Vragen van de leden Smeulders (GroenLinks) en Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties over het definitieve energielabel voor woningen (ingezonden
10 oktober 2018).
Mededeling van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
31 oktober 2018).
Vraag 1
Kent u de uitzending van het tv-programma Radar over het definitieve energielabel
voor woningen?1
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het belangrijk is dat mensen kunnen vertrouwen op de juistheid
van het definitieve energielabel dat ze van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
ontvangen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Bent u tevreden over het functioneren van het huidige energielabelsysteem? Zo ja,
waarom? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Hoeveel definitieve energielabels zijn er in 2015, 2016, 2017 en tot nu toe in 2018
verstrekt?
Vraag 5
Hoeveel Energieprestatieadvies-adviseurs (EPA-adviseurs) zijn er op dit moment gemachtigd
om een energielabel te verstrekken?
Vraag 6
Op welke manier wordt gecontroleerd of de EPA-adviseurs hun werk naar behoren doen?
Hoeveel controles zijn er in 2015, 2016, 2017 en tot nu toe in 2018 in dit kader uitgevoerd?
En hoeveel boetes zijn er opgelegd?
Vraag 7
Hoe beoordeelt u het feit dat mensen, waarvoor het definitieve energielabel achteraf
niet blijkt te kloppen, het gevoel hebben dat zij van het kastje naar de muur worden
gestuurd? Hoe kan dit gevoel bij mensen worden weggenomen?
Vraag 8
Waarom kan iemand met een klacht over het definitieve energielabel niet bij de geschillencommissie
terecht? Bent u bereid om te bezien of dit in de toekomst alsnog mogelijk is? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 9
Kunt u in algemene zin aangeven wie aansprakelijk is voor eventueel geleden schade
wanneer achteraf blijkt dat een definitief energielabel niet blijkt te kloppen? Kunt
u daarbij ook specifiek ingaan op de rol die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO) hierbij heeft?
Vraag 10
Hoe kan het dat er zoveel beunhazen actief zijn? Deelt u de mening dat men voor 10
euro geen fatsoenlijke analyse van de energieprestaties van een woning kan verwachten?
Waarom zijn deze zogenaamde energiedeskundigen überhaupt gecertificeerd? Dit ondermijnt
toch het draagvlak voor duurzaamheidsmaatregelen?
Vraag 11
Waarom is het geen praktijk – net als in andere Europese landen – dat, zeker voor
de hogere labels, iemand thuis komt inspecteren?
Vraag 12
Wat is de actuele stand van zaken voor wat betreft de inbreukprocedure van de Europese
Commissie tegen Nederland ten aanzien van de Europese richtlijn energieprestatie gebouwen
(EPBD-richtlijn)?
Vraag 13
Wat vindt u van de kritiek dat het stelsel onvoldoende functioneert en de vergelijking
met de Europese autotests: op papier rijden de auto’s 1 op 20, in de praktijk wordt
1 op 14 nauwelijks gehaald?
Vraag 14
Kent u het Onderzoek voor de gebouwde omgeving (OTB-onderzoek) waaruit blijkt dat
het werkelijk energiegebruik bij de hogere A en B labels veel hoger ligt dan verwacht
en dat het omgekeerde geldt voor de lagere labels? Bent u bereid het systeem zo aan
te passen dat meer gekeken wordt naar het werkelijke, in plaats van het theoretische
energieverbruik van een woning?
Vraag 15
Wat gaat u doen om het vertrouwen van mensen in het energielabelsysteem te vergroten?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de aan mij gestelde vragen van: het lid Kops (PVV) over
het bericht «Ruim 1 miljoen euro boetes energielabel» (ingezonden op 4 oktober 2018),
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 460; de leden Smeulders (GroenLinks) en Nijboer (PvdA) over het definitieve energielabel
voor woningen (ingezonden op 10 oktober 2018), met kenmerk 2018Z18057 en het lid Van Eijs (D66) over gesjoemel met energie-indexen (ingezonden op 15 oktober
2018), Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 458, niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord.
Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig. Op 4, 10, 15 en 18 oktober
jl. zijn aan mij vragen gesteld over het energielabel en de energie-index. Vanwege
de samenhang tussen deze vragen zal ik de beantwoording bundelen. Hiervoor is meer
tijd nodig dan de termijnen van de eerste vragen toelaten. Uw Kamer ontvangt de antwoorden
zo spoedig mogelijk.