolbesturen.

Het gaat hier in eerste instantie om de vraag of de werkgever de cao-vo op een juiste wijze toepast. Dit is een vraag die beantwoord moet worden door degenen die deze cao gesloten hebben, de sociale partners. Ik heb begrepen dat de Algemene Onderwijsbond inmiddels betrokken is. In de cao-vo staat dat scholen zich dienen te houden aan de maximale lestaak van leerkrachten van 750 klokuren per jaar in 2018. De maximale lestaak van leerkrachten gaat in 2019 overigens naar 720 klokuren per jaar (zie website VO-raad voor meer informatie).


X Noot
2

«OGVO wil leerkrachten meer laten werken voor zelfde salaris» (https://www.omroepvenlo.nl/nieuws/artikel/ogvo-wil-leerkrachten-meer-laten-werken-voor-zelfde-salaris).

Naar boven