Vragen van de leden Wilders, Fritsma en Emiel vanDijk (allen PVV) aan de Minister
en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming
over kosten van (niet-westerse) allochtonen (ingezonden 19 juli 2019).
Mededeling van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, voor Basis- en Voortgezet Onderwijs
en Media, van Economische Zaken en Klimaat, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
voor Medische Zorg, van Defensie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van
Infrastructuur en Waterstaat en van Financiën en de Staatssecretarissen van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, van Defensie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat
(ontvangen 9 september 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden van uw ambtsvoorganger op de Kamervragen van het lid
Fritsma van 10 jaar geleden – 17 juli 2009 – over de kosten die voortvloeien uit de
aanwezigheid van (niet-westerse) allochtonen in Nederland?1 Bent u bereid deze vragen nu wel van een gedegen inhoudelijk en financieel antwoord
te voorzien?
Vraag 2
Welk deel van de volgende zaken wordt aangewend voor (niet-westerse) allochtonen,
gelet op het aandeel van deze groep in de bevolking en de oververtegenwoordiging van
deze groep in de Justitie en Veiligheid-gerelateerde categorieën rechtspleging, rechtsbijstand,
rechtshandhaving, criminaliteits- en terrorismebestrijding en overige zaken (zoals
bed-bad-broodachtige regelingen) vallend onder de begroting van het Ministerie van
Justitie en Veiligheid?
Vraag 3
Wat is de weerslag hiervan in de kosten die hierdoor ten aanzien van (niet-westerse)
allochtonen worden gemaakt?
Vraag 4
In welke mate ziet het werk van justitiegerelateerde diensten, met name maar niet
beperkt tot de Dienst Justitiële Inrichtingen, toe op (niet-westerse) allochtonen,
gelet op het aandeel van deze groep in de bevolking en de oververtegenwoordiging van
deze groep in Justitie en Veiligheid-gerelateerde categorieën?
Vraag 5
Wat is de weerslag hiervan in de kosten die hierdoor ten aanzien van (niet-westerse)
allochtonen worden gemaakt?
Vraag 6
Hoe verhouden bedoelde kosten zich tot de opbrengsten die bedoelde groep oplevert
ten aanzien van bijvoorbeeld legesbetalingen aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst?
Vraag 7
Welke gegevens heeft u betrokken bij de bepaling van het aandeel van niet-westerse
allochtonen in de bevolking en de oververtegenwoordiging van deze groep in Justitie
en Veiligheid-gerelateerde categorieën?
Vraag 8
Kunt u de kosten uitsplitsen naar dit jaar, de afgelopen vijf jaar en (geprognosticeerd)
het komende jaar en de komende vijf jaar?
Vraag 9
Indien de hier gevraagde kosten niet exact zijn vast te stellen, wat is hier de reden
van? Kunt u in ieder geval een reële schatting maken? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Wilders,
Fritsma en Emiel van Dijk (allen PVV) over de kosten van personen met een (westerse
of niet-westerse) migratieachtergrond op verschillende beleidsterreinen (2019Z15278) niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is. De afstemming ten behoeve
van de beantwoording van de vragen kost meer tijd. Ik zal u zo spoedig mogelijk de
antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.
Deze uitstelbrief verzend ik mede namens de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, van Economische Zaken en Klimaat, van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor Medische Zorg en Sport, van Defensie, van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Infrastructuur en Waterstaat en van
Financiën en de Staatsecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Defensie,
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat.
X Noot
1Kamerstukken II, vergaderjaar 2008–2009, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 3692.