Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het
bericht «Kanada fordert Unterstützung von Maas» (ingezonden 30 augustus 2018).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 21 september 2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Kanada fordert Unterstützung von Maas»?1
Vraag 2
Is er naar uw mening enige vergelijking tussen de druk die nu op Canada wordt uitgeoefend
met de druk die in 2017 op Nederland is uitgeoefend door Saoedi-Arabië met betrekking
tot het indienen van een resolutie bij de mensenrechtenraad in Genève voor een onafhankelijk
onderzoek naar de schendingen van mensenrechten? Zo nee, waarom niet? En zo ja, welk
gevolg geeft u aan de samenwerking met Canada destijds nu Canada onder druk wordt
gezet?
Antwoord 2
Het huidige bilaterale geschil tussen Saoedi-Arabië en Canada is van een andere orde
dan de contacten tussen Nederland en Saoedi-Arabië vorig jaar tijdens de onderhandelingen
in de Mensenrechtenraad over de Jemen-resolutie. Zoals bekend resulteerden die onderhandelingen
in overeenstemming over een resolutie die met consensus werd aangenomen, en waarin
onder andere werd besloten tot het instellen van een Group of Eminent Experts om onderzoek
te doen naar schendingen van internationaal humanitair recht in Jemen.
In het huidige geschil tussen Saoedi-Arabië en Canada heeft Saoedi-Arabië eenzijdig
zware beperkingen opgelegd in de bilaterale relatie, vooral vanwege een kritische
tweet in het Arabisch door de Canadese ambassade in Riyad. In die tweet werd opgeroepen
tot onmiddellijke vrijlating van twee personen, die bij naam werden genoemd. Saoedi-Arabië
vond dit een ongeoorloofde inmenging in de interne aangelegenheden en rechtsgang.
Het kabinet is van mening dat landen op constructieve en diplomatieke wijze met elkaar
moeten kunnen spreken over zaken waarover de meningen verschillen, ook zeker over
mensenrechtenkwesties, en dat de reactie van Saoedi-Arabië een dergelijke dialoog
niet faciliteert. Het kabinet hoopt dat diplomatieke contacten tussen de beide landen
spoedig kunnen zorgen voor een oplossing van het bilaterale geschil.
Vraag 3
Is er aan u vanuit Canada een vergelijkbaar verzoek gedaan? Zo ja, welke stappen heeft
u daarop ondernomen?
Antwoord 3
Canada heeft niet een dergelijk verzoek aan Nederland gedaan. Wel is in bilaterale
contacten met Canada onderstreept dat Nederland zij-aan-zij staat met Canada bij het
adresseren van internationale mensenrechtenkwesties, zoals Jemen. Mede in het licht
van het bilaterale geschil tussen Canada en Saoedi-Arabië heeft Nederland zich ingespannen
om in Europees verband met Saoedi-Arabië te spreken over de arrestatie van de vrouwenrechtenactivisten
(zie ook het antwoord op de vragen 5 tot en met 8). Nederland heeft Canada op de hoogte
gehouden van die inspanningen.
Vraag 4
Bent u inmiddels door uw Duitse ambtsgenoot benaderd over dit Canadese verzoek? Zo
ja, hoe is dit contact verlopen en met welk resultaat?
Vraag 5, 6, 7 en 8
Bent u – gezien het belang dat het kabinet hecht aan mensenrechten in het Nederlandse
buitenlandbeleid – bereid zelf contact op te nemen met uw Duitse ambtgenoot om de
mogelijkheden te bespreken dit Europees aan te kaarten? Zo nee, waarom niet?
Welke mogelijkheden ziet u – al dan niet vooruitlopend op een eventueel rechtstreeks
verzoek van Canada aan Nederland- om de Nederlandse steun aan Canada in de wereldwijde
promotie van mensenrechten en in het bijzonder tegen mensenrechtenschendingen in Saoedi-Arabië
openlijk te ondersteunen? Op welke termijn denkt u dit kenbaar te kunnen maken?
Indien het niet mogelijk blijkt hier (op korte termijn) brede Europese steun voor
te verwerven, zal Nederland dan deel uitmaken van een kopgroep van EU-landen die zich
openlijk uitspreekt voor steun aan Canada? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn
verwacht u dit te realiseren?
Heeft u hierover contact gehad met andere Europese collega's? Zo ja, wat is de uitkomst
van deze contacten? Zo nee, op welke termijn denkt u dit te gaan doen?
Antwoord 5, 6, 7 en 8
Zoals ook in de beantwoording op eerdere Kamervragen (gesteld door de leden Ploumen,
Voordewind, Diks, Van der Staaij, Ten Broeke, Sjoerdsma en Mulder over de arrestatie
van opnieuw twee vrouwenrechtenactivisten in Saoedi-Arabië, kenmerk 2018Z14992) is aangegeven heeft Nederland zich in de EU ingezet om tot actie te komen n.a.v.
de arrestatie van de vrouwenrechtenactivisten in Saoedi-Arabië, ook na het ontstaan
van het geschil tussen Saoedi-Arabië en Canada hierover. Dit heeft geresulteerd in
de EU-demarche waarover in de beantwoording van de eerdere Kamervragen is gerapporteerd,
waarbij de Europese zorgen aan de Saoedische regering zijn overgebracht.