Vragen van het lid Groothuizen (D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over drugsdumpingen in Zuid-Nederland (ingezonden 22 oktober 2018).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 15 november 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Golf aan drugsdumpingen. Dit is krankzinnig»?1

Vraag 2

Hoeveel drugsafvaldumpingen zijn er tot nu toe in 2018 geweest in Nederland? Kunt u dit uitsplitsen naar politieregio?

Vraag 3

Hoeveel drugslaboratoria zijn er tot nu toe in 2018 in Nederland aangetroffen en ontmanteld? Kunt u dit uitsplitsen naar politieregio?

Vraag 4

Is het waar dat dat de tellingen ten behoeve van het Europees Monitoring Systeem (ERISSP) zich beperken tot laboratoria waar amfetamine, GHB en MDMA wordt gemaakt? Zo ja, waarom worden laboratoria waar heroïne wordt gemaakt uit morfine, anabole steroïde wordt geproduceerd en cocaïne wordt gewassen niet meegeteld?

Vraag 5

Hoeveel cocaïnewasserijen zijn tot nu toe in 2018 in Nederland aangetroffen?

Vraag 6

Hoeveel laboratoria waar heroïne wordt geproduceerd uit morfine zijn tot nu toe in 2018 in Nederland aangetroffen?

Vraag 7

Hoeveel laboratoria waar anabole steroïde wordt geproduceerd uit morfine zijn tot nu toe in 2018 in Nederland aangetroffen?

Vraag 8

Hoeveel laboratoria waar chrystal meth werd geproduceerd zijn tot nu toe in 2018 in Nederland aangetroffen en ontmanteld?

Vraag 9

Hoeveel dealers van crystal meth zijn in 2018 in Nederland aangehouden?

Vraag 10

Hoeveel gebruikers van crystal meth zijn er in Nederland? Indien hierover geen cijfers beschikbaar zijn, bent u bereid dat te laten onderzoeken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Is het juist dat een pand in Limburg waarin een cocaïne-wasserij werd aangetroffen een aantal dagen moest worden bewaakt, omdat de specialisten van de Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO) niet inzetbaar waren? Zo ja, hoeveel manuren waren er met deze bewaking gemoeid? Hoe beoordeelt u dat?

Vraag 12

Klopt het dat de LFO nauwelijks kan worden ingezet in de avonduren en in het weekend vanwege een teveel aan overuren? Zo ja, hoe is de veiligheid geborgd van omwonenden en politiepersoneel dat locaties moet bewaken in de periode tussen aantreffen en ontmantelen? Wat zijn de gevolgen hiervan voor strafrechtelijke onderzoeken?

Vraag 13

Kunt u een overzicht geven van alle overheidsinstanties die zijn betrokken bij het aanpakken van de productie van en handel in synthetische drugs?

Vraag 14

Kunt u toelichten hoe deze organisaties samenwerken? Is deze samenwerking naar uw oordeel voldoende?

Vraag 15

Klopt het dat strafrechtelijke onderzoeken in Nederland zich momenteel vooral richten op direct betrokkenen bij een aangetroffen drugslaboratorium en dat er weinig wordt (door)gerechercheerd naar de mensen die investeren, leiding geven en de drugs afnemen? Zo ja, hoe beoordeelt u dat?

Vraag 16

Is er bij de Landelijke Eenheid van de politie een speciale eenheid voor de opsporing van georganiseerde groeperingen die zich bezighouden met de productie van en handel in synthetische drugs? Zo nee, waarom niet?

Vraag 17

Bent u van mening dat de wijze van opsporing van de productie van en handel in synthetische drugs moet worden gereorganiseerd, nu veel opsporingsambtenaren aangeven dat zij niet kunnen verder rechercheren op de georganiseerde groeperingen achter de productie en handel?

Vraag 18

Hoeveel politiemensen, brandweermensen en andere mensen met een publieke taak zijn in 2018 onwel geworden als gevolg van drugsafvaldumpingen en het ontmantelen van drugslaboratoria?

Vraag 19

Hoeveel burgers zijn in 2018 onwel geworden als gevolg van drugsafvaldumpingen of blootstelling aan gassen afkomstig uit laboratoria?

Vraag 20

Is bij de uitbreiding van het aantal rechercheurs aandacht voor het aanstellen van meer specialisten op het gebied van synthetische drugs? Zo nee, waarom niet? Zo ja, om hoeveel mensen gaat het? Welke taken hebben zij?

Vraag 21

Bent u bekend met het arrest van de Hoge Raad van 26 april 2016 (ECLI:NL:HR:2016:743) dat de mogelijkheid om het dumpen van drugsafval te vervolgen op grond van artikel 10a van de Opiumwet lijkt te beperken? Tot welke stappen geeft dit u aanleiding?

Vraag 22

Is het feit dat het dumpen van drugsafval strafbaar kan zijn op grond van de Wet bodembescherming en de Wet milieubeheer voldoende adequaat naar uw oordeel?

Vraag 23

Zijn reguliere opsporingsdiensten en het openbaar ministerie voldoende toegerust om gebruik te maken van de onder vraag 22 genoemde wetten? Zo nee, welke knelpunten ziet u en hoe gaat u die oplossen?

Vraag 24

Bent u bereid te onderzoeken of het dumpen van drugsafval apart strafbaar kan worden gesteld in de Opiumwet? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid ook te onderzoeken of een dumping met een hoog risico voor omwonenden zwaarder zou moeten worden bestraft?

Vraag 25

Bent u bereid te onderzoeken of investering in meters voor de waterzuivering een bijdrage kan leveren aan de bescherming van de waterkwaliteit en het opsporen van drugslaboratoria? Zo nee, waarom niet?

Vraag 26

Herinnert u zich uw antwoord van 28 november 2017 op Kamervragen dat de ondermijningskamer bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 januari 2018 van start zou gaan?2 Is deze ondermijningskamer inmiddels daadwerkelijk van start gegaan? Zo ja, hoeveel zaken zijn er in behandeling en hoeveel zaken zijn afgedaan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 27

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het algemeen overleg van 14 november 2018 over georganiseerde criminaliteit/ondermijning?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming dat de schriftelijke vragen van het lid Groothuizen (D66) over drugsdumping in Zuid-Nederland (ingezonden 22 oktober 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven