Vragen van de leden Kwint (SP) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht dat er grote verschillen zijn in financiële steun die scholieren krijgen voor digitale middelen (ingezonden 15 augustus 2019).

Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 5 september 2019).

Vraag 1

Wat vindt u ervan dat er grote verschillen zijn in de financiële steun die scholieren krijgen voor digitale leermiddelen die op steeds meer scholen gebruikt worden?1

Antwoord 1

Scholen ontvangen via de lumpsum bekostiging voor exploitatie, waaronder ict-voorzieningen. Scholen zijn vrij om deze lumpsum naar eigen inzicht te besteden. Het is de verantwoordelijkheid van scholen om hierbij scherpe en doelmatige keuzes te maken. Wanneer scholen vanuit hun visie op de inrichting van het onderwijs van mening zijn dat een laptop of tablet noodzakelijk is voor het leerproces, en ouders kunnen deze niet zelf aanschaffen, dan dienen scholen hierin te voorzien.

Vraag 2

Acht u het wenselijk dat scholen een bepaald type laptop voorschrijven dat hun leerlingen aan moeten schaffen, zoals chromebooks van honderden euro’s? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2

Scholen mogen aan ouders vragen om een bepaald type laptop of tablet aan te schaffen, maar mogen dit niet van ouders eisen. Scholen zijn verplicht om te vermelden dat dit vrijwillig is. Wanneer scholen vanuit hun visie op de inrichting van het onderwijs van mening zijn dat een laptop of tablet noodzakelijk is voor het leerproces, en ouders kunnen deze niet zelf aanschaffen, dan dienen scholen hierin te voorzien.

Vraag 3

Mogen scholen eisen stellen aan de digitale leermiddelen die hun leerlingen moeten aanschaffen? Zo ja, welke eisen mogen scholen stellen? Zo nee, bent u bereid met scholen in gesprek te gaan om dit een halt toe te roepen?

Antwoord 3

Digitale leermiddelen, zoals licenties voor digitaal lesmateriaal dat voor een specifiek schooljaar wordt voorgeschreven, zijn net als papieren schoolboeken voor rekening van de school. Scholen ontvangen hiervoor bekostiging op basis van artikel 6e van de Wet op het voortgezet onderwijs. Zij mogen hiervoor geen kosten in rekening brengen bij ouders. Wanneer scholen dit wel doen, kan daarvan melding gemaakt worden bij de Inspectie van het Onderwijs. Als het gaat over scholen die eisen stellen aan laptops of tablets die leerlingen moeten aanschaffen verwijs ik naar het antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Wat vindt u van de uitspraken van de woordvoerder van de vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs (VO-raad) in het artikel van het AD dat de overheid digitalisering in het onderwijs stimuleert, maar er de financiële middelen niet voor vrijmaakt en dat de overheid digitale leermiddelen zou moeten betalen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 5

Digitale leermiddelen moeten door de school worden betaald. Hiervoor ontvangen scholen bekostiging van de overheid. Door mijn reeds toegezegde onderzoek naar de doelmatigheid en toereikendheid van de bekostiging verwacht ik meer inzicht te kunnen bieden in de toereikendheid van de bekostiging ten aanzien van digitalisering. In maart 2020 wordt uw Kamer geïnformeerd over de resultaten van dit onderzoek.

Vraag 6

Wat vindt u van de uitspraak van de woordvoerder van ouderorganisatie Ouders & Onderwijs dat vergoedingen via Stichting Leergeld of een gemeente geen oplossingen zijn voor het probleem, maar symptoombestrijding van een school die nalaat het goede te doen, ten koste van ouders en leerlingen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 6

Zie antwoord op vraag 4.

Vraag 7

Wat vindt u ervan dat de kosten voor digitale leermiddelen nu op het bordje van ouders komen te liggen in de vorm van vrijwillige en soms zelfs verplichte ouderbijdragen, ongeacht ontoereikende bekostiging van scholen en/of het uitgavenpatroon van scholen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 7

Zie antwoord op vraag 1.

Vraag 8

Bent u het ermee eens dat de digitalisering van het onderwijs de tweedeling in onze samenleving tussen financieel draagkrachtige gezinnen en gezinnen die dat minder tot niet zijn, pijnlijk blootlegt? Wat vindt u hiervan?

Antwoord 8

Zie antwoord op vraag 4.

Vraag 9

Welke maatregelen bent u bereid te treffen om ervoor te zorgen dat alle kinderen mee kunnen doen met digitalisering op school, ongeacht de dikte van de portemonnee van hun ouders?

Antwoord 9

Wanneer scholen kiezen voor de inzet van digitale leermiddelen in het onderwijs, moeten zij er voor zorgen dat iedere leerling hier gebruik van kan maken. Op het moment dat scholen een laptop of tablet voor het leerproces noodzakelijk achten, dienen scholen hierin zelf te voorzien als ouders deze niet zelf kunnen of willen aanschaffen.

Vraag 10

Welke maatregelen bent u bereid te treffen om ervoor te zorgen dat alle kinderen mee kunnen doen met digitalisering op school, ongeacht de dikte van de portemonnee van hun ouders?

Antwoord 10

Ieder kind in Nederland krijgt onderwijs, ongeacht de dikte van de portemonnee van hun ouders. Ik laat op dit moment onderzoek doen naar de doelmatigheid en toereikendheid van de bekostiging.


X Noot
1

AD, 12 februari 2019: «Help! Waar zijn de geldpotjes voor een laptop?»

Naar boven