Vragen van het lid De Roon (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over Iran dat met ballistische raketten doelen heeft bestookt in Syrië (ingezonden 2 oktober 2018).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Defensie (ontvangen 25 oktober 2018).

Vraag 1

Kunt u bevestigen dat Iran meerdere ballistische raketten heeft afgevuurd op doelen in Syrië?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is de internationale coalitie die strijdt tegen IS vooraf door Iran geïnformeerd over deze raketaanval?

Antwoord 2

Nee, de aanval was niet aangekondigd.

Vraag 3

Is het vliegverkeer boven Irak en omgeving, waaronder het in dat gebied opererende Nederlandse F-16 detachement, op enig moment in gevaar gebracht door de raketlanceringen?

Antwoord 3

Er zijn geen indicaties dat het vliegverkeer op enig moment in gevaar is gebracht door de raketlanceringen. Ook de Nederlandse F-16’s zijn niet in gevaar geweest.

Vraag 4

In hoeverre hebben de Iraanse ballistische raketten hun doelen geraakt en wat is het schadebeeld op de grond?

Antwoord 4

Kort na lancering van de raketten zijn meerdere explosies gemeld in door ISIS gecontroleerd gebied langs de Eufraat in Oost-Syrië. De precieze schade is het kabinet onbekend.

Vraag 5

Vallen de door Iran gelanceerde ballistische raketten binnen de «Categorie 1 Systemen», wat betekent dat deze raketten in theorie in staat zijn om massavernietigingswapens te vervoeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Ja, de gelanceerde ballistische raketten vallen binnen de Missile Technology Control Regime (MTCR) Category 1 systemen. Op basis van deze richtlijnen kan worden gesteld dat zulke «Categorie 1 Systemen» in theorie in staat zijn om massavernietigingswapens te vervoeren.

Vraag 6

Bent u van mening dat de Iraanse raketaanval een schending is van VN-resolutie 2231? Zo ja, bent u bereid om te pleiten voor extra strafmaatregelen tegen het regime in Teheran?

Antwoord 6

Het afvuren van dit soort raketten is juridisch gezien geen schending van VNVR-Resolutie 2231 (2015), maar wel inconsistent met paragraaf 3 van Annex B van die resolutie, waarin Iran wordt opgeroepen «geen activiteiten te ondernemen met betrekking tot ballistische raketten die ontworpen zijn om in staat te zijn kernwapens te vervoeren».

Het kabinet blijft ernstige zorgen houden ten aanzien van het Iraans ballistische raketprogramma en kaart dit onderwerp consequent aan, zowel in Europees verband als in bilaterale contacten met Iran. Zo denkt Nederland actief mee met de E3 over oplossingsrichtingen voor het Iraanse ballistische raketprogramma.

Er zijn onder de nucleaire overeenkomst met Iran (het Joint Comprehensive Plan of Action, oftewel JCPOA) en binnen de Europese Unie reeds maatregelen van kracht om het Iraanse ballistische raketprogramma in te perken. Zo zijn er handelsrestricties, is een wapenembargo op Iran van kracht, en gelden sancties voor 23 personen en 61 entiteiten.

Naar boven